Geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende
Over Liddell-Scott-Jones en over Schrift met Schrift vergelijken



Inleiding

In de studies “Matigheid of zelfbeheersing?” en “Slaaf of dienstknecht?” hebben we verschillende voorbeelden gezien, waaruit duidelijk werd, dat wie een “Strong’s Concordance” raadpleegt, uitkomt bij de woordkeus van de nieuwe vertalingen. We hebben gezien dat dhr. Strong deel heeft genomen aan de revisiecommissies van de RSV (1881) en de ASV (1901). Dhr. Strong blijkt dan ook een Schriftcriticus in hart en nieren. Zijn werk was gedeeltelijk gebaseerd op het werk van dhr. Gesenius, die stelde dat het Hebreeuws van het Oude Testament geen oorsprong vindt bij God. Het resultaat is dan ook dat men voor de verklaring van Bijbelse woorden vaak ook kijkt naar de talen van de heidenen om Israël heen. De heren Schriftcritici blijken vaak een hang naar het occulte van de New Age beweging te hebben! Dit toont de geest van Schriftkritiek van dhr. Strong. Deze Schriftkritiek is in de “Strong’s Concordance” terecht gekomen! En een ieder die dit raadpleegt, raadpleegt niet de zogenaamde grondtekst, maar het Grieks (of Hebreeuws) van de heidenen met vaak heidense definities! Wij zagen dat we door Schrift met Schrift vergelijken vaak bij een hele andere betekenis uitkomen, dan de betekenis die de heren Schriftcritici geven. Schrift met Schrift vergelijken leert ons namelijk wat God Zelf in Zijn Woord te zeggen heeft, en leert ons dat onze Statenvertaling en de King James 1611 goed vertaald zijn. De Heere heeft Zijn Woord voor ons bewaard!

In deze studie willen we kort stilstaan bij enkele andere zogenaamde grote mannen, die hun sporen hebben nagelaten in de wereld van de Hebreeuwse/Griekse Lexicons, en daarna willen we stilstaan bij het feit dat de Bijbel Zelf aangeeft dat we Gods Woord moeten bestuderen door Schrift met Schrift te vergelijken.


Henry Liddell en Robert Scott

Zo hebben de heren Henry George Liddell (1811 – 1898) en Robert Scott (1811 – 1887) “A Greek-English Lexicon” (1843) (vertaald: “Een Grieks-Engelse Lexicon”) uitgegeven, die nu bekend is onder de bewerking van Henry Stuart Jones (1867 – 1939), als “Liddell-Scott-Jones” of “LSJ”. Overigens net als Strong zijn werk deels baseerde op het werk van een Duitse liberale theoloog, zo is ook het werk van Liddell en Scott gebaseerd op het werk van een Duitse wetenschapper, namelijk Franz Passow (voor het eerst gepubliceerd in 1819) [1]. Deze wetenschapper was echter niet met de Bijbel bezig, maar was een wetenschapper in de klassieke talen, evenals de Duitse wetenschapper Johannes Gottlob Schneider, waarop Passow zijn werk weer baseerde [2]. Zij verdiepten zich in de werken van Aristoteles, Xenophoon en andere Griekse schrijvers en filosofen [3]. En, zoals zo direct zal blijken, dit betekent dat de Bijbelse uitleg, met als basis werken van mannen als Strong, Liddell en Scott, dat deze verworden is tot een cursus Griekse filosofie!


Wortels liberale theologie veelal in Duitsland

Maar eerst nog even een zijstraat: de liberale theologie blijkt zijn oorsprong grotendeels in Duitsland te vinden. Wat overigens wel een teleurstelling moet zijn voor mensen die denken via deze Lexicons de vertaling van de grondtekst direct in hun eigen taal te raadplagen. De Engelse Lexicons zijn meestal een vertaling van Duitse Lexicons, met als oorsprong Duitse liberale theologen of wetenschappers in de klassieke talen, die niet eens met de Bijbel bezig waren [4]! En voor Nederland betekent dat, dat onze werken weer gebaseerd zijn op een extra “tussenstation”, daar waar bijvoorbeeld Liddell en Scott of Strong geraadpleegd worden. Hoezo direct zoeken in “de grondtekst”?


Liddell en Scott: de basis voor de meeste Bijbelstudie woordenboeken

Ondanks dat de namen van Liddell en Scott vaak niet genoemd worden, zijn in feite alle Bijbestudie woordenboeken gebaseerd op de definities van Henry Liddell en Robert Scott [5,6]. Dit was de eerste Grieks-Engelse Lexicon die er bestond. Zo zagen wij in de vorige studie dat Strong zijn werk baseerde op de Duitser Gesenius, maar in de dagen van Strong was ook de eerste Gieks-Engelse Lexicon van Liddell en Scott beschikbaar. Dat betekent dat de uitgave van Strong ook gebaseerd zal zijn op Liddell en Scott [7]. In ieder geval blijkt bijvoorbeeld uit de encyclopedie van Strong, in de studie “Matigheid of zelfbeheersing?” besproken, dat hij voor zijn werk “A Greek-English Lexicon” van Liddell en Scott raadpleegde [8]. Op die manier komt Strong opnieuw uit bij de Duitse liberale theologen en de Griekse filosofen. De Lexicon van Liddell en Scott heeft diverse herdrukken meegemaakt en wordt tot op de dag van vandaag gebruikt, onder andere in de bekende “Logos Bible Software” [9]!


Liddell en Scott: gebaseerd op de Griekse filosofen

In het Voorwoord van de Lexicon, de uitgave van 1925, vinden we het volgende:

“Meer dan tachtig jaren zijn er voorbij gegaan sinds de eerste editie van de beroemde Lexicon, waarop dit huidge werk gebaseerd is, werd gepubliceerd bij Clarendon Press. Henry George Liddell en Robert Scott (…) [namen de Lexicon van Passow als basis voor hun werk]. (…) Passow legde in een publicatie in 1812 de regels neer, waardoor een lexicograaf zich zou moeten laten leiden. (…) In gehoorzaamheid aan dit principe baseerde Passow zijn werk op een speciale studie van het vroege Epische taalgebruik, en de relatief volledige behandeling van Homerisch gebruik is een erfenis die Passow aan Liddell en Scott heeft nagelaten, die dat in de opeenvolgende uitgaven van hun werk hebben aangehouden” [10].

Hier zien we dus letterlijk genoemd, in een werk dat gebruikt wordt om de grondtaal van de Bijbel zogenaamd “beter te begrijpen”, dat de auteurs zich lieten leiden door Grieks Episch taalgebruik en Homerisch gebruik van de taal! Iets wat duidelijk tot uiting komt in de Lexicon van Liddell en Scott.

In de studies over Strong hebben we onder andere stilgestaan bij het Griekse woord “doulos”, en hebben we gezien dat de vertalers van de nieuwe vertalingen willen beweren dat wij slaven van God zijn. Dit wordt volledig gedekt door wat bijvoorbeeld de Grieks-Engelse Lexicon van Strong zegt. Strong zegt namelijk dat “slaaf” etymologisch de juiste vertaling is. Wij zagen echter dat in New Age kringen beweerd wordt dat Christenen “slaven van God” zijn! Echter door Schrift met Schrift vergelijken zagen we, dat Christenen juist VRIJ zijn! Zij kunnen wel dienstknechten zijn. En dat is precies het woord, zoals dat in de Statenvertaling en de King James 1611 voorkomt. Maar wat vinden we in de Liddell en Scott Lexicon bij “doulos” geschreven? Zie de onderstaande Figuur [11]:



Zoals we kunnen zien, vinden we geen enkele verwijzing naar een Bijbelvers. Het is een pure uiteenzetting hoe het woord bij de klassieke Griekse filosofen en schrijvers gebruikt werd.


Zo wordt een Lexicon samengesteld…

Nog een voorbeeld. We hebben bij de studies over Strong ook stilgestaan bij het Griekse woordje “egkrateia”. We zagen dat Strong zegt dat dit woordje “zelfbeheersing” betekent, en zo wordt het dan ook in veel nieuwe vertalingen weergegeven. Echter door Schrift met Schrift vergelijken, zagen wij dat het om een vrucht van de Geest gaat, en dat het dus niet iets is wat wij zelf kunnen doen. Het woordje “matigheid”, of in het Engels “temperance”, is dus een veel betere keuze. En zo komen we het dan ook in onze Statenvertaling en de King James 1611 tegen. Maar wat vinden we in de Lexicon van Liddell en Scott? Zie onderstaande Figuur [12]:




Alleen het woordje “control” of “self-control” wordt genoemd. Niets “temperance”! Het wordt niet eens genoemd! En daarnaast: Twee teksten bij dit woord lijken uit de Bijbel te komen. Beide komen echter uit de LXX (Septuaginta), maar dit is wel de Griekse bewerking van het Oude Testament van de hand van Origenes! Dus Alexandrijns en reeds een vermenging met Griekse filosofie. Daar komt bij dat alleen de afkorting “Act.Ap.” een verwijzing is naar een Bijbelboek, want dat verwijst naar “Handelingen der apostelen”. De afkorting “Si.” is geen verwijzing naar een Bijbelboek, maar naar een apocrief boek: “De wijsheid van Jezus Sirach”, kortweg ook wel “Sirach” genoemd! En verder worden opnieuw vooral de Griekse filosofen en schrijvers genoemd.

En zo hebben we twee voorbeelden waaruit blijkt hoe men een Griekse Lexicon samenstelt: Men kijkt niet hoe het woord in de Bijbel gebruikt wordt, maar men zoekt naar heidense betekenissen van het woord! En daar hebben we de reden waarom het grootste deel van de Theologie vandaag de dag in ongeloof en afgoderij eindigt!


Bijbels Grieks is een taal op zichzelf…

Was het niet Gods Woord Dat waarschuwde tegen Griekse filosofie? Laten we nogmaals kijken wat Kol. 2 : 8 ons zegt: “Ziet toe, dat niemand u als een roof meevoere, door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus”. Het is dan ook Gods Woord Zelf, Dat ons vertelt dat wij Zijn Woord niet moeten bestuderen door naar de heidense betekenissen van woorden te kijken, maar op een andere manier. En eigenlijk kennen wij die manier al, want we zagen door Schrift met Schrift vergelijken dat Gods betekenis van woorden soms anders is, dan het gebruik van deze woorden bij de Grieken uit het verleden. Bijbels Grieks is een taal op zichzelf! In de Bijbel krijgen de woorden een Christelijke betekenis, geen heidense [13]!


Bijbels gezag: “Er is geschreven…”

Allereerst is het goed om te beseffen dat er geen enkel vers in de Bijbel te vinden is, waarin de Heere Jezus of de apostelen de Bijbel van toen corrigeerden. De profeten in het Oude Testament riepen: “Zo zegt de Heere…” (zie bijv. Jer. 30 : 2), en schreven niet op: “maar tussen de regels moet je lezen…”. De Heere Jezus citeert op diverse plaatsen uit het Oude Testament om te laten zien dat de profetieën met Hem in vervulling gaan of zijn gegaan (zie bijv. Matth. 4 : 4; 21 : 13; Joh. 6 : 45). Zo zegt Hij bijvoorbeeld in Mark. 14 : 27: “En Jezus zeide tot hen: Gij zult in deze nacht allen aan Mij geërgerd worden; want er is geschreven: Ik zal de Herder slaan, en de schapen zullen verstrooid worden”. Zo schrijft bijvoorbeeld de apostel Paulus: “Want er is geschreven: Ik leef, zegt de Heere; voor Mij zal alle knie zich buigen, en alle tong zal God belijden” (Rom. 14 : 11). Nergens lezen we dat de apostel zegt dat we deze woorden anders moeten opvatten, of dat we tussen de regels moeten lezen. Sterker nog: Paulus zegt tegen de Thessalonicensen: “Daarom danken wij ook God zonder ophouden, dat, toen gij het Woord der prediking van God van ons ontvangen hebt, gij dat aangenomen hebt, niet als der mensen woord, maar (gelijk het waarlijk is) als Gods Woord, dat ook werkt in u, die gelooft” (1 Thess. 2 :13). Het Woord werd verkondigd zonder mitsen en maren, en het werd aangenomen, niet als der mensen woord, maar als Gods Woord! En Paulus verwees ook niet naar het origineel, toen hij tegen Timotheüs zei: “En dat gij van kinds af de heilige Schriften geweten hebt, die u wijs kunnen maken tot zaligheid, door het geloof, hetwelk in Christus Jezus is. Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot weerlegging, tot verbetering, tot onderwijzing, die in de rechtvaardigheid is” (2 Tim. 3 : 15, 16). Timotheüs had niet het origineel van het Oude Testament, en toch las hij de Schriften van kinds af, zegt Gods Woord. En zo leerden de apostelen met gezag: “Er is geschreven…”!


Waaraan toetsen wij?

En de Heere laat Zelf in Zijn Woord zien, hoe wij Zijn Woord kunnen begrijpen. In Hand. 17 : 11 zegt de Heere: “En dezen waren edeler, dan die te Thessalonica waren, als die het woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende dagelijks de Schriften, of deze dingen alzo waren”. Wat we “horen” moeten we dus dagelijks onderzoeken in de Schriften. In de Schriften(!), en dus niet bij de heidense filosofen… We moeten met Gods Woord bezig zijn, en Gods Woord als Toetssteen gebruiken. In Jes. 28 : 9 en 10 lezen we, temidden van een beschrijving van allerlei gerichten, hoe we de Bijbel moeten lezen. Eerst vers 9: “Wie zou Hij dan de kennis leren, en wie zou Hij het gehoorde te verstaan geven? De gespeenden van de melk, de afgetrokkenen van de borsten?” Het antwoord is natuurlijk: “Ja”! Want de Heere Jezus zegt in Luk. 10 : 21 het volgende: “In die ure verheugde Jezus Zich in de geest, en zeide: Ik dank U, Vader! Heere des hemels en der aarde; dat Gij deze dingen voor de wijzen en verstandigen verborgen, en ze aan de kinderkens geopenbaard hebt; ja, Vader, want alzo is geweest het welbehagen voor U”. De geschiedenis bewijst de waarheid van dit vers dubbel en dwars. Zij die zogenaamd “wijs en verstandig” zijn, hebben zich gevuld met heidense filosofie en occultisme in hun afkeer van Gods Woord. Zij die kinderlijk afhankelijk de Heere hebben aangenomen en Hem volgen op Zijn Woord, die beschermt Hij, en openbaart Hij de betekenis van Zijn Woorden. Jes. 28 : 10 gaat dan verder met: “Want het is gebod op gebod, gebod op gebod, regel op regel, regel op regel, hier een weinig, daar een weinig”. En dat is hoe de Heere Zich in Zijn Woord kenbaar heeft gemaakt. Door middel van herhaling vertelt Hij ons wat Hij ons te zeggen heeft. Zo lezen we in Filip. 3 : 21: “Voorts mijn broeders, verblijdt u in de Heere. Dezelfde dingen aan u te schrijven, is mij niet verdrietig, en het is u zeker”. Door herhaling leert een mens. Dat is op school zo, dat is in het dagelijks leven zo, maar dat is ook in Gods Woord zo. En daardoor kunnen wij de betekenis van Bijbelse woorden leren door Schrift met Schrift te vergelijken!


“Geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende”

Een mooi gedeelte, wat ook gaat over Schrift met Schrift vergelijken, is 1 Kor. 2 : 6 – 15. De tekst 1 Kor. 2 : 9 wordt nog weleens aangehaald wanneer mensen het niet met elkaar eens zijn of de Bijbelse waarheid niet onder ogen willen zien: “Maar gelijk geschreven is: Hetgeen het oog niet heeft gezien, en het oor niet heeft gehoord, en in het hart des mensen niet is opgeklommen, hetgeen God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben”. Zo van: “Laten we het er maar niet over hebben, want wij weten toch niet hoe het zijn zal…”. Maar dit vers wordt gevolgd door vers 10, waar staat: “Doch God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods”. Wij mogen bijvoorbeeld weten van die schitterende toekomst, van een woning in het Nieuwe Jeruzalem met de straten van goud en de paarlen poorten. Een toekomst zonder pijn en zonder tranen! Ongetwijfeld zal die toekomst nog veel groter zijn dan we ons kunnen voorstellen, maar wat in Gods Woord staat dat is vast, dat weten we. En het is Gods Geest die die dingen onderzoekt en ze ons doet begrijpen! Vers 12 zegt niet voor niets: “Doch wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest, Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn”. Daar staat wat de Heere Jezus al in Joh. 14 : 26 beloofde: “Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken alles, wat Ik u gezegd heb”. Hij leidt ons in al de waarheid! Mits wij naar de Geest willen wandelen, en Zijn Woord willen bewaren en er gehoorzaam aan willen zijn, het vervolgens ter hand nemen en het bestuderen, het recht snijden/verdelen, zodat we niet beschaamd uitkomen (2 Tim. 2 : 15).

En hoe leren wij dat Woord toepassen? Door het te bestuderen zoals Hij dat van ons vraagt. Vers 13 van 1 Kor. 2 zegt: “Welke wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke wijsheid leert (FILOSOFIE), maar met woorden, die de Heilige Geest leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende”. En daar hebben we het geheim! Wij moeten geestelijke dingen met geestelijke samenvoegen! Het was de Heere Jezus Die uitsprak: “De Geest is het, Die levend maakt; het vlees is niet nut. De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven” (Joh. 6 : 63). De woorden van de Heere Jezus, de woorden van de Heere God zijn geest en leven! En zo spreekt de hele context van 1 Kor. 2 : 13 over “woorden”. Zie vers 4; vers 6 gaat over “het spreken van wijsheid”, vers 7 ook, vers 9 over het geschrevene, vers 13 noemt letterlijk weer “woorden”. Het is de bedoeling dat wij de Schrift doorzoeken, zoals de gelovigen te Berea dat deden in Hand. 17 : 11. Wij moeten de geestelijke woorden van God vergelijken met geestelijke woorden van God, zoals wij dat mogen doen door Schrift met Schrift te vergelijken. Dan gaan we er niet over filosoferen, dan gaan we niet allerlei filosofen raadplegen, maar dan zien we wat de Heere ons te zeggen heeft! En dan gaan we die diepten Gods (vers 10) begrijpen! En dan zien we dat WAT de filosofen zeggen in de nieuwe vertalingen FOUT is, en dat WAT God zegt in de Oude vertalingen JUIST is!


De oude vertalingen (voor 1881 na Chr.) kwamen tot stand door Schrift met Schrift vergelijken

Ook de vertalers uit de tijd van de King James 1611 en daarvoor waren op de hoogte van het feit dat Schrift met Schrift vergelijken belangrijk is. Zo schreef één van de vertalers, nog voor de King James Bible, John Wycliffe (1331 – 1384), het volgende in de Proloog van zijn “Wycliffe Bible”:

“Daarom heeft een vertaler het zeer nodig om de betekenis te bestuderen, beide voor en na, en hij moet zien dat onduidelijke woorden in overeenstemming zijn met de betekenis. (…) Elke betekenis wordt bewezen door andere gedeelten van de Heilige Schrift (…). Dezelfde woorden van de Schrift … worden bewezen door andere plaatsen in de Schrift…” [14].


Erasmus waarschuwde reeds tegen de Grieks filosofische invloed

En een Erasmus (1466 – 1536), die ons de Ontvangen Tekst van Gods Woord in gedrukte vorm gegeven heeft (bekend als de Textus Receptus), zag het gevaar van de herleefde beangstelling voor de Griekse literatuur naderen. Hij zei:

“Mijn grootste angst is dat met de herleving van de Griekse literatuur er ook een herleving zal zijn van het heidendom. Er zijn Christenen die alleen in naam Christen zijn… De studie van Hebreeuws kan leiden tot Judaïsme, wat nog steeds niet goed is. Ik wens dat er een eind komt aan alle geleerde subtiliteiten” [15]. 

Erasmus’ angst is bewaarheid geworden. Maar is het een wonder dat Liddell en Scott, en in hun navolging ook Strong en vele anderen, deze Bijbelse manier van Gods Woord bestuderen, het Schrift met Schrift vergelijken, niet toepasten? Nee! Dat is het niet, want deze mannen geloofden niet in hetgeen God zegt in Zijn Woord. Zo zagen we hoe de ASV, een product waaraan ook Strong zijn medewerking verleende, duidelijk beweert dat Jezus Christus een schepsel is, en dus niet God! De mensen die ons de Lexicons geleverd hebben, waren in naam Christen, zoals Erasmus reeds aangaf.


Het doel van Liddell’s Lexicon

Vaak had men een doel. Zo streefde ook bijvoorbeeld de heer Herny Liddell naar een liberalere kerk. In bijvoorbeeld Wikipedia is dit als volgt terug te vinden:

“Komend bij de overgangsperiode waarin de “oude Christ Church”, welke Pusey nastreefde om die te bewaren, onvermijdelijk breder en meer liberaal werd. Het was hoofdzakelijk de verdienste van Liddell dat de noodzakelijke veranderingen werden doorgevoerd met een minimum aan tegenstand” [16].

Liddell streefde naar liberalisatie van de kerk. Hij geeft in een briefwisseling aan dat er mensen zijn die denken dat in Oxford men

“te veel de pure Theologie nastreeft” [17].

En daarom geeft hij in die brief aan

“een overeenkomst te hebben met Talboys [een uitgever] voor een Lexicon die grotendeels gebaseerd is op Passow” [18].

De Lexicon is dus bedoeld om de kerk liberaler te maken, om de kerk van de pure Theologie weg te halen. Dat was het doel van Liddell! Door zijn positie als Dean van de kerk slaagde hij daar ook nog eens in, door onder andere diverse liberale personen op bepaalde hoge posities aan te kunnen stellen [19].


Henry Liddell en de New Age

Tot Liddells vriendenkring behoorden dan ook diverse persoonlijkheden met New Age-achtergronden. Een vriendin van Liddell was George Eliot, een schuilnaam voor Mary Ann Evans. Liddell had grote bewondering voor haar overtuiging. Al schreef zij door een geleidegeest, en geloofde zij dat ieder mens die geboren wordt, eigenlijk een god is die vlees wordt. Deze leer komt bij Plato weg, die leert dat iedere ziel goddelijk is [20].

Een andere vriend, die grote invloed op Liddell had, was de heer Stanley, Dean van de Westminster Abbey, de kerk waar alle vorsten van Engeland trouwen, gekroond worden en begraven worden. Ook Stanley werkte in de kerk om de grenzen van de kerk te verbreden. Stanley was op zijn beurt een bewonderaar van Annie Besant (1847 – 1933), een vrijmetselaarster en theosoof, die een volgeling en opvolgster was van mevrouw Helena Blavatsky (1831 – 1891) [21], een bekende New Age occultiste. Hoe de grenzen van de kerk verbreed werden, mag duidelijk zijn [22].


Humpty Dumpty: “…ik kan de hele boel naar mijn hand zetten…”

Een andere vriend, Charles Dodgson (1832 – 1898), schreef onder de pseudoniem Lewis Carroll een verhaal voor Liddells dochter Alice. Het verhaal kent u waarschijnlijk wel: “Alice in Wonderland”!  De vraag is of dit verhaal wel een kinderverhaal is, maar daar zullen we nu niet verder op ingaan. Deze man was ook Dean in Liddells Christ Church, en heeft zo lange tijd onder en met Liddell samengewerkt. In het verhaal “Through the Looking Glass”, een vervolg op “Alice in Wonderland”, is er een passage wat duidelijk maakt hoe de heren theologen omgaan met woorden. Humpty Dumpty (een figuur die Henry Liddell moet voorstellen) voert een dialoog met Alice [23].

“Wanneer ik een woord gebruik,” zei Humpty Dumpty op een behoorlijk minachtende toon, “betekent het precies wat ik kies dat het betekent – niets meer en niets minder”.

“De vraag is”, zei Alice, “of je woorden verschillende dingen kunt laten betekenen”.

“De vraag is”, zei Humpty Dumpty, “welke overheerst – dat is alles”.

“…zij hebben een gevoel, sommige van hen – vooral werkwoorden, zij zijn het meest trots – met bijvoeglijke naamwoorden kan je alles doen, maar niet met werkwoorden – maar ik kan de hele boel naar mijn hand zetten”.


Alle Lexicons vervuild

Dit leefde in de kringen van Alice Liddell. Dit was de manier waarop haar vader omging met de woorden uit Gods Woord. Hij zocht naar heidense alternatieven om de kerk breder en liberaler te maken, om de mensen weg te krijgen bij pure theologie! Daarvoor maakte hij zijn Lexicon. Met als gevolg dat vandaag de dag alle Lexicons vervuild zijn. Zij geven niet de betekenis die de Heere in Zijn Woord aan woorden geeft! Deze onjuiste heidense definities worden nu in nieuwe vertalingen gebruikt.


De BGT: de eerste vertaling waar “bier” in voorkomt

We willen afsluiten met een recent voorbeeld. In andere studies is reeds stilgestaan bij de BGT, en daarin heeft u kunnen lezen wat voor een desastreuse gevolgen het heeft als mensen Gods Woord loslaten, en de Bijbel niet meer willen vertalen, maar hun gedachten in de tekst gaan leggen. Zo bereikte mij de nieuwsbrief van het NBG waarin zij vol trots vertellen dat zij met de BGT de eerste vertaling hebben waar “bier” in voorkomt. Men stelt dat het “gewoon een betere vertaling” is [24]. Maar is dat ook zo?

In Gods Woord lezen we in Luk. 1 : 15 het volgende: “Want hij zal groot zijn voor de Heere; noch wijn, noch sterke drank zal hij drinken, en hij zal met de Heilige Geest vervuld worden, ook van het lichaam van zijn moeder aan”. In de BGT is dit echter geworden: “Want hij zal een belangrijke dienaar van God zijn. Daarom zal hij geen wijn of bier drinken. En al voor zijn geboorte zal de heilige Geest in hem zijn”.


Waar komt dat vandaan? Die keuze voor bier?

Hoe komt het NBG aan bier in de vertaling? Het NBG, net als de makers van de Lexicons, zoekt haar wijsheid bij de heidenvolken, in dit geval de volken rondom Israël. Men keert zich in plaats van tot de Schrift, tot de filosofen of andere bronnen (denk aan Philo van Alexandrië, Aristoteles, of het gedachtegoed van Homerus of de Koran), en vanuit die (Griekse) filosofie probeert men de Schrift te verklaren. Afijn, voor het woord bier is het duidelijk. Men gaat via een zogenaamd leenwoord bij de buurvolken kijken. Het NBG zegt:

“Het gaat in beide gevallen om een leenwoord uit het Akkadisch, sjikaru, ‘(gerste)bier’. De woorden verwijzen naar gerstebier, dat in Babylonië, Assyrië en Egypte een populaire drank was” [25].

En zo wordt de Bijbel vanuit de heidense volken verklaard, men komt zelfs met voorbeelden uit de heidense tempels! Uiteindelijk is dit de reden dat men als “bijbel”uitgever tegenwoordig bij ongeloof en afgoderij uitkomt, zoals we in de studies over de “NBV Studiebijbel” gezien hebben.


Schrift met Schrift vergelijken…

Maar wat zegt de Heere hier nu Zelf over in Zijn Woord? De Bijbel gebruikt heel vaak parallellisme. Dit heeft de Heere onder andere gedaan zodat mensen door Schrift met Schrift vergelijken de woorden in Zijn Woord kunnen begrijpen. Enkele voorbeelden om te laten zien wat dat inhoudt:

In 1 Sam. 9 : 9 lezen we: “(Eertijds zeide een ieder aldus in Israël, als hij ging om God te vragen: Komt en laat ons gaan tot de ziener; want die heden een profeet genoemd wordt, die werd eertijds een ziener genoemd.)”. Een ziener is in de Bijbel dus een profeet.

In 1 Petr. 3 : 10 lezen we: “Want wie het leven wil liefhebben, en goede dagen zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken;”. Hier zien we twee delen die eigenlijk hetzelfde betekenen.

In Hebr. 3 : 9 vinden we weer een voorbeeld van een duidelijke parallel: “Waar uw vaderen Mij verzocht hebben; zij hebben Mij beproefd, en hebben Mijn werken gezien, veertig jaren lang”. Beproefd = verzocht.

En zo zijn er vele voorbeelden meer in Gods Woord te vinden. Het toont in ieder geval aan, naast het feit dat je alle teksten over een bepaald woord kunt opzoeken, dat Gods Woord Zichzelf uitlegt, door middel van Schrift met Schrift vergelijken. Gebod op gebod. Regel op regel.


Schrift met Schrift vergelijken… toegepast op sterke drank

Dat geldt ook voor de woorden “wijn” en “sterke drank”. Zo zijn er teksten die doen vermoeden dat het bij wijn en sterke drank om hetzefde gaat. In Jes. 24 : 9 lezen we bijvoorbeeld: “Zij zullen geen wijn drinken met gezang; de sterke drank zal bitter zijn voor hen, die hem drinken”. Of Jes. 56 : 12, waar staat: “Komt herwaarts, zeggen zij: ik zal wijn halen, en wij zullen sterke drank zuipen; en de dag van morgen zal zijn als deze, ja, groter, veel overvloediger”. In ieder geval lezen we uit deze verzen dat “wijn” “sterke drank” is. Nu wordt wijn en sterke drank ook wel vaak in een opsomming genoemd (zie bijv. Num. 6 : 3; Micha 2 : 11; Luk. 1 : 15), wat zou betekenen dat sterke drank ook wat anders kan zijn dan wijn. Maar kan sterke drank door een specifieke andere soort, bijvoorbeeld door bier, vervangen worden? Nee, dat kan niet! In Jes. 5 : 11 lezen we bijvoorbeeld: “Wee hun, die, zich vroeg opmakende in de morgenstond, sterke drank najagen, en vertoeven tot in de schemering, totdat de wijn hen heeft verhit!”. In dit vers gaat het over mensen die sterke drank najagen, en als gevolg daarvan verhit raken door de wijn! Wijn is dus sterke drank. Maar u ziet dus dat u sterke drank niet kunt vervangen door bier! Want door bier na te jagen, kan men niet verhit worden van de wijn! Hier hebben we het Bijbelse bewijs dat sterke drank gewoon sterke drank is, en geen bier! Het is opvallend dat de BGT overigens in dit vers (Jes. 5 : 11) gewoon “drank” heeft staan, ondanks hun betoog dat het bij dit Hebreeuwse woord om “bier” zou gaan!

Evenzogoed komen we in Num. 28 : 7 tegen: “En zijn drankoffer zal zijn het vierendeel van een hin, voor het ene lam; in het heiligdom zult gij het drankoffer van sterke drank de HEERE offeren”. Maar in het veertiende vers lezen we dan over hetzelfde soort offer: “En hun drankoffers zullen zijn de helft van een hin voor een var, en een derde deel van een hin voor een ram, en een vierendeel van een hin van wijn voor een lam; dat is het brandoffer van de nieuwe maan in elke maand, naar de maanden van het jaar”. Met andere woorden ook hier is de sterke drank specifiek wijn. Vandaar dat bijv. Lev. 23 : 13 ook spreekt over een “drankoffer van wijn”. De sterke drank kan dus opnieuw NIET door bier vervangen worden, want dan zou je iets onzinnigs krijgen. Maar uit deze verzen blijkt de dubbele bodem van het NBG, want ze hebben dit willen verbergen. In de BGT spreken ze hier (Num. 28 : 7) niet van “bier”, maar ze hebben ook niet “sterke drank” laten staan, ze hebben dit vervangen door “wijn”! Met andere woorden, gewoon aan de hand van de tekst in de BGT laten zien dat wijn sterke drank is, maar dat men sterke drank niet door bier kan vervangen, omdat men dan onzin krijgt, dat kan in dit geval niet meer! En zo probeert men de sporen van de vervalsing uit te wissen! Iets wat we ook in andere studies over de BGT en de “NBV Studiebijbel” gezien hebben.

En hier hebben we dus opnieuw een voorbeeld van tekstvervalsing gebaseerd op wat de heidense volken deden, en een bewijs dat we Schrift met Schrift moeten vergelijken om het antwoord van de Heere te vinden.


Een Bijbels advies: “…wijkt af van hen…”

Het gaat er niet om wat mensen er van maken. Het gaat erom wat de Heere Zelf zegt in Zijn Woord. De Heere waarschuwt in Zijn Woord dat Zijn Woorden “niet van eigen uitlegging” zijn (2 Petr. 1 : 20). In Psalm 1 : 1 lezen we: “Welgelukzalig is de man, die niet wandelt in de raad der goddelozen…”. En in Rom. 16 : 17 en 18 krijgen we het advies: “En ik bid u, broeders, neemt acht op hen, die tweedracht en ergernissen aanrichten tegen de leer, die gij van ons geleerd hebt; en wijkt af van hen. Want dezulken dienen onze Heere Jezus Christus niet, maar hun buik; en verleiden door schoonspreken en prijzen de harten der eenvoudigen”. Mensen die ontkennen dat Jezus God is, mensen die hun heil bij de woorden van heidense filosofen zoeken, die moeten wij ontwijken. Van hen moeten wij afwijken! We moeten er niets mee te maken willen hebben. Hun werken werden in Bijbelse tijden verbrand. Zo lezen we in Hand. 19 : 18 – 20 het volgende: “En velen van hen, die geloofden, kwamen, belijdende en verkondigende hun daden. Velen ook van hen, die ijdele kunsten gepleegd hadden, brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid; en berekenden de waarde ervan, en bevonden vijftig duizend zilveren penningen. Alzo wies het Woord des Heeren met macht, en nam de overhand”. Het is triest om te zien hoe de Bijbelscholen en de Theologische opleidingen de Lexicons niet verbranden, maar ze juist massaal raadplegen, en beweren dat je zonder deze de Bijbel niet goed zou kunnen begrijpen.
Het is triest dat men steeds nieuwe vertalingen op de markt brengt en Gods Woord steeds verder uitholt! We leven dan ook in de eindtijd waarvan Gods Woord laat zien dat er “afval” van het geloof zal zijn (2 Thess. 2 : 3).

Maar… wij hebben Gods Woord, want Hij heeft Zijn Woord voor ons bewaard. En wij weten waar we Zijn Woord kunnen vinden: voor het Engels in de King James 1611 en voor het Nederlands in de Statenvertaling! En wij weten hoe Gods Woord te lezen… Dank u Heere!




[1]  ‘A Greek–English Lexicon’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/A_Greek%E2%80%93English_Lexicon.
[2]  ‘Franz Passow’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Franz_Passow.
[3]  ‘Johann Gottlob Theaenus Schneider’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Johann_Gottlob_Theaenus_Schneider.
[4]  ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 215.
[5]  ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 83.
[6]  ‘A Greek–English Lexicon’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/A_Greek%E2%80%93English_Lexicon.
[7]  ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 161.
[8]  Zie bijv. ‘Prophet’, John McClintock, James Strong, Cyclopedia of Biblical, Theological and Ecclesiastical Literature, New York, 1870, bron: http://www.studylight.org/encyclopedias/mse/view.cgi?n=19631.
[9]  ‘A Greek–English Lexicon’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/A_Greek%E2%80%93English_Lexicon.
[10] ‘Preface 1925’, ‘LSJ, The Online Liddell-Scott-Jones Greek-English Lexicon’, Project Director Maria Pantelia, bron: http://stephanus.tlg.uci.edu/lsj/00-Preface_etc.html.
[11] 'LSJ, The Online Liddell-Scott-Jones Greek-English Lexicon', Project Director Maria Pantelia, THESAURUS LINGUAE GRAECAE® , bron: http://stephanus.tlg.uci.edu/lsj.
[12] 'LSJ, The Online Liddell-Scott-Jones Greek-English Lexicon', Project Director Maria Pantelia, THESAURUS LINGUAE GRAECAE® , bron: http://stephanus.tlg.uci.edu/lsj.
[13] ‘The Language of the King James Bible’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 1998, 2012, blz. 108.
[14] ‘In Awe of Thy Word: Understanding the King James Bible, Its Mystery and History, Letter by Letter’, G.A. Riplinger and Bryn Riplinger Shutt, A.V. Publications Corp., USA, 2003, blz. 762.
[15] ‘In Awe of Thy Word: Understanding the King James Bible, Its Mystery and History, Letter by Letter’, G.A. Riplinger and Bryn Riplinger Shutt, A.V. Publications Corp., USA, 2003, blz. 993, 994.
[16] ‘Henry Liddell’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Henry_Liddell.
[17] ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 209.
[18] ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 209.
[19] ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 253.
[20] ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 223, 224.
[21] ‘Annie Besant’, Wikipedia, De vrije encyclopedie, bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Annie_Besant.
[22] ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 225 – 229.
[23] ‘The Language of the King James Bible’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 1998, 2012, blz. 72.
[24] ‘Vertaalkwestie: Bier in de bijbel’, Jaap van Dorp, Met andere woorden, NBG, 2011, bron: https://www.debijbel.nl/info/e-news/2015-02/vertaalkwestie?utm_source=Mailing+Lijst&utm_medium=email&utm_campaign=Nieuwsbrief+debijbel.nl+februari+2015+%28light%29
[25] ‘Vertaalkwestie: Bier in de bijbel’, Jaap van Dorp, Met andere woorden, NBG, 2011, bron: https://www.debijbel.nl/info/e-news/2015-02/vertaalkwestie?utm_source=Mailing+Lijst&utm_medium=email&utm_campaign=Nieuwsbrief+debijbel.nl+februari+2015+%28light%29