Bewijzen fossielen de evolutie-theorie?
Inleiding
Als je naar een natuurdocumantaire kijkt, is de kans groot dat je daar een aantal malen een verwijzing in hoort naar de evolutietheorie. Maar ook op school, in je opleiding krijg je te maken met evolutietheorie. Kort door de bocht beweert de evolutietheorie dat de aarde uit een grote knal, de oerknal ontstaan is. En dat het eerste leven een klein celletje was. Dat celletje is zich gaan ontwikkelen, daaruit zijn bijvoorbeeld vissen ontstaan, vissen hebben pootjes gekregen en zijn het land opgekropen, deze hebben zich verder ontwikkeld tot onder andere apen, en apen zijn rechtop gaan lopen en hebben zich ontwikkeld tot mensen. Deze ontwikkeling heeft een paar miljard jaren gekost, zegt men.
De Bijbel leert geen evolutie, geen langzame ontwikkeling. De Bijbel spreekt over het feit dat God de aarde geschapen heeft. God sprak en het was er (zie bijv. Gen. 1 : 11). Adam en Eva werden niet als baby geschapen, maar als volwassen man en vrouw (Gen. 1 : 26 - 28). De andere dieren werden als aparte soorten, ieder "naar zijn aard", geschapen (Gen. 1 : 21, 24, 25). Weliswaar werden de vissen en de vogels op de vijfde dag geschapen, en Adam en Eva op de zesde dag. Maar daar zat maar één dag tussen. Een dag van 24 uur, want God zegt in Gen.1 niet voor niets diverse keren: "Toen was het avond geweest en het was morgen geweest, de (zoveelste) dag" (zie bijvoorbeeld Gen. 1 : 23). De Bijbel spreekt dus over dagen van 24 uur! Wanneer je hier iets anders van maakt, wat je nog weleens hoort, lange periodes bijvoorbeeld, dan geloof je dus niet wat God heeft gezegd in Zijn Woord. De Bijbel spreekt over dagen van 24 uur, maar ook zien we dat alle vissen op dezelfde dag zijn geschapen. Maar ook zijn alle andere dieren (vee, wild, etc.) op dezelfde dag geschapen, en ook nogeens op dezelfde dag als de mens! Daar zit dus geen tijdspanne tussen. Het heeft allemaal niet zo lang geduurd als de evolutietheorie beweert.
Helaas zien we tegenwoordig zelfs op "Christelijke" scholen en bij andere "Christelijke" organisaties dat men de evolutietheorie leert of brengt. Dat is een trieste zaak. Want het gaat regelrecht tegen het Woord van God in. En ja, misschien dat het vanwege exameneisen verplicht is, maar Gods Woord er tegenover stellen, en laten zien dat de evolutietheorie niet kan, en Gods Woord juist wel, dat is toch een mogelijkheid die Christelijke scholen zouden moeten aangrijpen. Maar het gebeurt steeds minder. Men gaat er steeds meer vanuit dat evolutie een feit is. En dat is triest. Want het is namelijk geen feit!
Evolutie wordt vaak gebracht alsof het feit zou zijn. Maar het is geen feit, geen waarheid. En dat is aan te tonen. Zelfs Darwin wist dat er een heel groot hiaat in zijn theorie zat, daar zullen we verderop in deze studie nog op terugkomen. In andere studies hebben we ook wel aandacht besteed aan de evolutietheorie. In de studie "Het bestaan van God" hebben we gezien dat alleen leven leven kan voortbrengen. In de studie "De Bijbel: een bijzonder Boek!" hebben we aan de hand van de twee hoofdwetten van de thermodynamica, de natuurwetten zelf(!), gezien dat evolutie onmogelijk is. Deze wetten tonen aan dat iets niet spontaan kan ontstaan, maar ook dat een systeem dat aan zichzelf overgelaten wordt, vervalt tot wanorde. Met andere woorden: er ontstaat niet steeds iets beters, zoals de evolutietheorie in de kern wel beweert. En daarmee is, door de wetenschap zelf, de hele basis van de evolutietheorie onderuit gehaald. En het mooie is, dat deze wetten aansluiten bij wat Gods Woord ons laat zien: God heeft alles geschapen (dus niets spontaans) en sinds de zondeval is er afbraak, totdat de Heere de nieuwe hemel en de nieuwe aarde gaat geven! In deze studie willen we met name stilstaan bij fossielen die gevonden worden. Want fossielen bewijzen toch dat er wel evolutie is?
Fossielen
Evolutie beweert dat verschillende vormen van leven door middel van tussenvormen uit elkaar zijn ontstaan. En daarom neemt men ook aan dat dat hele proces miljoenen tot miljarden jaren geduurd heeft. Maar vandaag de dag zien wij geen evolutie, wij zien ook geen tussenvormen. En daarom is de hoop van evolutionisten gevestigd op de fossielen die men vindt. Fossielen zijn overblijfselen van levende wezens, van zowel planten als dieren, of van hun sporen. Ze worden gevonden in gesteentelagen in sedimentaire rotsen.
Hoe bepaalt men de ouderdom?
Door alle gesteentelagen komen fossielen voor van vormen van leven die er nog steeds zijn. En dat gaat zelfs om grote aantallen. De gesteentelagen werden in de 19e eeuw al ingedeeld op basis van het aantal fossielen waarvan de soorten nu nog leven. Hoe minder er daarvan aanwezig waren, hoe ouder men de laag dateerde. De radiometrische datering van gesteentelagen, waarmee men vaak wil aangeven dat men de ouderdom wetenschappelijk vaststelt, bestond in die tijd nog niet. Deze methode wordt nu toegepast om toch de ouderdom te bevestigen. En dat kun je doen door slechts enkele monsters te gebruiken die de theorie wel enigszins bevestigen [1]. De rest van de monsters, die de theorie niet ondersteunen, worden als materiaal buitengesloten. Dit is overigens een heel wetenschappelijke(!) methode om statistisch zogenaamd goede resultaten te krijgen.
Darwin wist al dat er geen overgangsvormen waren...
Darwin zelf wist in 1859 dat de fossielen het sterkste bewijs waren tegen zijn evolutietheorie: ze toonden namelijk geen overgangsvormen aan. Hij heeft gezegd:
“… overgangsvormen? Geologie geeft in het geheel geen langzame organische veranderingen aan, en dit is waarschijnlijk de meest duidelijke en ernstige tegenwerping die tegen de evolutietheorie geuit kan worden” [2].
Darwin ging ervan uit dat die bewijzen nog wel gevonden zouden worden… Maar de situatie is dat we nu zo’n 150 jaar verder zijn, en dat er honderden miljoenen fossielen gevonden zijn waar onze museums mee gevuld zijn. Maar er zijn geen overgangsvormen gevonden. Er zijn zelfs professoren die dat toegeven [3].
De Coelacanthus
Men vindt alleen soorten waarvan ook vandaag de dag vertegenwoordigers voorkomen en enkele uitgestorven soorten. Maar uitgestorven soorten bewijzen geen evolutie. Vaak neemt men gevonden resten van dinosauriërs als voorbeeld om evolutie te bewijzen. Maar ook daar geldt: uitsterven is geen bewijs van evolutie. Waar zijn de overgangsvormen? Ze zijn er niet! Ook niet onder de fossielen! Ook vandaag de dag maakt men zich druk over diersoorten die uitsterven, maar als er werkelijk evolutie zou zijn, waarom zou men zich daar dan druk over maken? Zo dacht men ooit een overgangsvorm van 70 – 220 miljoen jaar geleden gevonden te hebben: de Coelacanthus. Maar in 1938 en 1952 is deze levend aangetroffen in de zee bij Madagaskar. Het bleek een gewone vis te zijn [4].
De trilobiet
Stel er was evolutie. Dan zou je in de oudste laag verwachten de fossielen aan te treffen van de meest eenvoudige dieren. Maar naast het feit dat men daar vertegenwoordigers tegenkomt van hedendaags nog levende soorten, ziet men ook dat daar de trilobiet voorkomt. De trilobiet was weliswaar een klein diertje, maar zeer hoog ontwikkeld [5]. Tevens heeft men met de trilobiet ook voetafdrukken van mensen gevonden, waardoor bleek dat deze beestjes lang zo oud niet waren als men dacht [6]. En zo zien we dat ook op andere vlakken de fossielen aantonen dat evolutie niet heeft plaatsgevonden.
Fossielen bewijzen de Bijbelse geschiedenis!
Maar sterker nog, ook de fossielen bevestigen Gods Woord. Wanneer een dier sterft dan vergaat het normaal gesproken en wordt er geen fossiel gevormd. Maar door de zondvloed, beschreven in Gen. 7 en 8, ging er heel snel zeer veel water over de aarde waardoor kiezelstenen, grind, klei en zand sedimenteerden in opeenvolgende lagen en die het dieren- en plantenleven bedekten. Onder geweldige druk ontstonden zo de sedimentaire gesteentelagen, met daarin de fossielen. En daar hebben we de reden waarom fossielen alleen in die sedimentaire lagen voorkomen. Toen de zondvloed kwam werden eerst de langzame dieren bedekt. De anderen, de wat grotere en snellere dieren, konden vluchten. Zij werden later bedekt. En zo vinden we in de laagste gesteentelagen de langzaamst bewegende dieren, en in de hogere gesteentelagen de sneller bewegende dieren. Daar komt bij dat men fossielen heeft gevonden van dieren die geen tijd hadden om hun maaltijd af te maken. Bijvoorbeeld van een vis die zijn prooi, een andere vis, nog in de bek heeft [7]. Ook dit bewijst geen miljoenen jaren durend proces, maar eerder een catastrofe als de zondvloed. Dit laat opnieuw zien dat de Bijbel, het Woord van God, de waarheid zegt met de geschiedenis van de zondvloed. De feiten sluiten hier gewoon op aan [8]. De aardlagen en de fossielen zijn dus niet in miljoenen of miljarden jaren ontstaan, maar slechts in een betrekkelijk korte tijd.
Zo zijn er meer feiten te noemen, die aansluiten bij het getuigenis van Gods Woord. Wat te denken van de fossiele massagraven die op vele plaatsen zijn gevonden? Zijn deze planten en dieren allemaal bij elkaar gaan liggen en op een natuurlijk wijze gestorven? Of verklaart dit dat ze door een vloed overvallen zijn, of door een vloed bij elkaar gespoeld zijn [9]? Je ziet dat evolutie hier geen verklaring voor kan geven. Maar Gods Woord wel! Zo komen we in diverse bronnen ook gefossiliseerde resten van bomen tegen, die dwars door verschillende aardlagen heen steken. Als dit in miljoenen jaren ontstaan zou zijn, was de boom verrot geweest, en had deze nooit door verschillende lagen heen kunnen steken [10]. Een verklaring die wel kan, is de verklaring van Gods Woord, een catastrofe zoals de zondvloed, die ervoor zorgt dat rondom een boomstam zoveel sedimenteert, dat er onder hoge druk verschillende lagen ontstaan met daarin een fossiel van een boom…
Maar als de Bijbel dan gelijk heeft, waarom worden er dan geen menselijke fossielen of fossielen van de grotere zoogdieren gevonden in de lagere aardlagen? Zij zijn voor het wassende water gevlucht naar de dichtstbijzijnde heuvel- en of bergtoppen. Daar zijn ze verdronken. Maar hun lichamen zijn vergaan, omdat ze niet plotseling door aardlagen bedekt zijn. Daarnaast heeft men resten van versteende pootafdrukken gevonden, die richting de top van heuvels en bergen lopen. Een bewijs van vluchtend leven voor het opkomende water [11]. Er valt nog veel meer te zeggen over fossielen, maar voor deze studie laten we het hierbij.
Tot slot
De mens uit de wereld, de mens die niet in God gelooft, ontkent natuurlijk ten stelligste dat God bestaat. Dat is ook de reden van het ontstaan van bijvoorbeeld de evolutietheorie, en ook de reden waarom deze officieel door de wetenschap erkend wordt. De Bijbel zegt in Psalm 14 : 1: “… De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. ...”. De evolutietheorie is één van de tactieken van de duivel om mensen een reden te geven om niet in God te geloven. Maar zoals je ziet, deze theorie is een leugen. Zelfs op grond van Darwins eigen geschrift moet de theorie naar het rijk der fabelen verwezen worden.
De feiten passen binnen Gods Woord. En dat is geen wonder, want Gods Woord is de waarheid (Joh. 17 : 17).
"Hoe zoet zijn Uw redenen mijn gehemelte geweest, meer dan honing mijn mond! Uit Uw bevelen krijg ik verstand; daarom haat ik alle leugenpaden" (Psalm 119 : 103, 104).
[1] ‘Fossils & Strata’, uit ‘Evolution Handbook’, Vance Ferrell, Chapter 12a, bron: http://evolutionfacts.com/Evolution-handbook/E-H-12a.htm.
[2] ‘The Origin of Species’, Charles Darwin, 1859, bron: http://www.talkorigins.org/faqs/origin/chapter9.html.
[3] ‘Fossils & Strata’, uit ‘Evolution Handbook’, Vance Ferrell, Chapter 12a, bron: http://evolutionfacts.com/Evolution-handbook/E-H-12a.htm.
[4] ‘Evolutie , een ei zonder kip’, drs. Ben Hobrink, Gideon,1985, blz. 39, 40.
[5] ‘Fossils & Strata’, uit ‘Evolution Handbook’, Vance Ferrell, Chapter 12a, bron: http://evolutionfacts.com/Evolution-handbook/E-H-12a.htm.
[6] ‘Evolutie , een ei zonder kip’, drs. Ben Hobrink, Gideon,1985, blz. 49.
[7] ‘Evolutie , een ei zonder kip’, drs. Ben Hobrink, Gideon,1985, blz. 101.
[8] ‘Fossils & Strata’, uit ‘Evolution Handbook’, Vance Ferrell, Chapter 12a, bron: http://evolutionfacts.com/Evolution-handbook/E-H-12a.htm.
[9] ‘Evolutie, Een ei zonde kip’, drs. Ben Hobrink, Gideon, Hoornaar, 1985, blz. 100.
[10] ‘Polystrate this and polystrate that’, Jake Doberenz, The Creation Club, 23 augustus 2014, bron: http://thecreationclub.com/polystrate-this-and-polystrate-that/.
[11] ‘Evolutie, Een ei zonde kip’, drs. Ben Hobrink, Gideon, Hoornaar, 1985, blz. 101.