Het boek "Henoch"



Inleiding: er is een strijd gaande!

De Heere God heeft Zijn Woord aan de mensen gegeven, en de duivel probeert de mensen dat Woord op allerlei manieren afhandig te maken. Dat begon reeds in de hof van Eden, toen hij twijfel zaaide over het Woord dat de Heere tegen Eva gesproken had. De slang zei tegen Eva: “Is het ook, dat God gezegd heeft…?” (Gen. 3 : 1). Er wordt een vraagteken geplaatst bij wat God zei, en tegelijkertijd wordt hetgeen God zei enigszins veranderd. God gaf de mens juist ALLE boom om te eten, behalve die ene boom (Gen. 2 : 16 en 17)! Wanneer de duivel in staat is om Gods Woord te veranderen in een leugen, dan kan hij de mensheid sturen waarheen hij wil. En daar is hij meer dan ooit mee bezig, om uiteindelijk zichzelf te laten aanbidden (2 Thess. 2 : 4). De Heere Jezus laat zien dat Hij de goede Herder is (Joh. 10 : 11), maar de Bijbel spreekt ook over de nietige herder, de verlater der kudde (Zach. 11 : 15 – 17), die maar op één ding uit is: de dood van de mens en de gelovige (Joh. 8 : 44). Iedereen die niet via de Heere Jezus de stal van de schapen binnengaat, is volgens Gods Woord “een dief en moordenaar” (Joh. 10 : 1). En het doel van hen wordt duidelijk in Joh. 10 : 10, waar geschreven staat: “De dief komt niet, dan opdat hij stele, en slachte, en verderve; Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben”. En hoe kun je met name de gelovige beter pakken, dan door hen het Woord van God afhandig te maken?


Taktiek: Gods Woord veranderen

Hiervoor heeft de duivel, in navolging van zijn taktiek in Gen. 3 : 1, geprobeerd Gods Woord te veranderen. Zoals bijvoorbeeld staat geschreven in 2 Petr. 3 : 16: “Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende, in welke sommige dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste mensen verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun verderf” (zie  ook Rom. 1 : 25). De nieuwe vertalingen maken van “veranderen” (gebaseerd op Rom. 1 : 25) vaak “inwisselen”. Maar de Heere God heeft in deze verzen niet zo zeer willen waarschuwen tegen mensen die de waarheid inwisselen voor de leugen, wat ook erg is natuurlijk, maar wel tegen mensen die de waarheid hebben veranderd in de leugen, die de Schriften hebben verdraaid tot leugen. Het onderscheid tussen wit en zwart is vaak nog wel duidelijk, maar daar waar het wit een klein beetje grijs vertoont, daar wordt het vaak moeilijker te onderscheiden. En zo zijn mensen beetje bij beetje over te halen om de leugen te gaan volgen. En dat zien we in de vertalingenkwestie. De Schriftkritiek begon met een NBG-'51 en Groot Nieuws. Vertalingen waarin, door te spelen met woorden, en ondertussen ook andere bronnen uit het Egyptische Alexandrië te kiezen, Gods Woord veranderd werd. Toen kwam de NBV, waarin bij het vertalen van de valse bronnen grote vrijheden geoorloofd werden. Toen kwam de BGT, waarin men niet vertaalde, maar waarin men de uitleg van de vertaler vanuit de valse bronnen opschreef! En zo zien we dat men “het Woord” heeft wegvertaald, en dat men niet gelooft dat Jezus Christus God is [1]! De Schriftkritiek is gebaseerd op wat de Griekse filosofen schreven, en niet op een uitleg van Gods Woord [2]. En zo eindigt de Schriftkritiek in onze dagen bij ongeloof en afgoderij! In de “NBV-Studiebijbel” zagen we als voorbeeld dat men beweert dat God voortkomt uit het polytheïsme en eigenlijk een lagere God is die alle macht heeft opgeëist [3]!


Nog een taktiek: introduceren van verloren gewaande boeken

Maar het veranderen van Gods Woord is voor de duivel nog niet genoeg. Een andere manier om vraagtekens bij Gods Woord te plaatsen, is het introduceren van “nieuwe”, zo genoemde “verloren boeken” van de Bijbel om de mensen in verwarring te brengen. Een voorbeeld is  het “Evangelie van Judas” [4]. Judas zou de Heere Jezus niet zo zeer verraden hebben, volgens dit geschrift, maar eerder een heldenrol vervuld hebben. Dit geschrift behoort echter tot de pure gnostiek, en had als doel om de opstanding van de Heere Jezus te ontkennen, een gebeurtenis waar de Gnostiek niet in gelooft. Door dit geschrift als een oud Christelijk geschrift neer te zetten, probeert de duivel twijfel en verwarring te zaaien.


Het apocriefe boek “Henoch”

En zo is er de laatste jaren veel aandacht geweest voor een ander apocrief boek, een boek dat niet tot de canon van Gods Woord behoort. Een boek dat dus niet geïnspireerd is door de Heilige Geest. Maar waarvan men vandaag de dag zegt dat het heel waardevol is, en eigenlijk tot de “verloren boeken” behoort, waarvan sommigen zeggen dat het weldegelijk geïnspireerd is en tot Gods Woord behoort. Het gaat om het boek “Henoch”.

De site “Cutting Egde” heeft er (helaas) een hele tijd reclame voor gemaakt [5]. Alhoewel men op andere plaatsen schrijft dat het boek “Henoch” niet onfeilbaar is zoals het Woord van God Zelf [6], zegt men wel dat het boek “Henoch” “een schat” is, “misschien verborgen voor deze laatste dagen”. Zo schrijft een andere site:

“Ik zou gaan schrijven over misleiding. En tijdens dit onderzoek bracht God mij dit boek van Henoch onder ogen. Hij liet me het lezen en onderzoeken, zonder dat ik wist waartoe dit alles zou leiden. Doorgaans houd ik mij wat afzijdig ten aanzien van apocriefe boeken, maar kon door Gods hulp mijn vooroordelen aan de kant zetten en dit boek bestuderen en toetsen aan het Woord van God. (…) Het boek van Henoch wordt heden ten dage als apocrief gezien. Apostelen kenden deze boeken en leerden en citeerden daaruit in hun eigen brieven / boeken. (…) Als je wilt weten of de boeken van Henoch bruikbaar zijn voor je geloofsleven en Goddelijk geïnspireerd zijn, dan is het logisch om naar zijn leven te kijken en dat te plaatsen voor wat God belangrijk vindt. (…) Ik kan dus gerust stellen dat God hem zeer bijzonder vond. Daarbij is het heel belangrijk te onderschrijven wat God belangrijk vindt en niet dat wat wij voor God zo belangrijk vinden” [7].

Eigenlijk is de redenatie dat God Henoch bijzonder vond, en dat wij God niet kunnen voorschrijven wat Hij belangrijk zou moeten vinden. Natuurlijk is dit waar. Maar… gezien de eerdere opmerking: “of de boeken van Henoch (…) Goddelijk geïnspireerd zijn, dan is het logisch om naar zijn leven te kijken en dat te plaatsen voor wat God belangrijk vindt”, is de conclusie van deze auteur waarschijnlijk dat het boek “Henoch” inderdaad geïnspireerd is. Maar dat zou inhouden dat dit boek ook tot de canon van de Schrift zou moeten behoren…


Is “Henoch” onderdeel van Gods Woord?

Het boek “Henoch” is met name onder grote groepen Christenen die de Heere Jezus verwachten met open armen ontvangen. Maar komt dit boek zoveel positieve aandacht toe? Natuurlijk staan er in het boek “Henoch” Bijbelse termen, en komt men dus allerlei dingen tegen, die men ook in de Bijbel vindt. Maar is dit boek een stukje aanvulling op Gods openbaring? Is dit boek missschien wel een stukje van Gods Woord?

Om te beoordelen of we te maken hebben met het Woord van God, moeten we toetsen aan Gods Woord! Dat is wat de Bijbel ons leert. Dat de Bijbel geïnpireerd  is door de Heere (2 Tim. 3 : 16), blijkt uit het feit dat alle menselijke schrijvers, die de Heere gebruikt heeft om Zijn Woord aan ons te openbaren, ondanks de verschillende boeken en brieven, één verhaal geven over de geschiedenis. Ze spreken elkaar niet tegen, maar ze bevestigen elkaar en vullen elkaar aan. Zo kan het zijn dat Mozes in Genesis mag aankondigen dat er uit het “zaad van de vrouw” Iemand geboren gaat worden die het zaad van de slang de kop zal vermorzelen (Gen. 3 : 15). Zo vult Jesaja aan dat een maagd zwanger zal worden (Jes. 7 : 14). Zowel bijvoorbeeld Samuël als Jesaja laten zien dat de Messias uit het geslacht van koning David geboren zal worden (2 Sam. 7 : 16; Jes. 11 : 1; Jes. 16 : 5) en de profeet Micha laat zien dat dat in Bethelehem zal gaan gebeuren (Micha 5 : 1). Het Nieuwe Testament laat zien dat al die profetieën letterlijk uitgekomen zijn. Het Woord van God is de Waarheid. Toen de Heere Jezus na Zijn dood en Opstanding de Emmaüsgangers probeerde uit te leggen, dat alles wat er met Hem gebeurd was, daadwerkelijk moest gebeuren, dat het Gods Plan was, deed Hij dat aan de hand van de Schriften. In Luk. 24 : 27 lezen we dan ook: “En begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde Hij hun uit, in al de Schriften, hetgeen van Hem geschreven was”. De Heere Jezus laat het ons al zien, en het is dan ook niet voor niets dat we ook verder in het Nieuwe Testament lezen dat we moeten toetsen aan Gods Woord. In Hand. 17 : 11 lezen we: “En dezen waren edeler, dan die te Thessalonica waren, als die het woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren”.

Laten we die toets dan eens loslaten op de tekst van het boek “Henoch”!


"Henoch" over engelen en gevallen engelen

In “Henoch” vinden we beschreven hoe de gevallen engelen contact hadden met de dochters der mensen, waaruit een reuzengeslacht ontstond. Dit vinden we ook in de Bijbel (Gen. 6; Judas 6; 2 Petr. 2 : 4). Maar “Henoch” komt met veel meer details over bijvoorbeeld de engelen en de gevallen engelen. Gods Woord noemt slechts van twee engelen een naam. De ene is Gabriël, die gezonden wordt naar Zacharias en Maria om de geboortes van Johannes en de Heere Jezus aan te kondigen (Luk. 1 : 19 en 26). De andere is Michaël, die archangel (of aartsengel) genoemd wordt. In Judas 9 lezen we: “Maar Michaël, de archangel, toen hij met de duivel twistte, en handelde van het lichaam van Mozes, durfde geen oordeel van lastering tegen hem voortbrengen, maar zeide: De Heere bestraffe u”. En waarom is hij de archangel? Omdat hij het hoofd van al de engelen is. In Openb. 12 : 7 lezen we: “En er werd krijg in de hemel: Michaël en zijn engelen krijgden tegen de draak, en de draak krijgde ook en zijn engelen”. Zoals de Bijbel spreekt over “de duivel [= de draak] en zijn engelen” (Matth. 25 : 41), zo spreekt de Bijbel dus ook over “Michaël en zijn engelen”. Michaël is dus het hoofd van de engelen. En juist hij wordt DE archangel genoemd! Wat we verder in de Bijbel lezen, is dat hij voor God staat voor het volk Israël (Dan. 12 : 1). Meer gegevens laat de Bijbel eigenlijk niet over deze twee engelen zien. Maar in Henoch 40 lezen we over vier archangelen(!): Michaël, Raphaël, Gabriël en Phanuël. Er zijn meerdere engelen in de Bijbel. Dat is één ding wat zeker is. Dat betekent dat al die engelen namen zouden kunnen hebben. Maar de Heere heeft ze ons niet geopenbaard! Maar “Henoch” spreekt over vier archangelen. En daar begint het… Er is volgens Gods Woord één leider van de engelen: de archangel Michaël. Gabriël wordt heel duidelijk als “een engel des Heeren” en als  “de engel” genoemd (Luk. 1 : 11, 28). Gabriël is volgens Gods Woord dus geen archangel! En dan komt het boek “Henoch” nog met twee aanvullende namen: Raphaël en Phanuël! Het geeft te denken wat de betrouwbaarheid van deze namen is…


Is Michaël de barmhartige?

Laten we eens kijken wat er over deze zogenaamde archangelen in het boek “Henoch” gezegd wordt:

“De Vier Archangelen

Hoofdstuk 40

1. En daarna zag ik duizenden van duizenden en tienduizend maal tienduizend, ik zag een menigte die niet te tellen was, die voor de Heer der Geesten stond. 2. En aan de vier zijden van de Heer der Geesten zag ik vier aanwezigheden, verschillend van hen die niet slapen, en ik leerde hun namen: want de engel die met mij ging maakte mij hun namen bekend, en liet me alle verborgen dingen zien.

3. En ik hoorde de stemmen van deze vier aanwezigheden wanneer zij lof voor de Heer der heerlijkheid uitten. 4. De eerste stem zegent de Heer der Geesten voor eeuwig en eeuwig. 5. En de tweede stem hoorde ik de Uitverkorene zegenen en de uitverkorenen die op de Heer der Geesten hangen. 6. En de derde stem hoorde ik bidden en bemiddelen voor degenen die op de aarde wonen en smeken in de naam van de Heer der Geesten. 7. En ik hoorde de vierde stem de satans afweren en hen verbieden om te komen voor de Heer der Geesten om hen die op de aarde wonen te beschuldigen. 8. Daarna vroeg ik de engel van de vrede die met mij ging, die mij alles wat verborgen is liet zien: 'Wie zijn deze vier aanwezigheden die ik heb gezien en wiens woorden ik heb gehoord en opgeschreven?' 9. En hij zei tegen mij: 'De eerste is Michaël, de barmhartige en lankmoedige; en de tweede, die

is gezet over alle ziekten en alle wonden van de kinderen van de mensen, is Raphaël; en de derde, die is gezet over alle machten, is Gabriël; en de vierde, die is gezet over de bekering tot hoop van degenen die het eeuwige leven erven, wordt genoemd Phanuël. ' En dit zijn de vier engelen van de Heer der Geesten en de vier stemmen die ik in die dagen hoorde” [8].

We zien hier dat de archangelen eigenschappen van God toegedicht krijgen. Van de zogenaamde eerste archangel, Michaël, staat in “Henoch” dat hij “de barmhartige en lankmoedige” is. Maar van God Zelf staat in de Bijbel geschreven: “Want de Heere, uw God, is een barmhartig God: Hij zal u niet verlaten, noch u verderven; en Hij zal het verbond van uw vaderen, dat Hij hun gezworen heeft, niet vergeten” (Deut. 4 : 31). En we lezen in Neh. 9 : 17: “...Doch Gij, een God van vergevingen, genadig en barmhartig, lankmoedig, en groot van weldadigheid, hebt hen evenwel niet verlaten”. We zien dat barhartigheid te maken heeft met vergeving en het niet verlaten. En daarom is de Heere ook in Zijn Zoon naar de aarde gekomen om voor de zonden van de mensen te sterven. Dat bracht verzoening met God. Maar ook werd Hij in alles Zijn broeders gelijk. Daardoor kan Hij een barmhartig Hogepriester zijn, zegt Gods Woord. In Hebr. 2 : 17 lezen we: “Waarom Hij in alles de broeders moest gelijk worden, opdat Hij een barmhartig en een getrouw Hogepriester zou zijn, in de dingen, die bij God te doen waren, om de zonden van het volk te verzoenen”. Weliswaar krijgen gelovigen de opdracht om “barmhartig te zijn, omdat hun Vader barmhartig is” (naar Luk. 6 : 36), maar dat maakt de gelovigen niet “DE BARMHARTIGE”, dat is God Zelf! Dat maakt ook engelen niet “DE BARMHARTIGE”. Zij voeren Gods opdrachten uit (Hebr. 1 : 14), maar de Heere is Degene Die vergeeft en genadig is! De  Michaël van “Henoch” is een andere dan de Bijbelse  Michaël!


Is Gabriël een middelaar?

Gabriël zou “bidden en bemiddelen voor degenen die op de aarde wonen en smeken in de naam van de Heer der Geesten”. Volgens het boek “Henoch” is er dus nog een middelaar voor mensen! En dan te bedenken dat 1 Tim. 2 : 5 en 6 zegt: “Want er is één God, er is ook één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus; Die Zichzelf gegeven heeft tot een losprijs voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd”. De Bijbel zegt dus dat er maar één Middelaar is tussen God en mensen! En dat is de Heere Jezus! Hoezo bemiddelt een archangel Gabriël voor de mensen op aarde? De Bijbel laat in de eerste plaats zien dat hij geen archangel is… en de taak, die het boek “Henoch” hem toebedeelt, is slechts aan Eén voorbehouden: de Heere Jezus Christus! In de Bijbel staat dat de Heere Jezus aan de rechterhand van de Vader voor ons bidt (Rom. 8 : 34), en als wij in ons gebed niet weten wat we zeggen moeten, dan is het de Heere Zelf, Die ons door Zijn Geest te hulp komt, omdat dan de Heilige Geest voor ons bidt (Rom. 8 : 26). Hier, in het boek “Henoch”, worden dus taken die volgens Gods Woord van de Heere Zelf zijn, bij Hem weggehaald, en neergelegd bij Zijn schepselen!


Een archangel die gaat over de bekering?

Maar dat is nog niet alles. Want wat wordt er over de zogenaamde vierde archangel, Phanuël, gezegd?  Hij “is gezet over de bekering tot hoop van degenen die het eeuwige leven erven”! Is ene Phanuël gezet over de bekering? Om degenen die het eeuwige leven erven hoop te geven? Want dat is wat er staat! Bepaalt Phanuël wie er behouden is en geeft hij daardoor de mensen hoop? Wanneer we 1 Petr. 1 : 18 – 21 lezen, dan moeten we tot een andere conclusie komen: “Wetende dat gij niet door vergankelijke dingen, zilver of goud, verlost zijt uit uw ijdele wandeling, die u van de vaderen overgeleverd is; Maar door het dierbaar bloed van Christus, als van een onbestraffelijk en onbevlekt Lam; Die wel voorgekend is geweest vóór de grondlegging der wereld, maar geopenbaard is in deze laatste tijden om uwentwil, Die door Hem gelooft in God, Die Hem opgewekt heeft uit de doden, en Hem heerlijkheid gegeven heeft, opdat uw geloof en hoop op God zijn zou”. Hier staat dat Jezus Christus ons door de verlossing van Zijn bloed hoop op God geeft! Daar heeft een engel of archangel geen enkele rol in. En het is Diezelfde Heere, Die Zijn Geest naar de aarde heeft gestuurd, om in de harten van de ongelovigen te werken. In Joh. 16 : 7 en 8 zegt de Heere Jezus over Gods Geest, over de Trooster, het volgende: “Doch Ik zeg u de waarheid: Het is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo zal de Trooster tot u niet komen; maar indien Ik heenga, zo zal Ik Hem tot u zenden. En Die gekomen zijnde, zal de wereld overtuigen van zonde, en van gerechtigheid, en van oordeel”. Engelen dienen God, maar het is God Zelf Die over de bekering gaat, en Die in mensen werkt om ze tot bekering te bewegen! Dat is geen taak van engelen!


“Henoch” spreekt Gods Woord tegen!

Alhoewel het voorgaande grotendeels een Nieuwtestamentische weerlegging is en “Henoch” een “Oudtestamentisch boek” is, zien we dat ook in het Oude Testament barmhartigheid, vergeving en hoop geven bij de Heere God horen en niet bij de engelen! Het Oude Testament is één geheel met het Nieuwe Testament. Het Nieuwe Testament spreekt het Oude Testament niet tegen, maar bevestigt het juist of laat een verdere ontwikkeling van Gods Plan zien!

En zo zien we in één hoofdstuk van het boek “Henoch” hoe dit boek Gods Woord tegenspreekt. Dit boek hoort geenszins thuis in de canon van de Schrift! Dit boek is geenszins geïnspireerd door Gods Geest! We zien hoe de auteur of de auteurs door toevoegen aan Gods Woord van zichzelf een leugenaar hebben gemaakt (Spr. 30 : 6).


De oorsprong van “Henoch”

Maar wat is dan de oorsprong van dit boek, wanneer is het exact ontstaan? De meningen zijn daarover verdeeld. Het gaat van mensen die zeggen dat het door Henoch zelf geschreven is, tot mensen die zeggen dat het is ontstaan van de 3e eeuw voor Christus tot de 1e/2e eeuw na Christus [9]. Feit is dat het boek in Ethiopië als geheel gevonden is, en dat de “Introductie”, die men bij de vertaling gevoegd heeft, zegt:

“Terugkerend naar de tweede eeuw van het Christendom, vinden we Irenæus en Clemens van Alexandrië die het boek van Henoch citeren zonder een vraagteken te plaatsen bij het heilige karakter ervan [10].

Er wordt vaak beweerd dat de eerste kerkvaders naar “Henoch” verwezen als een geïnspireerd geschrift. Maar wie waren deze kerkvaders? In het hiervoor genoemd citaat lezen we dan onder andere over Clemens van Alexandrië. Maar dit was de man die aan de Universiteit van Alexandrië leerde, en die in zijn dagen het meest beïnvloed was door de Griekse filosofie, en wel het meest door Plato en de Stoïcijnen. Tevens laten zijn werken zien dat hij bekend was met de Joodse esoterie en de gnostiek [11]. Eén van zijn leerlingen was Origenes, die aan deze Universiteit werkte aan de vermenging van de Schrift met de Griekse filosofie [12]. De bewerkte handschriften zijn bekend geworden als de Alexandrijnse handschriften en hebben geleid tot de Schriftkritiek en de nieuwe vertalingen! Het zijn deze Alexandrijnse handschriften die de apocriefe boeken bevatten [13]. We zien dus de link tussen het boek “Henoch” en de Alexandrijnse geschriften.


"Henoch" en de Dode Zeerollen

De link met de Alexandrijnse geschriften wordt eens te meer bevestigd, wanneer we beseffen dat grote delen van het boek “Henoch” ook gevonden zijn bij de Dode Zeerollen. En dat geeft weer een link met de Essenen, die daar een leefgemeenschap hadden.

Maar wie waren die Essenen ook alweer? Naar de Essenen wordt vaak verwezen als een Joodse sekte, waar alles draaide om de gemeenschap. Het was een soort kloostergemeenschap. Er waren verschillende groepen Essenen, onder sommige van hen waren het celibaat en ascese belangrijke kenmerken [14]. De Essenen worden in de Bijbel niet genoemd. Interessant wordt het wanneer we in de Engelse wikipedia het volgende over de Essenen geschreven vinden:

“Veel verschillende, maar wel aan elkaar verwante religieuze groepen uit die tijd, deelden gelijke mystieke, eschatologische, messiaanse en ascetische opvattingen. (...) Verder wasten de Essenen zich elke morgen ritueel in water, aten samen na het gebed, wijdden zich geheel aan liefdadigheid, verboden de uitdrukking van boosheid, studeerden de boeken van de oudsten, bewaarden geheimen en gedachten veel de namen van de engelen, die in hun gewijde geschriften bewaard werden” [15].

De Essenen waren Joden die gericht waren op de eindtijd. Echter... welke eindtijd? Zij hadden messiaanse verwachtingen, maar van welke messias? De Heere Jezus heeft niet voor niets gewaarschuwd tegen valse christussen en valse profeten (Matth. 24 : 24). Zo schrijft “Essenia Foundation” het volgende:

“Zij [de Essenen] waren niet gelimiteerd tot één religie, maar bestudeerden ze allen, om daar op die manier de grote wetenschappelijke principes uit te halen. Zij beschouwden elke religie als een ander stadium van een enkele openbaring. Zij hechtten groot belang aan de leringen van de oude Chaldeeën, van Zoroaster, van Hermes Trismegistus, tot de geheime instructies van Mozes en één van de meesters van het begin van hun orde, die technieken heeft doorgegeven die lijken op die van de Boeddhisten, en op de openbaring van Henoch. Zij bezaten een levende wetenschap van al deze openbaringen. Zo wisten zij te communiceren met engelenwezens, en hadden de vraag van de oorsprong van het kwaad op aarde opgelost” [16].

Zo leerden de Essenen onder andere dat “Meester Jezus” een Esseen was. Sommigen zeggen zelfs dat de Essenen leren dat “Meester Jezus” geen Jood was uit de familie van David, maar dat Hij afstamde van Zoroaster [17]. En zo hebben we een esoterische (geheime, occulte), mystieke gemeenschap die zich laat leiden door engelenwezens en die het bestaan van de Bijbelse Messias en Verlosser Jezus Christus loochent! En het is geen wonder dat het boek “Henoch”, het boek over de engelen met hun namen, bij deze gemeenschap gevonden is!


“Henoch” en de “Zoon des mensen”

Maar het boek “Henoch” bevat toch verwijzingen naar “de Zoon des mensen”? Het is toch een boek in het Oude Testament dat Gods geheim voor de wereld openbaart, namelijk het sturen van Zijn Zoon, zoals sommigen beweren [18]? Inderdaad komen de woorden “Zoon des mensen” in het boek “Henoch” voor, maar de naam “Zoon van God” komen we niet tegen! Laten we zo'n citaat bekijken in Henoch 48 : 1 – 3:

“1. En in die plaats zag ik de fontein van gerechtigheid
Die was onuitputtelijk :
En er rond om heen waren vele fonteinen van wijsheid ;

En al de dorstigen dronken daaruit,
En werden vervuld met wijsheid,
En hun woningen waren bij de rechtvaardigen en de heiligen en uitverkorenen.
2. En op dat uur werd die Zoon des mensen genoemd in de aanwezigheid van de Heer der Geesten,
En zijn naam voor de Hoofd van Dagen .

3. Ja, voordat de zon en de tekenen werden geschapen,
Voor de sterren van de hemel werden gemaakt ,
Werd Zijn naam genoemd voor de Heer der Geesten” [19].

Hier zien we dat weliswaar de “Zoon des mensen” genoemd wordt voor de schepping. Maar zijn naam werd genoemd “in aanwezigheid van de Heer der Geesten”! Maar Jezus Christus werd voor de schepping niet alleen genoemd, Hij was bij de Vader aanwezig, want Hij was God! In Joh. 1 : 1 lezen we: “In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God”! Jezus Christus noemt Zichzelf als volgt: “Ik ben de Alfa en de Oméga, het Begin en het Einde, zegt de Heere, Die is, en Die was, en Die komen zal, de Almachtige” (Openb. 1 : 8). Jezus Christus identificeert zich met God Zelf, want Hij was en is God! Hoezo werd Hij genoemd in aanwezigheid van de “Heer der Geesten”? Overigens, de “Heer der Geesten” is een term die we niet kennen uit Gods Woord. Maar deze term past weldegelijk bij de esoterische Essenen, die comminiceerden met engelenwezens! In ieder geval zien we hoe het boek “Henoch” een aanval doet op de Godheid van Jezus Christus, net als de moderne werken van de heren Schriftcritici van de “NBV-Studiebijbel” en de BGT!


Judas citeert toch uit “Henoch”?

Maar het Bijbelboek Judas noemt toch Henoch 1 : 9? Henoch profeteerde toch, en Judas heeft zijn profetie toch geciteerd? Laten we allereerst kijken wat Judas 1 : 14 en 15 zegt: “En van dezen heeft ook Enoch, de zevende van Adam, geprofeteerd, zeggende: Ziet, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen; Om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddeloos gedaan hebben, en vanwege al de harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben”.

In Henoch 1 : 9 vinden we:

 

“En zie! Hij komt met tienduizenden van ⌈Zijn⌉ heiligen
Om gericht te houden tegen allen,
En te vernietigen ⌈al⌉ de goddelozen:

En om alle vlees te veroordelen.
Van alle werken ⌈van hun goddeloosheid⌉ die zij goddeloos hebben gepleegd,
En van al de harde woorden, die de goddeloze zondaars ⌈hebben gesproken⌉ tegen Hem” [20].

Waarom zou Judas dit van Henoch overgenomen moeten hebben? Het heeft geen twijfel dat Henoch deze woorden geprofeteerd heeft, want Judas maakt er melding van. Maar let op: Judas zegt niet dat Henoch dit geschreven heeft! Er is geen verwijzing naar het BOEK van Henoch! Judas schrijft dat Henoch deze woorden geprofeteerd heeft: “ZEGGENDE”! Gods Woord zegt wel “Al de Schrift is van God ingegeven...” (2 Tim. 3 : 16). Is het voor de Heere te moeilijk om Judas de woorden te binnen te brengen die Henoch gesproken heeft?

Henoch sprak deze woorden, en blijkbaar hadden de profeten en apostelen kennis van deze profetie. Mozes gaf deze profetie reeds gedeeltelijk in de Wet. Hij schreef in Deut. 33 : 2 het volgende: “Hij zeide dan: De HEERE is van Sinaï gekomen, en is hun opgegaan van Seïr; Hij is blinkende verschenen van het gebergte Paran, en is aangekomen met tien duizenden der heiligen; aan Zijn rechterhand was voor hen een vurige wet”. Mozes profeteert hier over de Tweede Komst. Want toen de Heere naar de Sinaï kwam voor de Tien Geboden, kwam Hij niet met tien duizenden van zijn heiligen!

Zacharias schrijft ook over de Tweede Komst in Zach. 14 : 5: “Dan zult gij vluchten door de vallei van Mijn bergen (want deze vallei der bergen zal reiken tot Azal), en gij zult vluchten, zoals gij vluchtte voor de aardbeving in de dagen van Uzzia, den koning van Juda; dan zal de HEERE, mijn God, komen, en al de heiligen met U, o HEERE!”.

En Paulus schrijft in 1 Thess. 3 : 13: “Opdat Hij uw harten versterke, om onberispelijk te zijn in heiligmaking, voor onze God en Vader, in de toekomst van onze Heere Jezus Christus met al Zijn heiligen”.


Een meer waarschijnlijke verklaring van de oorsprong van “Henoch”

Henoch 1 : 9 is door Henoch geprofeteerd. Diverse profeten en apostelen hebben deze profetie, door de Heere ingegeven, herhaald. Maar het boek Henoch is zó anti-Bijbels, dat de profeet van God, die zo met God wandelde (Gen. 5 : 24), dit niet geschreven kan hebben! Gezien de inhoud past het boek heel goed bij de Essenen. Zij zullen vanuit de Joodse traditie kennis gehad hebben van deze profetie, en van andere Bijbelse gegevens die we in Henoch tegenkomen, en daar omheen hebben zij een eigen boek samengesteld. Een boek dat Gods Woord tegenspreekt.


Connectie van het boek “Henoch” met de New Age

De ernst van de zaak wordt duidelijk wanneer we beseffen wat de connectie van Helena Blavatsky met dit alles is. In de studies over Strong's, Liddell-Scott-Jones en de wetenschap zagen we hoe de “Bijbel”geleerden van de 19e eeuw openstonden voor deze bekende New Age occultiste van de Theosofische beweging. Een beweging die leert dat Lucifer god is, en Jehovah ziet als een lagere god! Deze mevrouw zegt in haar boek “Isis ontsluierd”:

 

“‘Engelen en machten zijn in de hemel!’ zegt Justinus, en onthult daarmee een zuiver kabbalistische leer. De christenen namen haar over uit de Zohar en van de ketterse sekten, en als Jezus deze zaken noemt, dan heeft hij die leer niet in de officiële synagogen gehoord maar rechtstreeks aan de kabbalistische leringen ontleend. In de boeken van Mozes wordt er heel weinig over gezegd, en Mozes, die rechtstreeks in contact stond met de ‘Here God’, houdt zich weinig ermee bezig. De leer was geheim, en werd door de orthodoxe synagoge als ketters beschouwd. Josephus noemt de essenen ketters en zegt: ‘Zij die tot de kring van de essenen werden toegelaten, moeten zweren hun leringen aan niemand op een andere manier mee te delen dan zoals zij ze zelf hebben ontvangen, en ook om de tot hun sekte behorende boeken alsmede de namen van de engelen te beschermen.’ De sadduceeën geloofden niet in engelen, evenmin als de niet-ingewijde heidenen die hun Olympus beperkten tot goden en halfgoden, of ‘geesten’. Alleen de kabbalisten en theürgen houden sinds onheuglijke tijden aan die leer vast, en hetzelfde geldt daarom voor Plato, en na hem Philo Judaeus, gevolgd eerst door de gnostici, en later door de christenen” [21].

 

Hier zien we hoe mevrouw Blavatsky aangeeft dat de Essenen, Plato en Philo in feite de “ware” kabbalistische leer hadden! Maar dit zijn juist degenen die aan de basis van de Schriftkritiek staan! De Essenen, zij die met de engelen communiceerden, hadden dan ook het geschrift “Henoch”! Maar Henoch speelt in het boek van Blavatsky ook een duidelijke rol. Zij schrijft:

 

“Volgens de kabbala en het ritueel van de vrijmetselarij is Enak dezelfde als Henoch, de aartsvader, die niet sterft, en die de eerste bezitter is van de ‘wonderbaarlijke naam’” [22].

 

En vervolgens:

 

“HE-NOCH betekent een leraar, een inwijder, of ingewijde; in de Griekse mythologie: Inachus. We hebben gezien welke rol men hem in de dierenriem laat spelen” [23].

 

Natuurlijk wordt zijn betekenis hier via de esoterische weg uitgewerkt, waardoor we natuurlijk niet meer met de Bijbelse Henoch te maken hebben. En deze occultiste wijst dan ook op het belang van het boek “Henoch”:

 

“De schrijver van een uitgebreid werk dat onlangs is verschenen, ziet enige aanleiding tot vrolijkheid in de vereniging van de zonen van God met de   ‘dochters van de mensen’, die mooi waren, waarop in Genesis wordt gezinspeeld, en die uitvoerig wordt beschreven in die verbazingwekkende legende, het boek Henoch. Het valt des te meer te betreuren dat onze ruimdenkende geleerden hun scherpe en meedogenloze logica niet gebruiken om de eenzijdigheid ervan te compenseren door te zoeken naar de ware geest die deze oude allegorieën deed ontstaan. Deze geest was beslist wetenschappelijker dan sceptici nu al willen erkennen. Maar elk jaar kan een of andere nieuwe ontdekking hun beweringen bevestigen, totdat van alles in de oudheid de waarheid is aangetoond” [24].


Hedendaagse “Bijbel”uitleg gedomineerd door New Age gedachtengoed!

We zien hoe onze “Bijbel”uitleg gedomineerd begint te worden door bronnen die leiden tot de New Age (denk aan het citaat aan het begin van deze studie), die leiden tot de één-wereldreligie van de tijd van de antichrist. Overigens bij deze zoektocht kwam ik ook tegen dat Blavatsky aangeeft dat iemand (Adam!) “bezeten is door de geest van God”:

 

“Meer dan dat, Petrus ontkent krachtig de val van Adam; en bij hem stort de leer van de verzoening, zoals die door de christelijke theologie wordt onderwezen, geheel ineen, want hij bestrijdt haar als godslastering. Petrus’ theorie over zonde is die van de joodse kabbalisten, en is zelfs in zekere zin platonisch. Adam bedreef niet alleen nooit zonde, maar ‘als een ware profeet, bezeten door de geest van God, die later in Jezus was, kon hij niet zondigen’. Kortom, het hele werk toont aan dat de schrijver gelooft in de kabbalistische leer van de permutatie. De kabbala onderwijst de leer van de transmigratie van de geest.‘ Mozes is de revolutio van Seth en Abel’” [25].

 

In de studies over de Schriftkritiek, zagen we dat de New Age leer de nieuwe vertalingen binnendringt [26]? Zo zegt de BGT in 2 Kor. 5 : 13: “… Dat zijn momenten dat Gods Geest bezit van mij neemt. ...”. En zo zien we opnieuw dat “bezeten worden van Gods Geest” een term is die in occulte New Age kringen gehanteerd wordt, en dat deze nu via de vertaling zijn weg naar de gelovigen vindt…

We zagen dat de Schriftkritiek van onze moderne vertalingen in feite begon in Alexandrië. En ook hier verwijst mevrouw Blavatsky naar. In haar boek bespreekt ze de kracht van woorden, de magie van letters. En dat het effect dat mensen in het Oosten met woorden kunnen bereiken, bij mensen in het westen helemaal zoek is. Het volgende citaat heeft daarmee te maken:

 

“Dit woord M.M. bestaat, zoals zijzelf zeggen, geheel uit medeklinkers. We betwijfelen dus of iemand van hen de uitspraak ervan ooit machtig had kunnen worden, zelfs als het, in plaats van zijn vele misvormingen, ‘vanuit het geheime gewelf in de openbaarheid zou zijn gebracht’. Hoe dan ook, de kleinzoon van Cham zou de heilige Delta van aartsvader Henoch naar het land van Mizraïm hebben gebracht. Daarom moet men het mysterieuze ‘woord’ alleen in Egypte en in het Oosten zoeken” [27].

 

Zien we hoe de esoterische “Henoch” en zijn vermeende boek “Henoch”, hoe de Essenen, hoe Alexandrië en de Schriftkritiek, hoe de occulte Theosofische beweging van de New Age allemaal samenkomen? Dat het boek “Henoch” ingang heeft gevonden binnen Christelijke groepen, die de Heere Jezus verwachten, is een teken aan de wand… Op een meesterlijke wijze heeft de vijand zich ook bij hen naar binnen gedrongen om hetgeen de Bijbel zegt steeds meer uit te hollen, te veranderen en te vervangen door New Age leer! En daarmee is dit opnieuw ook een teken van de tijd (afval van het geloof)!


God heeft Zijn Woord bewaard!

En laten we eerlijk zijn: God heeft toch beloofd dat Hij Zijn Woord voor ons zou bewaren? In Psalm 12 : 7 en 8 lezen we: “De redenen des Heeren zijn  reine redenen, zilver, gelouterd in een aarden smeltkroes, gezuiverd zevenmaal. Gij, Heere, zult hen bewaren; Gij zult hen behoeden voor dit geslacht, tot in eeuwigheid”. Zou God Zijn kinderen voor minimaal tweeduizend jaar een Bijbelboek onthouden hebben? Zou de vijand zo sterk zijn dat hij kon voorkomen dat God dit boek in Zijn Woord zou krijgen? Ik geloof daar niet in. God staat boven alles en iedereen. En God heeft Zijn Woord gegeven en heeft beloofd Zijn Woord te bewaren. En Hij zegt niet voor niets in datzelfde Woord dat wij er niet aan moeten toevoegen of er van moeten afdoen (Deut. 4 : 2; Spr. 30 : 6; Openb. 22 : 18 en 19)! Wij hebben het boek “Henoch” niet nodig om te weten dat er gevallen engelen op aarde zijn geweest en zullen komen. Daar hebben we Gods Woord voor, dat de Waarheid is (zie Gen. 6, Judas 6, 2 Petr. 2 : 4 en Openb. 12 : 9). Het feit dat velen naar het boek “Henoch” vluchten voor “bewijs”, zegt helaas veel over het geloof dat zij (niet!) hebben in het Woord van God...

Dat wij, zoals de Bijbelse(!) Henoch, mogen blijven wandelen met God: “Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer; want God nam hem weg” (Gen. 5 : 24; zie ook Hebr. 11 : 5). Dat is namelijk waar wij ook naar uitzien: dat de Heere Jezus ons zal komen halen.

Amen.



[1]  'Waar is “het Woord” gebleven?', Arjan Huurnink, Bijbel en Geloof, Apeldoorn, 09-10-2014, bron: www.bijbelengeloof.com.
[2]  'Geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende. O.a. over Liddell-Scott-Jones', Arjan Huurnink, Bijbel en Geloof, Apeldoorn, 23-06-2015, bron: www.bijbelengeloof.com.
[3]  ‘NBV Studiebijbel’, NBG, KBS, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010 (2e druk), blz. 385.
[4]  'Het Evangelie van Judas', Arjan Huurnink, Bijbel en Geloof, Apeldoorn, bron: www.bijbelengeloof.com.
[5]  'The Ancient Book of Enoch: The First Book Ever Written', Cutting Edge Weekly Newsletter, bron: http://www.cuttingedge.org/newsletters/100511.html.
[6]  'Cutting Edge Newsalert', Cutting Edge, 02-01-2012, bron: http://www.cuttingedge.org/newsletters/newsalertarchives/2012/Jan-2-2012.htm.
[7]  'De boeken van Henoch (deel 1)', Melle Velema, Eindtijd in Beeld, bron: http://www.eindtijdinbeeld.nl/EiB-Bijbelstudies/Henoch/de_boeken_van_henoch_deel_1.html.
[8]  'The Four Archangels', The Book of Enoch, tr. by R.H. Charles, [1917], bron: http://www.sacred-texts.com/bib/boe/boe043.htm.
[9]  'The Book of Enoch', Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Book_of_Enoch.
[10] 'Introduction', bron: http://www.sacred-texts.com/bib/bep/bep01.htm.
[11] 'Clement of Alexandria', Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Clement_of_Alexandria.
[12] Microsoft Encarta ’98, Winkler Prins Editie, Microsoft/Elsevier. Zie onder ‘Alexandrijnse school’.
[13] ‘The History of the New Testament Church’, Volume 1, 4 B.C. – 1600 A.D., Peter S. Ruckman, Ph. D., Bible Baptist Bookstore, Pensacola, USA, 1982, 1989, blz. 110, 111.
[14] ‘Bijbelse Encyclopedie’, Prof. dr. W.H. Gispen e.a., Uitgeversmaatschappij J.H. Kok, Kampen, 1982, blz. 267, 268.
[15] ‘Wikipedia, the Free Encyclopedia’, zie onder ‘Essenes’, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Essenes.
[16] ‘Who were the Essenes?’, Essenia Foundation, 1998 – 2010, bron: http://www.essenespirit.com/who.html.
[17] ‘De Esseners’, Antoinette Meesters, Universele Vrede, bron: http://www.universelevrede.nl/De%20Esseners.htm.
[18] 'De boeken van Henoch (deel 1)', Melle Velema, Eindtijd in Beeld, bron: http://www.eindtijdinbeeld.nl/EiB-Bijbelstudies/Henoch/de_boeken_van_henoch_deel_1.html.
[19] 'The Fount of Righteousness; the Son of Man--the Stay of the Righteous: Judgement of the Kings and the Mighty', The Book of Enoch, tr. by R.H. Charles, [1917], bron: http://www.sacred-texts.com/bib/boe/boe051.htm.
[20] 'I-V. Parable of Enoch on the Future Lot of the Wicked and the Righteous', The Book of Enoch, tr. by R.H. Charles, [1917], bron: http://www.sacred-texts.com/bib/boe/boe004.htm.
[21] 'ISIS ontsluierd', H.P. Blavatsky, Theosophical University Press Agency, Den Haag, 2010, blz. 228, bron: http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/isisontsluierd/isis2.pdf.
[22] 'ISIS ontsluierd', H.P. Blavatsky, Theosophical University Press Agency, Den Haag, 2010, blz. 529, bron: http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/isisontsluierd/isis2.pdf.
[23] 'ISIS ontsluierd', H.P. Blavatsky, Theosophical University Press Agency, Den Haag, 2010, blz. 547, bron: http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/isisontsluierd/isis2.pdf.
[24] 'ISIS ontsluierd', H.P. Blavatsky, Theosophical University Press Agency, Den Haag, 2010, blz. 396, 397, bron: http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/isisontsluierd/isis1.pdf.
[25] 'ISIS ontsluierd', H.P. Blavatsky, Theosophical University Press Agency, Den Haag, 2010, blz. 227, bron: http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/isisontsluierd/isis2.pdf.
[26] 'Slaaf of dienstknecht? Strong's Concordance zet aan tot Schriftkritiek!', Arjan Huurnink, Bijbel en Geloof, 22-06-2015, bron: www.bijbelengeloof.com.
[27] 'ISIS ontsluierd', H.P. Blavatsky, Theosophical University Press Agency, Den Haag, 2010, blz. 437, bron: http://www.theosofie.net/onlineliteratuur/isisontsluierd/isis2.pdf.