Vertalingenkwestie en Bijbelstudie



Invloed van grondtekst-gebruik op Bijbelstudie

Het erge van de ontwikkeling op vertaalgebied, blijkt uit het feit dat het zijn weerslag heeft gekregen op de Theologie en de Bijbelstudiemethoden. Een voorbeeld. Een evangelist kwam in gesprek met ons over de bundel ‘Gods Woord is zuiver, waar en vast, een oproep tot gebruik van de Statenvertaling’. Hij stelde, dat hij geleerd had, om voor een verkondiging een Bijbelgedeelte te nemen, en dat vanuit het Hebreeuws of Grieks eerst zelf te gaan vertalen (natuurlijk met behulp van Nestle en Aland…). Vervolgens kwam hij in het algemeen tot de conclusie dat je zoveel kanten op kunt met de Bijbel. Hij verkondigde dan ook nog maar alleen het ‘echte essentiële’. Al die verschillen tussen verschillende ‘Christenen’, over bijvoorbeeld Opname of Koninkrijksvisie, deden er voor hem niet meer toe. En zo wordt de grondtekst gebruikt om de Bijbel van haar vaste betrouwbaarheid te beroven, en kinderen Gods in een onwetendheid achter te laten… Typisch hè, dat de Bijbel het volgende in één adem zegt: “Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke sommige dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde [waar halen wij onze kennis vandaan? Van Alexandrië, Philo? Of is onze wijsheid en kennis verborgen in Christus Jezus? Kol. 2 : 3, 8] en onvaste mensen verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf. Gij dan, geliefden, zulks te voren wetende, wacht u, dat gij niet door de verleiding der gruwelijke mensen mede afgerukt wordt, en uitvalt van uw vastigheid” (2 Petr. 3 : 16, 17).


Hoe komt men door ‘de grondtekst’ aan zoveel variatie?

Uit het voorgaande blijkt dat men dus variatie wil laten bestaan in de Bijbeltekst. Een ‘wetenschapper in de grondteksten’ hier in Nederland stuurde, naar aanleiding van één van de artikelen, een brief aangaande de vertalingenkwestie. Hij stelde onder andere dat “wie niet kan accepteren dat er enige variatie is in de grondtekst, heeft kennelijk een andere visie op de Schrift dan God zelf; immers terwijl Hij door de eeuwen heen de schrift nauwkeurig bewaarde; liet Hij kleine variaties toe.” Dit zegt een ‘Bijbelgeleerde’ (een Schriftgeleerde). De Bijbel Zelf getuigt echter dat het ZEER VAST is (2 Petr. 1 : 19). Dezelfde ‘Bijbelgeleerde’ zegt in dezelfde brief het volgende: “De juiste vertaling is afhankelijk van Doel en Doelgroep; Deze twee factoren zijn tijdsgebonden.” Ziet u waar we naartoe gaan met de ‘Bijbelgeleerde’: de Bijbel is tijdsgebonden en moet iedere keer aangepast worden aan de doelgroep, de mens! De Bijbel is niet tijdsgebonden, de Bijbel is het eeuwigblijvende Woord van God (Matth. 24 : 35; 1 Petr. 1 : 23 – 25). In deze tijd van oecumene is het begrijpelijk dat men variaties in het Woord wil; variaties, zodat elke richting van de Christenheid zijn ‘leer’ kan onderbouwen. In plaats dat men zoekt naar wat God te vertellen heeft in Zijn Woord, vertaalt men net zo lang totdat men zijn eigen leer onderbouwd heeft! In het aangehaalde citaat staat echter dat er ‘kleine variaties’ zijn. Uit de pagina ‘Tekstvergelijkingen: Vergelijk en zie’ mag echter wel duidelijk blijken dat het niet om kleine, maar om aanzienlijke variaties gaat! En dan betreft het op die pagina nog maar een deel van de voorbeelden die gegeven kunnen worden. Het zijn fundamentele aanvallen op de Godheid van Christus; maar tevens zijn verwijzingen in de Bijbeltekst zelf naar andere Bijbelboeken weggehaald; veel zaken die in de Reformatie-Bijbels als vast en zeker beschreven staan, worden in de nieuwe vertalingen afgezwakt! Wat te denken van een tekst als Genesis 47 : 31, waar gewoon letterlijk te zien is, dat er geknoeid is. Al die delen die in de voorbeeldteksten op de pagina ‘Tekstvergelijkingen’ vetgedrukt zijn, zijn in de nieuwe vertalingen over het algemeen weggelaten. Het lijkt wel een moderne milieumaatregel (kortere zinnen, minder inkt, minder papier!), terwijl de Heere ook ons oproept om Zijn Woord te bewaren, niet toe te voegen en niet af te doen! Hoe komt het nu dat op grond van het gebruik van ‘de grondtekst’ zoveel variatie kan ontstaan?

Er bestaan verschillende Textus Receptussen. Vandaar dat er dus ook enkele kleine verschillen zijn tussen de Engelse King James 1611 en onze Statenvertaling, wat beide Reformatie-Bijbels zijn. Toch blijkt uit de genoemde pagina ‘Tekstvergelijkingen’, dat daar waar alle nieuwe vertalingen op cruciale plaatsen afwijken, juist die beide Reformatie-Bijbels aan elkaar gelijk zijn! Wanneer men dus met argumenten komt dat er wel degelijk verschillen zijn tussen de King James 1611 en onze Statenvertaling, dan ontkennen wij dat niet, alleen in vergelijking met wat alle nieuwe vertalingen doen, is dit een oneerlijke tegenwerping. Hoe komt het dat er tussen de King James 1611 en de Statenvertaling onderling betrekkelijk weinig verschillen zijn, terwijl er tussen deze beide vertalingen aan de ene kant en alle nieuwe vertalingen inclusief de Rooms-katholieke ‘bijbels’ aan de andere kant zo enorm veel verschillen zijn? Dit heeft te maken met het hierna volgende. Er zijn momenteel totaal 5.309 manuscripten. De verschillende Textus Receptussen komen uit 5.044 manuscripten die zeer veel op elkaar lijken. Hier valt een bijzonder nauwkeurige Bijbeltekst uit af te leiden. De nieuwe vertalingen zijn gebaseerd op 265 manuscripten, die totaal verschillend zijn van de overige 5.044, maar die ook onderling nog weer eens totaal verschillend zijn. Die 5.044 vormen dus een betrouwbare getuige. Die 265 zijn een onbetrouwbare getuige. En juist aan die 265 (5 %) hecht de moderne zogenaamd ‘Christelijke’ wetenschap de meeste waarde. Dat is wat men ook wel de Alexandrijnse cultus noemt! Want die 265 komen van Alexandrië! De 5.044 betrouwbare komen van Antiochíë (Byzantijnse manuscripten) [1]! In de nieuwe vertalingen heeft men 5.000 tot wel 36.000 veranderingen aangebracht! 5.000 – 36.000 veranderingen (!) op grond van onderling totaal afwijkende manuscripten, die gezamenlijk in de minderheid zijn ten opzichte van de meerderheid aan manuscripten! 5.000 – 36.000 veranderingen op grond van onbetrouwbare getuigen! Een tijdgenoot van Westcott en Hort, Dean Burgon, heeft alle manuscripten onderzocht en toont aan dat de nieuwe Westcott en Hort theorie en de nieuwe Westcott en Hort Griekse tekst vervalsingen zijn die ons wegleiden van het Woord van God [2]. Burgon komt inderdaad met het feit dat met name vier handschriften (Codices, waaronder Vaticanus/Sinaïticus/Alexandrinus) door blind bijgeloof van de wetenschappers, een belangrijke positie in de verbeelding van die wetenschappers hebben veroverd. Waarom blind bijgeloof? Omdat deze manuscripten inderdaad op een grove wijze verschillen van de grote meerderheid van manuscripten, maar tevens omdat zij ook onderling totaal verschillend zijn. Burgon geeft aan dat het gaat om gefabriceerde teksten, waarvan Vaticanus en Sinaïticus ook nog eens van een zelfde vervalste bron afkomstig moeten zijn, terwijl ze nu als aparte getuigen tegen de Textus Receptus gebruikt worden [3]!

Vervolgens komt men altijd met het feit dat 90 % van alle manuscripten gelijk is, en dat de 10 % verschil dus maar klein is. Maar de 90 % betrouwbaarheid zou ca. 99 % kunnen zijn, wanneer we die onbetrouwbare Alexandrijnse ‘getuigen’ buiten beschouwing zouden laten. (Wanneer we vervolgens naar de beloften in Gods Woord kijken, wordt de betrouwbaarheid 100 %!) Al die veranderingen in de nieuwe vertalingen zijn aangebracht door verschillen die staan in hooguit (5 % - ) 10 % van de manuscripten. Een 5 - 10 % aan manuscripten die ook onderling totaal verschillend zijn, en dus, nogmaals, onbetrouwbaar zijn! Inderdaad zijn in de meeste vertalingen de fundamentele zaken terug te vinden, maar het gaat er niet om dat wij een verzameling fundamenten in een boek hebben, want God heeft ons beloofd Zijn Woord te bewaren, een Woord dat vast is, en waar we van op aan kunnen. Dus niet alleen fundamenten, die “wij als fundamentalisten historisch hebben vastgehouden”. Het gaat er dus niet om dat in de nieuwe vertalingen de fundamenten niet terug te vinden zouden zijn, het gaat er om dat er een wetenschappelijke klasse is, die twijfel en verwarring zaait over Gods Woord. Het gaat erom dat mensen kleine variaties aanbrengen, zodat verschillende stromingen binnen het Christendom ergens in de Bijbel een paar teksten kunnen vinden om hun dwaling te onderbouwen [4]. Het gaat erom dat men nu laat blijken dat de gewone man de Bijbel niet kan lezen, omdat daar toch wel iemand voor nodig is die Grieks en Hebreeuws heeft gestudeerd aan de Bijbelschool, zodat díe persoon de Bijbel kan uitleggen: een nieuwe klasse Farizeeën is door de mens geschapen. En dat terwijl God een íeder oproept om Zijn Woord te bestuderen!

Vandaar ook dat we wel degelijk van een Alexandrijnse Cultus kunnen spreken. We begonnen dit hoofdstuk met het voorbeeld van die evangelist, die zag dat er zo veel dingen in de Bijbel onnauwkeurig zijn. Dit heeft te maken met de studiemethoden van de grondtalen. Wanneer men de Westcott en Hort/Nestle en Aland teksten gebruikt, dan ontstaat er inderdaad een grote mate van onnauwkeurigheid! Door de moderne Schriftkritiek is het ‘niet afdoen van’ en ‘niet toevoegen aan’ een vaag begrip geworden. Wanneer men een passage niet begrijpt, duikt men de zogenaamde grondtekst in, en (misschien onbewust) men past de passage uit Gods Woord aan, aan zijn ‘eigen niveau van geestelijkheid en begrip’. De verkondiging vervlakt, en dat is iets wat inderdaad in deze tijd bij velen te merken is. En dat terwijl de Heere getuigt dat Zijn Woord puur en zuiver is, ja, dat het vast is! Hier zien we dus de eerste tegenstrijdigheid tussen de meeste Bijbelgeleerden en de Heere God in Zijn Woord, wat een duidelijke uitwerking op de moderne verkondiging heeft.


Invloed op de verkondiging

Wanneer de term ‘Alexandrijnse cultus’ gebruikt wordt, voelt men zich natuurlijk aangesproken. Vaak komt men dan met de beschuldiging dat wij ELKE kerkhistoricus en bijbelgeleerde een onderdeel van een cultus noemen, en wel de Alexandrijnse cultus. Dit is echter niet waar. Wat echter blijkt, zoals reeds is aangegeven in de vorige paragraaf, is dat de meeste theologen, kerkhistorici of bijbelgeleerden, uitgaan van de theorie van Westcott en Hort, Nestle en Aland wanneer het gaat om de vertalingen. Dit brengt deze geleerden, hoe verschillend ook van geloofsrichting, echter onder één grote noemer: Alexandrië. De nieuwe vertalingen zijn namelijk gebaseerd op met name twee onnauwkeurige manuscripten: Vaticanus en Sinaïticus, afkomstig uit Alexandrië. Door deze twee, alleen vanwege de leeftijd, toch een hoge betrouwbaarheidsfactor toe te kennen, zien de theologen vandaag de dag dat God variaties toelaat in Zijn Woord. Het gevolg is dat de Bijbelschool en de docenten/geleerden gaan bepalen wat er in Gods Woord moet staan, maar tevens hoe bepaalde zaken dan geïnterpreteerd moeten worden. Er wordt toegevoegd aan en afgedaan van het Woord van God. Er is dus een verschuiving ontstaan van “Zo spreekt de Heere”, naar een “zo leert de Bijbelgeleerde”. De naam van het ene manuscript is veelzeggend: Vaticanus! Daar waar veel stromingen het zogenaamd niet eens zijn met Rome, hebben ze toch de keuze gemaakt voor Rooms-katholieke manuscripten, die in Alexandrië vervalst zijn door de vroege kerkvaders (filosofie met de Bijbel vermengend)! Een veelzeggende uitspraak van een Bijbelgeleerde (in gesprek met een Reformatorische broeder) in Visie, in een artikel over de wederkomst des Heeren: “Je hebt goede kans dat we het straks allebei mis blijken te hebben.” Hieruit blijkt heel duidelijk dat men vandaag de dag niet meer gelooft in een onfeilbaar Woord van God, maar eerder in een verzameling theorieën, waarvan het één misschien uitkomt en het ander niet. Ook een evangelist (alweer een ander), gaf in een gesprek aan dat de Opname van de Gemeente een theorie was. Dit is het gevolg van het volgen van de nieuwe vertalingen en hun (Roomse!) achtergrond. Een verdergaand gevolg hiervan is, dat we zien dat vele Evangelische organisaties vandaag de dag openstaan voor de dialoog met Rome (Oecumene (van het hart)). Niet het geloof van deze mensen wordt aangepast aan wat God van hen vraagt in de Bijbel, maar zij passen Bijbelpassages aan aan hun geloof! Omdat deze ontwikkeling is ingezet in Alexandrië hebben de navolgers van deze ideeën de titel gekregen: de Alexandrijnse cultus. En niet voor niets, want deze cultus haalt het vaste geloof van de mens in de Schrift als het onfeilbare en vaste Woord van God weg! “Misschien hebben we het straks allemaal wel mis!” is de conclusie van de Alexandrijnse ‘Bijbelgeleerden’. Dat is de ernst van deze tijd, dat is de ernst van de afval, die de Heere in Zijn Woord op zovele plaatsen beschrijft. Daarnaast zijn er nog mensen die de Bijbelse studiemethoden gebruiken (Schrift met Schrift vergelijken, niet toevoegen, niet afdoen, het Woord recht snijden/verdelen), die het Woord in alle zwakheid en afhankelijkheid proberen te bewaren (!), en dat is juist hetgeen waar het Woord van God ons op verschillende plaatsen toe oproept. Deze mensen vallen dus niet onder de Alexandrijnse cultus!


Verschillende ‘Theologieën’ tegen Gods Woord?

We begonnen met het voorbeeld, waarin de evangelist stelde dat al die verschillen tussen verschillende geloofsrichtingen er niet toe zouden doen. Maar waar het om gaat is Gods Woord! Het gaat niet om onze visies, maar om wat het Woord van God ervan zegt! En dan zegt men: “Jullie zijn Evangelisch of Baptist, maar dat wil niet zeggen dat andere geloofsrichtingen tegen Gods Woord zijn.” Natuurlijk denken Evangelischen over een aantal zaken anders als Reformatoren. Ook binnen deze en andere geloofsrichtingen ontstaan tradities, en dat is op grond van Gods Woord dus niet goed! Maar het gaat er toch niet om dat wij Evangelisch zijn, Baptist, Rooms-katholiek, Reformatorisch, Pinkster, Hervormd, Gereformeerd of noem maar een richting op. Het gaat erom dat wij door de Geest ingedoopt worden in het Lichaam van Christus (1 Kor. 12 : 13), het gaat erom dat mensen wederom geboren worden! Dan pas is iemand gered. Nu, daar waar al de ‘kerkelijke theologieën’ mensen verhinderen om wederom geboren te worden, zijn zij tegen God en Zijn Woord. Door uitverkiezingsleer (Calvinisme), door een andere visie op Israël (Protestantisme en Rooms-katholicisme), waardoor kleine kinderen gedoopt worden en men aanneemt dat ze daardoor in Gods Verbond zijn, kan het zijn dat mensen niet wederom geboren worden! Door een andere visie op het oordeel en het Duizendjarig Vrederijk (Protestanten, Katholieken, maar ook Evangelischen(!)), zijn mensen niet gericht op de Opname en verwachten de Vredevorst (Koninkrijksvisie), en wanneer zij door die andere misstanden niet wederom geboren zijn, blijven zij bij de Opname achter (zij zijn immers geen deel van het Lichaam van Christus) en velen zullen buigen voor de valse vredevorst, de antichrist! Dat is de ernst van Theologieën die wel gebruik maken van Gods Woord, maar die Gods Woord niet letterlijk nemen (de Gemeente is niet Israël bijvoorbeeld)! Deze Theologieën met hun bijbehorende denominaties (de systemen) zijn dus wel degelijk tegen Gods Woord! Natuurlijk zijn er in die kringen ook behouden mensen, want een ieder die is ingedoopt in het Lichaam, door de wedergeboorte, is behouden (Geloof uit hart)! Maar het gaat hier om de systemen die mensen verhinderen in te gaan in het Koninkrijk Gods. En dat is exact wat de Farizeeën ook deden: “Wee u, gij wetgeleerden, want gij hebt de sleutel der kennis weggenomen; gijzelf zijt niet ingegaan, en die ingingen, hebt gij verhinderd” (Luk. 11 : 52).


Het belang van de grondtekst overschat!

De Alexandrijnse cultus wordt echter niet alleen bepaald door het gebruik van de verkeerde, vervalste manuscripten. Heel populair zijn de zogenaamde woordstudies. Men zoekt een woord uit een tekst in de Griekse of Hebreeuwse ‘grondtekst’, en kijkt naar de letterlijke betekenissen (meervoud) van het woord. Men kan dan vaak vele kanten op, en men vergeet dan wel eens in de Bijbel naar vergelijk-teksten te zoeken, waardoor de Bijbel als het ware zelf de betekenis van een woord aangeeft! Met andere woorden: de Heere geeft vaak Zelf een definitie (Schrift-met-Schrift vergelijken)! Een voorbeeld is het woord ‘engel’. Het woord dat daarvoor in de grondtalen staat betekent letterlijk ‘boodschapper’. Nu, in de meeste commentaren staat vervolgens dat een engel een boodschapper is! De meeste evangelisten leggen vervolgens ook uit dat een engel een boodschapper is! Dat zegt immers ‘de grondtaal’! Maar door Schrift met Schrift (de Bijbelse methode!) te vergelijken, vinden we in Hebreeën 1 : 14, waar het over engelen gaat (zie vers 13), het volgende: “Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om degenen, die de zaligheid beërven zullen.” Engelen zijn dus dienende geesten, volgens de Heere Zelf! ‘Dienende geesten’ is een veel ruimer begrip, dan het begrip ‘boodschappers’. Een boodschap overbrengen is dienen, maar het vervoeren van een ziel (Luk. 16 : 22) is ook dienen! Zo zijn er in de Bijbel vele andere taken voor engelen weggelegd. U ziet dat u de juiste betekenis van het woord vindt door Schrift met Schrift te vergelijken, en niet door een zogenaamde woordstudie in de zogenaamde grondtaal. Zie voor een ander voorbeeld de studie "Is het nu "liefde" of "liefde"?"

Van een evangelist, die zelf op een Bijbelschool les geeft, hebben wij vernomen dat de bedelingen (Bijbelstudiemethode volgens 2 Tim. 2 : 15) al helemaal uit de tijd zijn! Dat blijkt dan ook uit de ‘Christelijke’ publicaties die tegenwoordig verschijnen. Terwijl het een methode is die God Zelf geeft! Wanneer we de bedelingen (en de verbonden) uit het oog gaan verliezen, ontstaat er allerlei dwaalleer, zoals bijvoorbeeld de Charismatische en kerkelijke Koninkrijksvisie!

Tegenwoordig heeft men helaas afgerekend met de methoden die God in Zijn Woord gegeven heeft, met methoden die dus door de Heilige Geest Zelf gegeven zijn, en men heeft daartegenover eigen studiemethoden ontwikkeld. Deze eigen studiemethoden lopen dus naast het Woord van God, en grijpen ook nog eens terug op vervalste manuscripten. Hoe verwacht men dan nog dat de Heilige Geest leiding neemt bij het doen van Bijbelstudie? Hoe verwacht men nog licht te krijgen op Gods Woord? Wanneer anderen dan getuigen van de Openbaringen die te vinden zijn in het Woord van God, worden zij vervolgens beschuldigd van hoogmoed! De Alexandrijnse Cultus is dus wel degelijk een cultus! En zoals we zien, is de Alexandrijnse Cultus hard aan het werk. We hebben gezien dat er verband is tussen de visie die men heeft over de nieuwe vertalingen, en de eigen methoden die men tegenwoordig heeft voor het doen van Bijbelstudie, wat vervolgens leidt tot een enorme afval van het geloof in deze tijd (2 Thess. 2 : 3). Dit is geen verzinsel, maar realiteit. Een trieste ontwikkeling, want GOD HEEFT ONS ZIJN GEÏNSPIREERDE WOORD GEGEVEN, ZIJN OPENBARINGEN AAN MENSENKINDEREN, aldus 2 Tim. 3 : 16! De Heere heeft Zijn Woord voor ons bewaard in de Reformatie-tekst.



[1] ‘The Traditional Text of the Holy Gospels’, John William Burgon, Dean Burgon Society Press, Collingswood, New Jersey, blz 12. En:
‘Let’s Weigh the Evidence, Which Bible is the Real Word of God?’ Barry Burton, Chick Publications, Chino USA, 1983, blz. 58.
[2] ‘The Revision Revised, A Refutation of Westcott and Hort’s False Greek Text and Theory, A Defense of the Authorized Version’, Dean John William Burgon, Dean Burgon Society Press, Collinswood, New Jersey, blz. 21.
[3] Idem, blz. 11, 12.
[4] Op de pagina ‘Tekstvergelijkingen: Vergelijk en zie’ heeft u kunnen zien dat verschillende verwijzingen in de nieuwe vertalingen naar het Duizendjarig Vrederijk en de Rechterstoel van Christus zijn weggehaald of veranderd. Alhoewel bijvoorbeeld de Reformatoren niet in een komend Duizendjarig Vrederijk geloven, staat dit wel, inclusief de verwijzingen erna, in de Reformatie-Bijbel! Hetzelfde geldt voor de Rechterstoel van Christus. Hoe komt dat? Door de intentie van het letterlijk vertalen en het gebruik maken van de betrouwbare Textus Receptus, die gebaseerd is op de Byzantijnse meerderheidstekst! Wij maken geen reclame voor de Reformatie-Bijbel vanwege de Reformatoren en hun leiders, maar vanwege de belofte van God om Zijn Woord te bewaren! De Reformatie-Bijbel is ontstaan door de breuk met Rome! Het Rome dat in deze tijd weer terugkomt (Openb. 17). Op grond van 2 Tim. 3 : 16 mogen wij weten in het bezit te zijn van HET GEÏNSPIREERDE WOORD VAN GOD, zoals Hij het voor ons bewaard heeft in die Reformatie-Bijbels!