De Rooms-katholieke Middeleeuwen
De brief aan Thyatire (Openb. 2 : 18 - 29)
Inleiding
In de studie "Keizer Constantijn: over vermenging van staat en kerk" hebben we gezien dat de eerste, zogenaamd christelijke, keizer zich weliswaar tot het Christendom bekeerde, maar dat hij absoluut niet wederomgeboren was. Deze keizer stond aan het begin van wat we nu als de Rooms-katholieke Kerk kennen. Hij maakte van deze kerk een staatsgodsdienst, waardoor de kerk zich vestigde in de wereld, en waardoor het Christelijk geloof zich vermengde met allerlei heidense rituelen. Hierbij kunnen we denken aan de verering van het kruis, de centrale plaats van beelden en heiligen, en de viering van het kerstfeest. Daar waar de kerk zich in de wereld vestigt, ontstaat de lering van Balaäm, het hoereren en het eten van afgodenoffer (de eucharistie), en worden Bijbelgelovigen de dood ingejaagd! Dit alles blijkt eens te meer uit de volgende kerkelijke periode, de periode van Thyatire, die loopt van ca. 500 tot ca. 1520 na Chr. Over deze periode vinden we geschreven in Openb. 2 : 18 – 29.
Thyatire was een werkelijk bestaande kleine stad in Klein-Azië (het tegewoordige Turkije). Deze stad stond bekend als garnizoenstad van het Romeinse leger en als handelsstad. De naam Thyatire betekent ‘geur van droefenis’, of ‘een verdorven geur’. De Heere laat in Zijn Woord zien dat er al heel vroeg gelovigen in deze stad waren. In Hand. 16 : 14 en 15 kunt u lezen over Lydia, een purperverkoopster, afkomstig uit de stad Thyatira, die tot geloof komt en zich met haar hele huis laat dopen.
De ‘Duistere Eeuwen’
Met Thyatire komen we bij de periode in de geschiedenis van de grote macht van de Rooms-katholieke Kerk van 500 tot 1500 na Chr. Het is niet te verwonderen dat deze periode van de Middeleeuwen in het Engels ook wel ‘Dark Ages’, of ‘Duistere Eeuwen’ genoemd wordt. Het is niet toevallig dat deze periode in de Bijbel beschreven wordt door de gemeente van Thyatire, wat dus ‘een verdorven geur’ of ‘geur van droefenis’ betekent. Terwijl er een kerk was, die de goedkeuring had van de staat, ja, die in feite een staatskerk was, en die opgezet was met een besturing als van een staat, werden mensen, die zich werkelijk aan de Heere Jezus hadden gegeven, vervolgd: het Lichaam van de Heere Jezus werd vervolgd. Het is de periode van de kruistochten (1000 – 1200 na Chr.). Het is de periode waarin de kerk als absolute waarheid leert dat kinderen door waterdoop behouden kunnen worden. Het is de periode waarin Maria-aanbidding ontstond. Allemaal ON-BIJBELS!
De laatste werken
In Openb. 2 : 19 staat geschreven: “Ik weet uw werken, en liefde, en dienst, en geloof, en uw lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer zijn dan de eerste”. De Heere doorziet alles. Zo mag ook uit dit vers blijken. Thyatire wordt onder Bijbeluitleggers nogal eens geprezen, vanwege het feit dat zij naar buiten toe een wonderbare en actieve gemeente is. Waarom? Omdat dit vers zegt: “en dat de laatste meer zijn dan de eerste”. De laatste werken zijn MEER. Maar daar staat niet dat de laatste werken BETER zijn. Als we dan nog denken aan het feit dat de Heere de gemeente te Efeze vermaande dat zij de eerste liefde verlaten hadden (Openb. 2 : 4), dan geeft dat een andere weergave van die “laatste werken”. Zo roept de Heere de gemeente te Efeze op tot bekering, en daarbij zegt Hij: “en doe de eerste werken” (Openb. 2 : 5). Die eerste, zuivere liefde is gekoppeld aan de eerste werken. Dat de laatste werken MEER zijn, zegt dus niets positiefs over de gemeente te Thyatire. Thyatire richt zich niet op de eerste werken, maar op de laatste werken. Zij is afgedwaald van de waarheid. En juist díe werken nemen toe in aantal!
Ook blijkt hier uit dat WERKEN een zeer centrale rol spelen bij de gemeente Thyatire. Maar werken speelden ook een zeer centrale rol in Thyatire als “kerk”periode. Het Rooms-katholieke systeem was (en is) een systeem van GOEDE WERKEN doen: Door goede werken kon (en kan) je hopen op een plaatsje bij God in de hemel. Terwijl het behoud volgens Gods Woord een GENADEGIFT is IN JEZUS CHRISTUS.
De vrouw Jezabel
Vervolgens lezen we in Openb. 2 : 20 waarom deze kerk de Heere zowel inwendig (de eerste liefde) als uitwendig (de eerste werken) heeft verlaten: “Maar ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij de vrouw Jezabel, die van zichzelf zegt, dat zij een profetes is, laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer eten”. De oorzaak is een vrouw. Deze vrouw wordt in de historische gemeente, de gemeente in de geschiedenis, Jezabel genoemd. En iedereen, die de Bijbel een beetje kent, weet precies waar dit naar verwijst. Het is een verwijzing naar Izébel uit het boek Koningen. Izébel de profetes, de vrouw van koning Achab, was een religieus leidster. Izébel diende Baäl door de Babylonische Baälverering. De Babylonische Baälverering, inclusief de verering van de ‘Melecheth des hemels’, of, zoals de King James 1611 zegt: ‘de koningin des hemels’, en alle heidense toestanden erop en eraan.
Nimrod, Semiramis en Tammuz
De vrouw van Thyatire leert de mensen verkeerde dingen. En wanneer we de passage in het Oude Testament over Izébel opzoeken, dan begrijpen we wat haar leer is. Rome, als religie van de antichrist (Openb. 17 en 18), is in feite de Babylonische afgodendienst, die onder de volken onder verschillende namen bekend is geworden. Het ontstaan ligt bij Nimrod, zijn vrouw Semiramis en hun zoon Tammuz [1]. Het was Nimrod (Gen. 10 : 8 – 10a) die Babel bouwde: “En Kusch gewon Nimrod; deze begon geweldig te zijn op de aarde. Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN; daarom wordt gezegd: Gelijk Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN. En het beginsel van zijn rijk was Babel, …”. Babel, dat onder andere in het Oude Testament bekend is geworden van de torenbouw van Babel (Genesis 11). Zijn naam, Nimrod, betekent: Rebel of opstandeling. En het “hij was een geweldig jager voor het aangezicht des Heeren” (Gen. 10 : 9), moeten we dan ook zien in het licht van Openb. 6 : 2: de ruiter op het witte paard met de boog, de antichrist. Nimrod overwon (TIJDELIJK) en bouwde de eerste Verenigde Naties die de wereld gekend heeft met de toren van Babel als middelpunt! Nimrod kwam voort uit Cham (Gen. 9 : 25 – 27, 10 : 6 en 8)! Nimrods naam blijkt in de geschiedenis met varianten bekend te zijn. Deze Nimrod zou van zijn vrouw Semiramis een zoon gekregen hebben: Tammuz. Deze drie personen spelen in het heidendom een zeer belangrijke rol. Het zijn Semiramis en Tammuz, waar de moeder-kind verering onder vele volken vandaan is gekomen, en die uiteindelijk is overgenomen door de Rooms-katholieke Kerk. Vandaar dat de Rooms-katholieke Kerk tegenwoordig een vrouw, Maria, vereert. Het komt regelrecht uit het heidendom, en is terug te voeren op Nimrod en zijn vrouw Semiramis. De Bijbel leert GEEN moeder-kindverering. Rome staat op één voet met de wereldreligies. Hun oorsprong is Babel.
Babylonische Baälverering in het Oude Testament
Wanneer Jakob zijn zonen zegent, dan maakt hij een aantal vergelijkingen. Onder andere wordt Juda vergeleken met een leeuwenwelp (Gen. 49 : 9), en in de context zien we dan ook een profetie over de Heere Jezus (Gen. 49 : 10). Het is dan ook de Heere Jezus Die “de Leeuw, Die uit de stam van Juda is, de Wortel Davids” genoemd wordt (Openb. 5 : 5). Bij de stam Dan lezen we iets opmerkelijks. In Gen. 49 : 17 staat: “Dan zal een slang zijn aan de weg, een adderslang naast het pad, bijtende de verzenen van het paard, dat zijn rijder achterover valt”. Dan wordt vergeleken met een slang! Maar dat is niet het enige. Dan wordt in de Schrift tevens vergeleken met een leeuwenwelp! In Deut. 33 : 22 vinden we: “En van Dan zeide hij: Dan is een jonge leeuw; hij zal als uit Bazan te voorschijn springen”. De Heere Jezus wordt vergeleken met een leeuw, maar de stam Dan wordt niet alleen vergeleken met een leeuw, maar tevens met een slang. Het is bekend wie in de Bijbel tevens deze twee vergelijkingen draagt, dat is de vijand van God: de duivel. In Genesis 3 vindt u de slang die Eva verleidt. In 1 Petr. 5 : 8 vindt u de tegenstander, die rondgaat als een briesende leeuw. De stam Dan is een type van de vijand van God! Misschien zegt u: “Is dat niet een al te stellige uitspraak?”
Wanneer we naar de geschiedenis van de stam Dan kijken, dan vinden we daar een aantal opmerkelijke dingen die het bovenstaande bevestigen. Onder de wet was de stam der Levieten apart gezet (zie bijv. Num. 3). Zij waren er voor de dienst in het huis Gods. De priesters waren dan ook uit de Levieten. In Richteren 17 vinden we een man van het gebergte Efraïm, Micha, die een eigen godshuis ging bouwen, compleet met afgodsbeeld (Richt. 17 : 4, 5). Hij ging er een eigen priester op na houden (Richt. 17 : 7, 10). Deze priester diende niet in de tabernakel, maar in een eigen heiligdom waar een afgodsbeeld stond! Deze priester bewilligde daarin (Richt. 17 : 11). In Richteren 18 zien we dat de stam Dan deze priester van Micha afnam. Allereerst namen ze zijn afgodsbeelden weg (Richt 18 : 17), en vervolgens zijn priester. In Richt. 18 : 19 lezen we: “En zij zeiden tot hem: Zwijg, leg uw hand op uw mond, en ga met ons, en wees ons tot een vader en tot een priester! Is het beter, dat gij een priester zijt voor het huis van één man, of dat gij een priester zijt voor een stam en een geslacht in Israël”. De priester vond het geweldig en ging met hen mee. Zo werd er een afgodsprietser in de stam Dan aangesteld. Tevens ziet u in dit vers dat deze priester VADER genoemd werd. Zoals de afgodsreligies op deze wereld priesters hebben die VADER genoemd worden, zo heeft ook Rome priesters die VADER genoemd worden. En dat terwijl Matth. 23 : 9 zegt: “En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want Eén is uw Vader, namelijk, Die in de hemelen is”. De Paus zelf wordt wel ALLERHEILIGSTE VADER genoemd (dit is zijn aanspreektitel). Het is pure godslastering die voortkomt uit de verering van afgoden, die voortkomt uit Babylon! Deze ‘vader’ gebruikt afgodsbeelden als middel van de verering. In Richt. 18 : 20 lezen we: “Toen werd het hart van de priester vrolijk; en hij nam de efod, en de terafim, en het gesneden beeld, en hij kwam in het midden van het volk”.
Maar dan houden de verwijzingen niet op. In Richt. 18 : 28 lezen we dat de stam Dan zich vestigde in een stad in de buurt van Sidon en Tyrus, de belangrijkste steden aan de Fenicische kust. “En er was niemand, die hen verloste; want het was ver van Sidon, en zij hadden niets met enig mens te doen; en het lag in het dal, dat bij Beth-Rechob is. Daarna herbouwden zij de stad, en woonden daarin.” In vers 30 en 31 leest u vervolgens dat Dan in totale afvalligheid aan de Heere leefde, tot het moment dat Israël weggevoerd werd in Ballingschap. Het is de stam van Dan die in het noorden leefde, in de buurt van Sidon, waar de Feniciërs leefden, en die zich vermengden met de heidenen, en die zich inlieten met priesters die zich ‘vader’ noemden, en die afgodsbeelden gebruikten. Het is Sidon, waar de nakomelingen van Cham zich onder andere ook vestigden. In Gen. 10 : 19 leest u: “En het gebied der Kanaänieten was van Sidon, daar gij gaat naar Gerar tot Gaza toe; daar gij gaat naar Sodom en Gomorra, en Adama, en Zeboïm, tot Lasa toe”.
Daar komt ook de Baäl-verering vandaan! In 1 Kon. 16 : 29 – 33 staat geschreven dat Achab aan de macht kwam, en met de dochter van de koning van de Sidoniërs trouwde. En dan komen we Izébel tegen! In vers 31 staat: “En het geschiedde (was het een lichte zaak, dat hij wandelde in de zonden van Jerobeam, de zoon van Nebat?), dat hij nog tot vrouw nam Izébel, de dochter van Eth-Baäl, de koning der Sidoniërs, en heenging, en Baäl diende, en zich voor hem boog”. Achab diende Baäl, de afgod van de Sidoniërs.
Baäl, de Zonnegod
In 1 Koningen 18 staat de geschiedenis beschreven van Elia en de profeten van Baäl op de Karmel. Baäl stond bekend als de Zonnegod, en het is dan ook niet vreemd dat Elia liet bidden om vuur voor het offer, om op die manier de ware God te bewijzen. Zij vereerden het vuur van de zon, zij vereerden de zonnegod, op zijn dag – zondag (1 Kon. 18 : 24 – 25). In eerste instantie duurde de verering van de morgen tot op de middag (1 Kon. 18 : 26). Zo vinden we de Rooms-katholieke eredienst op zondag van 10.00 tot 11.00 of van 11.00 tot 12.00 uur. Hebben dan de Zevende Dag Adventisten toch gelijk, wanneer zij stellen dat het houden van diensten op de zondag Rooms-katholiek is? NEE! Want de discipelen kwamen samen op de eerste dag van de week! Maar het is geen wonder dat de Rooms-katholieke Kerk, die zoveel heidense elementen heeft overgenomen, op de eerste dag van de week hun eredienst hebben, want de heidenen kenden diezelfde dag!
Zelfkastijding is ook iets wat bij Rome bekend is. In 1 Kon. 18 : 28 staat: “En zij riepen met luider stem, en zij sneden zichzelf met messen en met priemen, naar hun gewoonte, totdat zij bloed over zich uitstortten”. Deze ‘vaders’ pijnigden hun eigen lichaam om iets van God gedaan te krijgen! WERKEN.
Baäl en de kerstboom
Hoe vereert men Baäl de zonnegod nog meer? Door Kerstfeest! 25 december was bij de oude heidense volken al een lichtfeest, het feest van de onoverwinnelijke zon! Wanneer we dan Jeremia 10 : 1 – 5 opzoeken, dan lezen we daar iets wat ons bekend moet voorkomen. “Hoort het woord, dat de HEERE tot u spreekt, o huis Israels! Zo zegt de HEERE: Leert de weg der heidenen niet, en ontzet u niet voor de tekenen des hemels, omdat de heidenen zich ervoor ontzetten. Want de inzettingen der volken zijn ijdelheid; want het is hout, dat men uit het woud gehouwen heeft, een werk van de handen van de werkmeester met de bijl. Men pronkt het op met zilver en met goud; zij hechten ze met nagelen en met hamers, opdat het niet waggelt. Zij zijn gelijk een palmboom van dicht werk, maar kunnen niet spreken; zij moeten gedragen worden, want zij kunnen niet gaan; vreest niet voor hen, want zij kunnen geen kwaad doen, ook is er geen goeddoen bij hen”. Zelfs de kerstboom vinden we in de Bijbel! En we zien hoe de Heere hier laat zien dat de kerstboom van vroeger uit een heidens aanbiddingsmiddel was!
De Koningin des hemels
In Jer. 44 vinden we nog een eigenschap van de heidense godsdiensten, van de Babylonische godsdiensten. Jer. 44 : 17 – 19 en 25 zeggen: “Maar wij zullen voorzeker doen al hetgeen uit onze mond is uitgegaan, rokende aan Melécheth des hemels (AV1611: Koningin des hemels), en haar drankoffers offerende, zoals wij gedaan hebben, wij en onze vaders, onze koningen en onze vorsten, in de steden van Juda en in de straten van Jeruzalem; toen werden wij met brood verzadigd, en waren vrolijk, en zagen geen kwaad. Maar van toen af, dat wij opgehouden hebben aan Melécheth des hemels te roken, en haar drankoffers te offeren, hebben wij aan alles gebrek gehad, en zijn door het zwaard en door de honger verteerd. Ook wanneer wij aan Melécheth des hemels roken en haar drankoffers offeren, maken wij voor haar koeken met een afbeelding, om haar af te beelden, en offeren wij haar drankoffers, zonder onze mannen? (…) Zo spreekt de HEERE der heerscharen, de God Israëls, zeggende: Aangaande u en uw vrouwen, zij hebben toch met uw mond gesproken, en gij hebt het met uw handen vervuld, zeggende: Wij zullen onze geloften, die wij beloofd hebben, voorzeker houden, rokende aan Melécheth des hemels, en haar drankoffers offerende; nu, zij hebben uw geloften volkomen bevestigd en uw geloften volkomen gehouden”. DE KONINGIN DES HEMELS. Bij de oude heidense volken komen we haar tegen: Astarte, Venus, Diana, of zoals Rome een vrouw vergoddelijkt heeft: Maria. De verering van Maria komt dus bij de heidenvolken vandaan:
“De Egyptische godin Isis werd dikwijls afgebeeld als staande op de wassende maan met sterren rondom haar hoofd. In bijna elke Rooms-katholieke Kerk in Europa kun je afbeeldingen vinden van Maria, die precies zo zijn! Bijgaande illustratie (die werd aangetroffen in de Official Baltimore Catechism) laat Maria zien met twaalf sterren in een cirkel om haar hoofd en de wassende maan onder haar voeten! De leiders tijdens de tijd van afval ondernamen een poging om Maria zoveel mogelijk te doen lijken op de godin van het heidendom en haar te verheffen tot een goddelijk niveau, opdat zij zou kunnen concurreren met de heidense moeder. En precies zoals de heidenen beelden maakten van de godin, werden er beelden opgericht van “Maria”. In sommige gevallen werden precies dezelfde beelden die waren vereerd als Isis (met haar kind), heel eenvoudig voorzien van de naam “Maria en het Christuskind”...” [2].
En zo zien we hoe de Fenicische Baälverering, de Babylonische godsdienst, wordt gekenmerkt door de verering van de KONINGIN DES HEMELS, hoe zij afkomstig is uit Noord-Afrika en Babel, door de zonen van Cham! Deze godsdienst kent priesters, die zich ‘vader’ noemen, die op zondagmorgen offeren (vgl. eucharistie-viering), met een koek met een afbeelding erop (vgl. Rome [3]), en die het lichtfeest vieren. De heidense religie van de oude volken wordt zo beschreven in Gods Woord, en we zien dat Rome er een letterlijke kopie van is. En dit alles vinden we wanneer we wat meer in de Bijbel opzoeken over Izébel en haar afkomst!
Izébel laat hoereren en afgodenoffer eten
Izébel brengt exact in de praktijk wat Bileam Balak aangeraden heeft, zoals we in de studie over Keizer Constantijn gezien hebben: “Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer eten” (Openb. 2 : 20). Het was deze heidense godsdienst, in de gedaante van de Rooms-katholieke Kerk, die, notabene onder de naam van het Christendom, geheerst heeft van 500 tot 1500 na Chr!
Europa geteisterd door een pest-epidimie
In Openb. 2 : 23 staat geschreven: “En haar kinderen zal Ik door de dood ombrengen; en al de gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek. En Ik zal u geven een ieder naar uw werken”. Europa wordt tussen 1300 en 1400 na Chr., temidden van alle afgoderij, getroffen door een enorme pest-epidemie, verspreid vanuit Azië! De zwarte dood!
Volgens Openb. 2 : 21 heeft Rome tijd gehad om zich te bekeren. Maar dat heeft zij niet gedaan. In Openb. 2 : 22 zie je dat mensen die met haar hoereren in dezelfde problemen komen als de Roomse kerk. Wanneer we dan denken aan de eindtijd, waar de Bijbel in Openb. 17 en 18 spreekt over de grote hoer, dan waarschuwt de Bijbel de mensen in die tijd met Openb. 18 : 4: “En ik hoorde een andere stem uit de hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt”. Alhoewel Gods Toorn nog niet over deze aarde gaat, dat komt nog in de Grote Verdrukking, mag deze waarschuwing ook nu al klinken. Je hoort nog wel eens mensen zeggen: ‘Ach, ik blijf nog maar in die Roomse kerk’, vaak onder het mom van: ‘als getuigenis voor anderen’. Maar de Bijbel zegt: ‘Gaat uit van haar’. In een plaats waar heidense rituelen hoogtij vieren hoort een wederom geboren Christen niet thuis!
Is Babylon hetzelfde als Rome?
In Openbaring 17 zien we in vers 5 geschreven staan: “En op haar hoofd was een naam geschreven, namelijk Verborgenheid; het grote Babylon, de moeder der hoererijen en der gruwelen der aarde”. Het betreft de “moeder der hoererijen”, welke “het grote Babylon” genoemd wordt. Het is dus een vrouw, die symbool staat voor een stad. In Openb. 17 : 18 lezen we daarover: “En de vrouw, die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde”. Het gaat dus om Babylon! Maar hoe komen we er dan bij, om, wanneer we over dit gedeelte spreken, altijd te spreken over Rome? Het is niet voor niets dat we in deze studie reeds gezien hebben dat de Rooms-katholieke religie hetzelfde is als de Babylonische religie. De Rooms-kathiolieke religie verenigt of vermengt de oude heidense religies met het zogenaamde Christendom! En dat is heel wat anders dan bekering, waar de Bijbel over spreekt. Vandaar ook dat Openb. 17 spreekt over “de grote hoer” (Openb. 17 : 1) en “de moeder der hoererijen”. De Rooms-katholieke religie bestaat volgens Gods Woord, net als de Babylonische religie, uit een geestelijk “hoereren” en uit “afgodenoffer eten” (Openb. 2 : 20). Het is dit Babylonische Rome wat we dan ook herkennen in de tekst van Openb. 17. In Openb. 17 : 4 lezen we: “En de vrouw was bekleed met met purper en scharlaken, en versierd met goud, en kostbaar gesteente, en paarlen, en had in haar hand een gouden drinkbeker, vol van gruwelen, en van onreinheid van haar hoererij”. In deze tekst vinden we heel duidelijk de pracht en praal van Rome beschreven. Veel woorden zijn hier niet voor nodig om dit uit te leggen. Het is volledig in tegenstelling tot de eenvoudige vissers, die Jezus vroeg om Hem te volgen, en het feit dat Jezus zei dat Hij niets had, waar Hij Zijn hoofd kon neerleggen (Matth. 8 : 20). Tevens vinden we de “gouden drinkbeker” van de eucharistieviering, waarin, door magische transsubstantiatie, wijn zou veranderen in het letterlijke bloed van Jezus De “gouden drinkbeker”, waarbij men het afgodenoffer van de hostie eet.
Het is niet verwonderlijk dat we in Openb. 17 : 9 lezen: “Hier is het verstand, dat wijsheid heeft. De zeven hoofden zijn zeven bergen, op welke de vrouw zit”. Volgens dit vers zit de vrouw, staat de stad Rome, op zeven bergen. Wanneer we in een encyclopedie zoeken naar Rome, dan vinden we o.a.:
“Op de oostelijke oever van de Tiber ligt de stad op de ‘zeven heuvels van Rome, …’” [4].
Rome en de vlag van Europa
Rome, met al de pracht en praal, met de gouden drinkbeker, is gebouwd op zeven heuvelen. We lezen het in de Bijbel, we kunnen het zo terugvinden in een encyclopedie! En het is dit Rome, waarvan Openb. 17 : 18 zegt: “En de vrouw, die gij gezien hebt, is de grote stad, die het koninkrijk heeft over de koningen der aarde”. In de vorm van het Romeinse Keizerrijk had Rome grote macht in de wereld, maar óók door de Rooms-katholieke Kerk heeft Rome grote macht over de koningen der aarde. Dat was in de Middeleeuwen zo, maar dat is nu nog steeds zo. Wanneer men het in het nieuws over het Christendom heeft, dan heeft men het in de meeste gevallen over de Rooms-katholieke Kerk. Het is die kerk, die dan ook altijd in het nieuws komt, wanneer daar ontwikkelingen zijn. De paus ontvangt geregeld wereldleiders op audiëntie, maar gaat ook geregeld zelf op staatsbezoek. We moeten niet vergeten dat de Europese vlag, het blauw met de twaalf gouden sterren, gebaseerd is op de Wonderbaarlijke Medaille. Deze Wonderbaarlijke Medaille heeft een beeltenis van Maria. Deze beeltenis zou door Maria zelf zijn opgedragen aan een zieneres, Catharina Labouré. Zie de afbeelding. Op 8 december 1955, op nota bene voor Rooms-katholieken het hoogfeest van de "Onbevlekte Ontvangenis", werd de vlag door de Raad van Europa aanvaard [5]! Over de politieke invloed van Rome in het moderne Europa gesproken…
Rome en de Christenvervolgingen in de Middeleeuwen
De Bijbel laat dus heel duidelijk zien dat we met Rome te maken hebben met “de moeder der hoererijen”! In Openb. 18 kun je lezen van haar ondergang. Maar het is wel dit Rome dat door de wereld geaccepteerd wordt als de Christelijke Kerk! Het wordt nog erger wanneer we de vele boeken over kerkgeschiedenis opslaan. De opkomst en heerschappij van Rome wordt in de meeste boeken ten volle beschreven. Men gaat er gewoon vanuit dat de beschrijving van deze kerk behoort tot de beschrijving van het Bijbelse Christendom. Zoals wij ondertussen weten, heeft de Rooms-katholieke Kerk niets te maken met Bijbels geloof, en al helemaal niets met de Gemeente van Jezus Christus! Ook in de Middeleeuwen waren er andere Christelijke groeperingen, die wel de Bijbel lazen, en die daardoor de leer van Rome niet accepteerden! Als gevolg daarvan werden zij door Kerk en staat (het Rooms-katholicisme was immers staatsgodsdienst) vervolgd. Het trieste is dat dit over het algemeen Bijbelgelovende Christenen waren, maar in onze boeken over kerkgeschiedenis worden zij, veelal in navolging van Rome, ‘ketters’ genoemd! In ‘De Atlas van de Bijbel en de geschiedenis van het Christendom’ van uitgeverij Jongbloed vinden we uitgebreid bedevaartstochten, het ontstaan van monniken, de Rooms-katholieke zendingsreizen, de klooster-hervormingen en de kruistochten tijdens de Middeleeuwen beschreven. Maar over andersdenkenden vinden we slechts één bladzijde, en daar worden zij beschreven als ketters die door Rome bestreden werden. We lezen:
‘Deze groep werd bekend onder de naam Waldenzen. Hun afwijzing van geestelijke autoriteit leidde ertoe dat zij al in 1200 als ketters werden veroordeeld. De beweging groeide echter en tegen het einde van de dertiende eeuw had zij zich over een groot deel van Europa verspreid’ [6].
Ook wordt in de atlas heel kort gesproken over de bedreiging der Albigenzen en de kruistochten tegen hen.
Bijbelgelovende Christenen in de Middeleeuwen
Maar wie waren die andersdenkenden in de Middeleeuwen? Gelukkig zijn er enkele Bijbelgelovende Christenen die hier onderzoek naar hebben gedaan, waardoor, zij het in geringe mate, er best informatie beschikbaar is over deze mensen.
Vanaf ongeveer 650 na Chr. zijn de Paulicianen [7] bekend. Hun oorsprong ligt in Syrië, en zij verspreidden zich via Klein-Azië. Net zoals de Bijbelse verspreiding van het Evangelie plaatsvond vanuit Antiochië, via Klein-Azië (Hand. 11 : 26). Zij verwierpen de Rooms-katholieke hiërarchie, de Rooms-katholieke sacramenten, de verering van kruizen en andere voorwerpen. Zij werden bestempeld tot kertters en zwaar vervolgd. Onder deze zware vervolgingen verspreiden zij zich via Bulgarije en de Balkan, naar noord-Italië en Joegoslavië. Daar ontstonden groepen Christenen, die vervolgens weer Waldenzen en Albigenzen genoemd werden! In Italië werden de Paulicianen Katharen genoemd. Andere namen van groepen Christenen zijn bijvoorbeeld Vaudois en Bogomielen. Ondanks dat er tussen deze groepen best wel verschillen waren, hadden ze allemaal in ieder geval vijf overeenkomsten [8]:
- Zij geloofden allemaal dat de Bijbel alleen het hoogste gezag heeft, en niet de kerk.
- Zij besprenkelden of doopten geen baby’s.
- Zij geloofden niet dat de staat enige inmenging in of invloed op de kerk behoorde te hebben.
- Zij baden niet tot heiligen of voor de doden.
- Zij verwierpen de Rooms-katholieke mis.
Daarnaast leerden velen van hen, op grond van de Bijbel, dat de paus de antichrist was en dat de Rooms-kathoieke Kerk de hoer van Openbaring 17 was [9]. Dit werd in de Middeleeuwen alreeds aan de hand van Gods Woord verkondigd!
In een geloofsbelijdenis van de Waldenzen uit ca. 1150 na Chr. lezen we:
‘In geloofszaken heeft de Heilige Schrift het hoogste gezag (…); wat niet overeenkomt met het Woord van God, moet verworpen en vermeden worden. (…) Het lezen en de kennis van de Heilige Schrift is toegestaan, en is nodig, voor alle mensen, zowel voor de geestelijken als voor de gewone mens; de geschriften van de profeten en de apostelen zijn belangrijker om te lezen dan de commentaren van mensen. Er zijn twee sacramenten van de kerk van Christus, de doop en des Heeren Avondmaal. (…) De mis is onheilig, en de mis voor de doden is waanzin. Het vagevuur is een uitvinding van mensen, want zij die geloven gaan het eeuwige leven in, en zij die niet geloven komen in de eeuwige verdoemenis. Het vereren van dode heiligen is afgoderij. De kerk van Rome is de hoer van Babylon. Wij moeten de paus en de bisschoppen niet gehoorzamen, want zij zijn de wolven van de Gemeente van Christus. (…) Het celibaat is een menselijke uitvinding en produceert onreinheid. (…) het duidelijk tegenhouden van het onderwijzen en leren van het Woord zijn duivelse uitvindingen’ [10].
In een andere geloofsbelijdenis van de Waldenzen uit 1544 na Chr. lezen we:
‘Wij geloven dat in de inzetting van de doop het water het zichtbare en uiterlijke teken is, wat Gods onzichtbare operatie in ons vertegenwoordigt, namelijk de vernieuwing van onze geest, en het sterven van onze leden door het geloof van Jezus Christus’ [11].
Dit waren dan ook de enige echte redenen waarom deze mensen werden vervolgd. Soms werden zij gedwongen een kruis te vereren of deel te nemen aan de eucharistie. Deden zij dat niet dan werden ze gemarteld; oren, neuzen en lippen werden afgesneden, of ze werden op andere manieren opengesneden, verdronken, gekruisigd, opgehangen, levend verbrand, onthoofd, levend begraven, etc. Er zijn 1.000.000 Waldenzen in Frankrijk om het leven gebracht, 36.000 Christenen in Nederland, 150.000 zijn ter dood veroordeeld door de Spaanse inquisitie, 900.000 Bijbelgelovende Christenen zijn gedood door de Jezuïeten orde. Er zijn aantallen bekend die oplopen tot 50.000.000 moorden die gepleegd zijn van ca. 325 tot 1870 na Chr. [12]. En dat buiten de gevoerde veldslagen om!
"Dronken van het bloed der heiligen"
Zo wordt Rome ook duidelijk herkend in Openb. 17 : 6, waar staat geschreven: “En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen, en van het bloed der getuigen van Jezus. En ik verwonderde mij, toen ik haar zag, met grote verwondering”. Waarom verwonderde Johannes zich? Niet omdat het Romeinse Keizerrijk Christenen vervolgde! Johannes was zelf verbannen op Patmos vanwege de verkondiging van het Woord en zijn getuigenis van Jezus Christus (Openb. 1 : 9). Johannes verwonderde zich, omdat hij zag, dat in de Naam van God mensen vervolgd werden door een kerk, de grote hoer, die zich ‘Christelijk’ noemde! Rome is “dronken van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus”! Dat was in het verleden zo, maar Openbaring gaat over de Grote Verdrukking. Dus dat zal in de toekomst nog net zo zijn. Als we dan bedenken dat de Protestanten en Evangelischen tegenwoordig toenadering zoeken tot Rome, ja, zelfs met haar samenwerken, als we dan bedenken dat de Christen Unie een wereld-terroristentribunaal bepleit [13], als we dan bedenken dat er nu al mensen zijn die de lijn doortrekken van Islamfundamentalisme/terrorisme naar Christenfundalisme, dan zien we hoe in deze tijd zaken voorbereid worden voor de komst van de grote leider, de antichrist, nota bene met de Christen Unie als voorloper [14]!
Gods Boodschap ging verder, ondanks de vervolgingen
In deze tijd zien we enkele mannen optreden, die eigenlijk de basis hebben gelegd voor de volgende periode in de kerkgeschiedenis: de Reformatie. Twee van hen zijn John Wycliffe (ca. 1324 – 1384 na Chr.) en John Huss (ca. 1369 – 1415 na Chr.).
John Wycliffe werd in Engeland geboren, en werd ook wel ‘de Morgenster van de Reformatie’ genoemd. In 1374 na Chr. kreeg hij een doctors titel in de theologie. Al gauw werd hij echter zeer uitgesproken in zijn veroordeling van het Rooms-katholicisme. Ook Wycliffe leerde dat de paus de antichrist was, dat zijn dienaren, dienaren van de duivel waren en tevens veroordeelde ook hij de eucharistie-viering van de mis van de Rooms-katholieke Kerk. Hij nam de Bijbel letterlijk, en geloofde dat de Bijbel het absolute en hoogste gezag was. De Bijbel was de gehele waarheid, die iedere Christen, niet alleen kerkleiders, zou moeten bestuderen. Ook verwierp hij de kinderdoop, Maria- en heiligenverering, etc. In feite was hij een Bijbelgelovende Baptist! Wycliffe had de Bijbel in het Engels vertaald [15]. De paus veroordeelde al Wycliffes werken, inclusief zijn vertaling. De mensen werden verboden om deze te lezen. In 1415 na Chr. werd zelfs bevolen zijn boeken te verbranden. Wycliffe zelf stierf tijdens een kerkdienst, zijn overblijfselen werden later opgegraven en alsnog verbrand! Zijn volgelingen, Lollards genoemd, verspreiden zich over Engeland en Europa, en verkondigden het Woord als straatpredikers. Een aantal van hen is levend verbrand. [16]
John Huss werd in ca. 1369 na Chr. geboren, hij werd universitair docent theologie in Praag. In 1401 na Chr. werd hij priester. Huss vertaalde de geschriften van Wycliffe, en werd daardoor prompt tot ketter bestempeld door de Rooms-katholieke Kerk. Hij werd geëxcommuniceerd door de paus, maar hij bleef prediken en schrijven. In 1414 na Chr. moest hij terecht staan, maar ondanks dat men hem een vrijgeleide gaf, werd hij gearresteerd, in de gevangenis geworpen, snel berecht en in 1415 na Chr. werd hij levend verbrand. Ook Huss ageerde tegen de mis en de eucharistie-viering en tegen de onfeilbaarheid van de paus. Tevens beweerde Huss dat de ware Kerk gebouwd is op Jezus Christus de Rots, en niet op Petrus! Dat alles werd zijn dood. [17]
Zo zien we opnieuw hoe Rome dronken is “van het bloed der heiligen en van het bloed der getuigen van Jezus” (Openb. 17 : 6). Maar ondanks dat waren er ook in deze periode van de geschiedenis mensen die volhardden, In deze periode gaven er al mensen gehoor aan de oproep van Openb. 18 : 4: “Gaat uit van haar, mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt”. Zo zegt Openb. 2 : 24 – 25 het volgende: “Doch Ik zeg u, en tot de anderen, die te Thyatire zijn, zovelen als er deze leer niet hebben, en die de diepten des satans niet gekend hebben, gelijk zij zeggen: Ik zal u geen andere last opleggen; Maar hetgeen gij hebt, houdt dat, totdat Ik zal komen”. Het Evangelie verspreidde zich ondanks de vervolgingen!
[1] ‘The Two Babylons, or the Papal Worship Proved to be the Worship of Nimrod and his Wife’, Rev. Alexander Hislop, Loizeaux Brothers, Neptune, New Jersey, USA, 1916, 1959, blz. 19 - 22.
[2] ‘De Mysterie Godsdienst van Babylon, verleden en heden’, R. Woodrow, Stichting Moria, Hilversum, 1991, blz. 21, 22.
[3] Idem, blz. 150.
[4] ‘Encarta, Encyclopedie 2000, Winkler-Prins’, Microsoft Corporation/Elsevier, 1993 – 1999. Zie onder ‘Rome’.
[5] ‘Europese vlag’, RKK.nl, Bron: http://www.rkk.nl/abc/detail_objectID593049.html.
[6] ‘De Atlas van de Bijbel en de geschiedenis van het Christendom’, Tim Dowley en Peter Wyart, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 1997, blz. 104.
[7] De Paulicianen worden veelal in verbinding gebracht met de Mancheïsten. Alhoewel deze Mancheïsten Bijbelgetrouwer waren dan de Rooms-katholieken, hebben de Paulicianen van het begin af aan bepaalde filosofische speculaties van de Mancheïsten verworpen, en hebben aangegeven niet met Mani’s gehele leer geassocieerd te willen worden (‘The History of the New Testament Church’, Volume 1, Peter S. Ruckman, 1982, blz. 226).
[8] ‘The History of the New Testament Church,’ Peter S. Ruckman, Ph.D., Bible Baptist Bookstore, Pensacola, USA, 1982, 1989, blz. 269, 270.
[9] Idem, blz. 281.
[10] ‘The History Of The Christian Church, from the birth of Christ to the 18th Century: including the very interesting account of the Waldenses and Albigenses’, William Jones, 1812, 1826, 2000, Chapter 5, Section 3.
[11] Idem.
[12] ‘The History of the New Testament Church,’ Peter S. Ruckman, Ph.D., Bible Baptist Bookstore, Pensacola, USA, 1982, 1989, blz. 277.
[13] Bron: Metro, ma. 29-10-2007.
[14] Tijdens het schrijven van deze studie zat de Christen Unie in de regering, in het kabinet Balkenende IV (2007 - 2010).
[15] Deze vertaling was vanuit het Latijn. Wycliffe wordt nogal eens verweten de Roomse Vulgaat gebruikt te hebben. Echter er was een herziening nodig door John Purvey om de vertaling van Wycliffe op één lijn te brengen met de Roomse Vulgaat. Wycliffe had klaarblijkelijk de beschikking over de oude Latijnse bijbels en sommige oude Latijnse handschriften, die duidelijk niet dusdanig vervalst waren als de Roomse Vulgaat.
[16] ‘The History of the New Testament Church,’ Peter S. Ruckman, Ph.D., Bible Baptist Bookstore, Pensacola, USA, 1982, 1989, blz. 297 – 299.
[17] ‘The History of the New Testament Church,’ Peter S. Ruckman, Ph.D., Bible Baptist Bookstore, Pensacola, USA, 1982, 1989, blz. 299 – 300.