Jehovah of Jahweh



Inleiding

In dit deze studie willen we kijken naar het Godsbeeld van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG). We doen dat aan de hand van één van de Namen van God. Leest u eerst het gedeelte Jer. 23 : 20 – 27 door.

In vers 27 leest u: “Die daar denken om Mijn volk Mijn Naam te doen vergeten,…”. De vijand gebruikt hier valse profeten en hun dromen voor, maar tevens de theologie. Hoezo? Dat zullen we in deze studie zien.


Jehovah

Wanneer we in Ex. 6 : 1 en 2 kijken, dan lezen we daar: “Verder sprak God tot Mozes, en zeide tot hem: Ik ben de HEERE, En Ik ben aan Abraham, Izak, en Jakob verschenen, als God de Almachtige; doch met Mijn Naam HEERE ben Ik hun niet bekend geweest”. In de KJV1611 staat hier geschreven: “And God spake unto Moses, and said unto him, I am the LORD: And I appeared unto Abraham, unto Isaac, and unto Jacob, by the name of God Almighty, but by my name JEHOVAH was I not known to them”. Hier zien we dat Gods Naam “JEHOVAH” genoemd wordt! De Statenvertaling heeft het woord “Jehovah” niet, maar heeft vertaald met Heere. In de kanttekening bij dit vers vinden we echter:

“God de Heere wil hier zeggen dat deze Zijn Naam Jehovah, en hetgeen die Naam betekent, tot nog toe hun zo wel niet bekend was, als het hun voortaan zou bekend gemaakt worden, door de dadelijke vervulling Zijner beloften, bijzonderlijk van de wonderlijke verlossing uit Egypte en invoering in het land van belofte. Overigens heeft God Zich reeds lang vóór dezen JEHOVA genoemd, en bij deze Naam zijn beloften verzekerd, gelijk te zien is in Gen. 2 : 4, 7 – 9, 15 : 7, 26 : 24, 28 : 12, enz.” [1].

Hierin zien we dat ook de Statenvertalers “Jehovah” als Naam van God gaven.


Jehovah… of Jahweh…?

Maar wanneer we in de “Bijbelse Encyclopedie” uit 1975 gaan kijken, dan vinden we bij het woord “Jehova” de volgende toelichting:

“zie Jahwe” [2].

En wanneer we dan bij “Jahwe” gaan kijken dan lezen we het volgende:

“De naam van de God des Verbonds, (…). De SV geeft de naam Jahwe weer door: Jehova of door: de HERE. Dit laatste is de gewone weergave in onze taal geworden (…). Jehova is een naam die uit misverstand is gevormd. De tekst van het Hebr. OT bestond slechts uit medeklinkers. De klinkers werden niet uitgedrukt in dit hebr. schrift. De naam Jahwe luidt in medeklinkers: Jhwh. In letterlijke opvolging van het derde gebod van de decaloog werd deze naam niet uitgesproken, maar bij het lezen vervangen door de naam Adonai (…). Toen men later klinkers ging zetten onder de medeklinkers van de tekst van het OT, zette men de klinkers van Adonai, nl. e, o en a, onder en naast de medeklinkers JHWH. Men bedoelde daarmee: lees Adonai. Men heeft echter in de 16e eeuw, misschien zelfs eerder, de gewoonte gekregen, de klinkers van het te lezen woord (Adonai) te verbinden met de medeklinkers van JHWH of JHVH en kreeg zodoende Jehowah of Jehovah. Deze naam is dus onjuist. De juiste klinkers van het zg. tetragrammaton JHWH zijn niet bekend, daar de Joden deze naam niet wilden uitspreken. Het meest waarschijnlijk is echter: Jahweh of Jahwe, daar de Samaritanen de naam van Israëls God naar alle waarschijnlijkheid zo uitgesproken hebben” [3].

Wat opvalt, is dat men aan de ene kant zegt dat de Statenvertaling en de King James 1611 het fout hebben. Vervolgens moet men toegeven dat men de juiste klinkers niet weet, en vervalt men in “naar alle waarschijnlijkheid”. Verderop volgt dan nog:

“Een van de nieuwste opvattingen is die, dat wij zouden moeten denken aan hoe-Jahoe, als aanroep tot Jahwe. Dit zou dan geïnterpreteerd zijn geworden als: Hij is Hij. Een andere opvatting…” [4].

Zo vinden we in de “NBV Studiebijbel”, waar we in de andere uitgaven van de NBV in Ex. 6 : 2 gewoon “mijn naam HEER” lezen, het volgende:

“Ik ben aan Abraham, Isaak en Jakob verschenen als God, de Ontzagwekkende, maar mijn naam JHWH heb ik niet aan hen bekendgemaakt” [5].

In het kaderartikel “Namen voor God” zegt deze Studiebijbel:

“De naam JHWH (…). Deze naam van God is een verborgen, mystieke naam, omdat hij geen geschreven klinkers heeft. Al meer dan tweeduizend jaar is onbekend hoe de naam moet worden uitgesproken. Alleen de hogepriester sprak op Grote Verzoendag in de tempel Gods naam uit” [6].

Hier zegt men dat al meer dan tweeduizend jaar onbekend is hoe de Naam van God uitgesproken zou moeten worden. Maar in een apart kaderartikel over de “Godsnaam” lezen we:

“We weten echter niet welke klinkers oorspronkelijk bij het tetragrammaton hoorden. Meestal wordt aangenomen dat dit de klinkers ‘a’ en ‘e’ waren. JHWH zou dan klinken als Jahwe(h)” [7].

Zou God Zijn Naam al meer dan tweeduizend jaar voor Zijn kinderen verborgen hebben gehouden, terwijl Hij tegen Mozes zei: “Mijn Naam Jehovah” (Ex. 6 : 2)? En als deze Naam niet juist zou zijn, zou Hij dan Zijn Naam tweeduizend jaar voor Zijn kinderen verborgen hebben gehouden, en Deze nu in deze eindtijd door liberale theologen aan Zijn kinderen bekend hebben gemaakt?


Gods Naam vervangen op basis van suggestie

Is het u ook opgevallen dat de commentaren spreken over: “Het meest waarschijnlijke is…”, “Een andere opvatting…” en “Meestal wordt aangenomen….”? Zo wordt er heel wat af geredeneerd, maar daarmee ontkent men de lezing van de oude Reformatietekst, maar ook van Zijn voorgangers [8], die Jehovah als Naam van God noemen. Het zijn overigens niet alleen de bronnen, die te koppelen zijn aan Bijbelgelovigen, die de Naam “Jehovah” hebben, maar ook velen die de Schriftkritiek aanhangen gebruik(t)en de Naam “Jehovah”. De American Standard Version van 1901 na Chr., een product van vermenging met filosofie uit Alexandrië, stond bij vele Bijbelinstituten in hoog aanzien, en is door dezen vaak geprezen als de beste vertaling ooit [9]. Deze vertaling gebruikte ook de naam Jehovah!




Het tetragrammaton

Wist u dat er eigenlijk vele bewijzen zijn dat de Naam Jehovah werkelijk de Godsnaam is?

Het tetragrammaton (tetra = vier, van de vier medeklinkers) ziet er met de klinkerpunten als volgt uit:

(Jehovah)

Hebreeuws wordt van achteren naar voren gelezen. De eerste letter is de jod (), en die komt voor met de klinkerpunt Sheva (:). In het Hebreeuws wordt dit uitgesproken als “Je”. Dit is exact hetzelfde als in bijvoorbeeld het woord Jeruzalem, of het woord Jeshua:

(Jeruzalem)

(Jeshua)

Hetzelfde geldt voor de woorden Jood en Jericho [10]. Van deze woorden wordt ook geen Jaruzalem, Jashua of Jaricho gemaakt. Dit toont aan wat een onzin het is om het bij Jehovah wel te doen!


De klinkerpunten en het getuigenis van de Schrift

Het uitgangspunt volgens de moderne theologie is dat de klinkerpunten er later door de Masoreten (in de 10e eeuw [11]) bij gezet zijn [12], om de uitspraak van de woorden vast te leggen en te bewaren. Echter wanneer er in de Hebreeuwse tekst geen klinkerpunten bij staan, dan kan één woord twee of drie, en soms wel acht tot tien verschillende betekenissen hebben [13]. Een mooi voorbeeld vinden we in Psalm 7 : 12, waar geschreven staat: “God is een rechtvaardige Rechter, en een God, Die te allen dage toornt”. Door de klinkerpunten weg te laten kan men dit ook vertalen, zoals de zogenaamde Septuaginta dit gedaan heeft: “God is a righteous judge, and strong, and patient, not inflicting vengeance every day” (= “God is een rechtvaardige rechter, en sterk, en geduldig, die niet elke dag wraak uitoefent”). “God” is opeens “niet” geworden! En zo zijn er vele voorbeelden meer aan te halen. Een Nederlands voorbeeld. Laten we uitgaan van het woord “mr”. Daar kan “maar”, “muur”, “meer”, “mier”, “moer” en “mor” van gemaakt worden. Door de klinkerpunten weg te laten, ontstaat er een volledige vrijheid om de Schrift naar eigen inzicht uit te leggen [14]. Iets waartegen de Bijbel heel duidelijk waarschuwt! Het Woord van God is niet van eigen uitlegging (2 Petr. 1 : 20). Zo hoorde Mozes God spreken! En wanneer er een altaar gebouwd wordt, krijgt Mozes van God de volgende opdracht: “En gij zult op deze stenen schrijven alle woorden van deze wet, die goed uitdrukkende” (Deut. 27 : 8). Wanneer God wil dat Zijn Woord goed uitgedrukt wordt, en dat Zijn Woord niet van eigen uitlegging is, zou Hij dan alleen de medeklinkers in de Schrift gegeven hebben, waarbij elk woord drie tot tien verschillende betekenissen kan hebben? Zoals de Heere in de beginperiode van de Gemeente eiste dat er uitleg zou zijn wanneer er in vreemde talen gesproken werd (1 Kor. 14 : 27), zou Hij Zijn Woord dan zonder de broodnodige klinkers verstrekken? Onze God “is geen God van verwarring”, zegt 1 Kor. 14 : 33. Dat de Masoreten de klinkerpunten aan de tekst zouden hebben toegevoegd spreekt het getuigenis van de Schrift volledig tegen!


Bewijzen voor Jehovah

En zo blijken er al hele vroege bewijzen te zijn dat de klinkerpunten al lang voor de 10e eeuw in de tekst van het Oude Testament gestaan hebben. Zo bestaat er een boek uit het jaar 927 na Chr., met als onderwerp deze klinkerpunten [15]. In het jaar 1100 na Chr. is een boek bekend, waarin een discussie plaatsvindt, waarvan de auteur zegt dat deze discussie 400 jaar geleden heeft plaatsgevonden. In dit boek wordt verklaard dat de klinkerpunten hun oorsprong vinden bij Mozes [16]. Zo blijkt ook Hiëronymus, alhoewel zelf een Schriftcriticus vanuit de Roomse kerk, in zijn werken de betekenis van Hebreeuwse woorden af te wegen aan de hand van de klinkerpunten, en dan hebben we het over ongeveer 385 na Chr. Alleen door deze te kennen, kan men tot uitspraken komen dat bepaalde woorden een bepaalde uitspraak en betekenis hebben, anders kan men er van alles van maken. Hiëronymus schijnt regelmatig zulke uitspraken in zijn werken gedaan te hebben [17]. En zo zijn er vele voorbeelden meer te noemen. Dat betekent dus dat de klinkerpunten al ver voor Hiëronymus bestaan moeten hebben. Zo komt John Gill (1697 – 1771) uiteindelijk tot de conclusie:

“Uiteindelijk, wanneer de klinkerpunten niet verbonden waren met de letters van de heilige schrijvers, op het moment dat zij voor het eerst werden opgeschreven, maar een latere begindatum zouden hebben, dan zou dat bekend geweest zijn. (…) We zouden weten wie ze geplaatst zouden hebben, en wanneer. Echter niets daarvan is ooit gebleken. [De verschillende theorieën, die er wel bestaan,] zijn slechts vermoedens, zonder ook maar enkele grond. Daardoor kunnen we over het geheel concluderen dat ze oorspronkelijk geplaatst zijn door de heilige schrijvers, Mozes en de profeten” [18].

De bewijzen van John Gill kan ik niet allemaal nalopen. Maar ze sluiten aan bij het getuigenis van de Schrift, dat de Heere Zijn Woorden gegeven heeft, “die goed uitdrukkende” (Deut. 27 : 8), waaraan wij mensen niet mogen toevoegen, en waar wij mensen niet vanaf mogen doen (Deut. 4 : 2, Spr. 30 : 6, Openb. 22 : 18, 19). Dat betekent dus dat de klinkerpunten in  (Jehovah) niet zijn toegevoegd, maar er altijd al hebben gestaan, ondanks dat Rabbijnen deze in een bepaalde periode van de geschiedenis uit de tekst, die in de synagogen gelezen werd, hebben weggehaald. De occulte Kabbalisten en degenen die allegoriserende Schriftuitleg nastreefden waren hier de oorzaak van. Zij wilden niet gebonden zijn aan één betekenis van een woord. Tevens kon men hierdoor de Messiaanse profetieën anders vertalen, waardoor de heenwijs naar de Messias eruit gehaald kon worden [19]. Maar: God heeft Zijn Woord tegen de mensen bewaard, zegt Psalm 12 : 8. Niets verborgen of mystieke Naam, zoals het NBG durft te beweren, want al meer dan 3500 jaar [20] is de Naam Jehovah bekend!


De omslag van Jehovah naar Jahweh

En toch vindt er dan ergens een omslag plaats, want tegenwoordig spreekt men liever over Jahweh, dan over Jehovah. In 1567 wekte Genebrardus de suggestie dat YHWH uitgesproken dient te worden als Jahweh, maar het is niet eerder dan de 19e eeuw dat dit algemeen geaccepteerd werd [21]. Het waren met name antisemitische Duitse liberale theologen die al snel de naam Jahweh gebruikten. Zij ontkenden in feite dat God het Oude Testament had gegeven. Zij gebruikten de naam Jahweh om aan te tonen dat de God van Israël niets meer was dan een stammen-god [22]. Dat “Jahweh” van Duitse oorsprong is, blijkt ook uit de letters “weh”. De Duitsers spellen weliswaar “weh”, maar spraken het uit als “veh” [23]. En toch heeft het er uiteindelijk toe geleid dat men vandaag de dag “Jahweh” uitspreekt met een “w”.

En zo zien we de omslag komen. Daar waar zelfs de moderne herdruk uit 1994 van “Strong’s Concordance of the Bible” uit 1890 als definitie van het Hebreeuwse woord in Ex. 6 : 2 nog geeft (nummer <03068>):

“Yehôvâh, yeh-ho-vaw, (de) zelf Bestaande of Eeuwige, Jeho-vah, Joodse nationale naam van God: –Jehovah, de Heere” [24].

Daar zien we, in een bewerking van de “Strong’s Concordance” op de “Online Bible” [25], het volgende bij hetzelfde Hebreeuwse woord:




Men is dus overgestapt op de Naam “Jahweh”. De “Bijbelse Encyclopedie” uit 1975 en de “NBV Studiebijbel” uit 2008, beiden eerder geciteerd in deze studie, spreken boekdelen. In “Wikipedia” komen we nog tegen:

“In de King James Version en veel oudere versies van de Bijbel wordt JHVH op sommige plaatsen vertaald als Jehovah. Maar bijna alle moderne Bijbels vervangen het tetragrammaton door “Heere” of “GOD”, alhoewel de “Sacred Name Movement” (= Heilige Naam Beweging), actief sinds de jaren 1930, het gebruik van de naam Yahweh in Bijbelvertalingen en liturgie promoot” [26].

Volgens “Wikipedia” is er dus sinds de jaren 30 van de vorige eeuw een beweging die actief de naam “Jahweh” promoot.


Wikipedia: Jahweh = een stammen-god uit het Nabije Oosten

Er is dus blijkbaar een bepaald proces aan de gang die de Godsnaam wil veranderen. Vanwaar die verandering, dat men nu opeens Jahweh promoot? Wanneer we terugdenken aan wat Jer. 23 : 27 zegt, “Die daar denken om Mijn volk Mijn Naam te doen vergeten,…”, dan gaan we vermoeden dat er meer aan de hand is.

Wanneer we in “Wikipedia” op zoek gaan, dan wordt ons eigenlijk al duidelijk waarom men tegenwoordig aanstuurt op het gebruik van Jahweh. Wanneer we het artikel over “Jehovah” bekijken dan lezen we weliswaar over de discussie van de plaatsing van de klinkerpunten, en dat men daardoor tegenwoordig vaak voor Jahweh kiest, maar verder wordt Jehovah “de God van Israël” genoemd [27]. Wanneer we echter in het artikel over “Yahweh” kijken, dan wordt “Yahweh” weliswaar “de nationale god van de koninkrijken Israël en Juda uit het ijzeren tijdperk” genoemd [28], maar tevens lezen we het volgende:

“Vroege verering van Yahweh is waarschijnlijk in zuid Kanaän ontstaan gedurende het eind van het Bronzen tijdperk. Het is waarschijnlijk dat Yahu of Yahweh in het zuiden van Kanaän werd vereerd (Edom, Moab, Midian) vanaf de 14e eeuw voor Chr., en dat deze Cultus door de Kenieten naar het noorden is overgebracht” [29].

“De naam zou ontstaan kunnen zijn als bijnaam van de god El, oppergod van het Kanaänitische pantheon uit het Bronzen tijdperk, (…) en is blijkbaar uniek geweest voor Israël en Juda, alhoewel Jahweh misschien drie eeuwen voor de opkomst van Israël ten zuiden van de Dode Zee vereerd werd. De vroegste verwijzing naar een godheid die Yahweh genoemd wordt, is te vinden in Egyptische teksten van de 13e eeuw voor Christus. (…). In de oudste Bijbelse literatuur (12e – 11e eeuw v. Chr.) is Yahweh een typische oud-goddelijke strijder van het Nabije Oosten, die het hemelse leger leidt tegen Israëls vijanden. Hij en Israël zijn verbonden door een verbond, waaronder Yahweh Israël wil beschermen, en waaronder Israël geen andere goden zal aanbidden. In een latere periode functioneerde Yahweh als een familie cultus (de god van het koninklijk huis), met het hof dat hem als oppergod boven alle goden in het pantheon bestempelt (bijv. Baäl, El en Asherah (…)). Na verloop van tijd werd het Yawhisme steeds intoleranter tegenover rivalen, en het koninklijk hof promootte Yahweh als de god van de gehele kosmos, terwijl hij alle positieve eigenschappen bezat, die eerder toegeschreven werden aan de andere goden en godinnen” [30].

Al eerder stelden we dat de hedendaagse keuze van Jahweh door ongeloof gepromoot werd door antisemitische Duitse liberale theologen. Maar in het zojuist gelezen citaat lezen we dat de naam “Jahweh” gekoppeld is aan de (af)goden El en Yahu, en dat er gesproken wordt over Jahweh als de god van een familiecultus. Maar dit is een wereldse bron. Zegt de “NBV Studiebijbel” hier ook iets over?


Het Godsbeeld van de theologen van het NBG

In het al eerder aangehaalde kaderartikel over de “Godsnaam” wordt niet direct verband gelegd tussen “Jahweh” en de andere goden, maar dat het Godsbeeld van de theologen van het NBG anders is, dan die van Gods Woord, blijkt uit de zinsnede:

“Bij het werken aan De Nieuwe Bijbelvertaling is de weergave van de godsnaam lange tijd een punt van discussie geweest. Tegen de vertaling ‘Heer’ werd ingebracht dat het feitelijk geen eigennaam is en dat het een uitsluitend mannelijke godsvoorstelling versterkt” [31].

Men heeft dus moeite met de uitsluitend mannelijke Godsvoorstelling! Maar welk gebed leert de Heere Jezus Zijn discipelen? Hij zegt: “Gij dan bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen zijt!” (Matth. 6 : 9). De Heere Jezus noemt God “Onze Vader”! Of we lezen in Rom. 8 : 15 het volgende: “Want gij hebt niet ontvangen de Geest der dienstbaarheid weer tot vreze; maar gij hebt ontvangen de Geest der aanneming tot kinderen, door Wie wij roepen: Abba, Vader!”. In dit laatste vers zien we het nog eens dubbelop, want wij roepen door de Heilige Geest: “Vader”! Maar niet alleen dat, ook nog eens “Abba”, wat in het Aramees ook “Vader” betekent! De Bijbel stelt de Heere God voor als een mannelijk Wezen! Wanneer men dit niet accepteert, en wat anders wil roepen, dan wordt men klaarblijkelijk niet geleid door de Heilige Geest!


De invloed van de Griekse filosofie

Maar dat is niet het enige wat de “NBV Studiebijbel” over het Godsbeeld laat zien. In een kaderartikel “Goden en afgoden” lezen we onder andere:

“Het idee dat er slechts één God bestaat, is van later datum. (…) Een bijzondere positie in dit verhaal heeft de god El. Deze god werd vereerd door de Kanaänieten en is bekend uit de teksten van Ugarit. Daarin wordt El beschreven als hoofd van de vergadering van goden, het pantheon. De naam El komt men ook vaak in de Bijbel tegen. Maar El is niet één van de ‘verboden goden’. Integendeel, El wordt juist gelijkgesteld aan JHWH. Dat was mogelijk doordat El niet alleen een eigennaam was, maar ook het Hebreeuwse woord voor ‘god’. Toch bevat de Bijbel ook enkele teksten waarin El nog als eigennaam fungeert, zoals in Genesis 33 : 20, waar een altaar de naam krijgt: ‘El is de God van Israël’” [32].

En hier zien we opeens hoe men God als één van de goden van het pantheon ziet! God staat onder El, of wordt gelijkgesteld aan El. Men accepteert dus meerdere goden! Opeens wordt een on-Bijbels woord gelanceerd. En hier zien we de invloed van de Griekse filosofie. Men legt de Schrift niet uit door Schrift met Schrift te vergelijken, maar gaat te rade bij de Griekse filosofie. Wanneer we het woord “pantheon” opzoeken in bijvoorbeeld “Wikipedia”, dan lezen we:

“Pantheon is de benaming voor het totaal van godheden. De term wordt in het bijzonder gebruikt wanneer, zoals in de Griekse mythologie, de godenwereld een duidelijke structuur krijgt, met een bepaalde hiërarchie, omschreven familieverhoudingen en afgebakende taken. Voor deze structurering valt vooral Homerus de eer ten deel” [33].

En zo zien we hoe het NBG niet alleen Philo van Alexandrië raadpleegt [34], maar ook het gedachtegoed van Homerus aanvaardt als vaststaand gegeven, en dat men de Bijbel van daaruit verklaart. En dat terwijl de Heere God zo duidelijk waarschuwt tegen de filosofie en de overleveringen van de mensen. Kol. 2 : 8 laat zo duidelijk zien dat we daardoor niet bij Christus komen, maar bij de wereld! In Kol. 2 : 8 staat geschreven: “Ziet toe, dat niemand u als een roof meevoere door de filosofie, en ijdele verleiding, naar de overlevering der mensen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus”.


Zijn er meerdere goden volgens de Bijbel?

De beschrijving van het pantheon kan nuttige informatie opleveren, om te zien hoe de volken om Israël heen leefden, om te zien waar het volk Israël mee te maken had, en waar de apostelen tegen aanliepen toen zij het Evangelie de wereld in brachten. Maar wat het NBG hier doet, is de Openbaring van de Schepper van hemel en aarde, onderdeel maken van dat pantheon, en dat terwijl God in Jes. 44 : 6 zegt: “Zo zegt de HEERE, de Koning van Israël, en zijn Verlosser, de HEERE der heerscharen: Ik ben de Eerste, en Ik ben de Laatste, en behalve Mij is er geen God”. Maar betekent dit dat er geen andere goden zijn? Wat betekent het dat God zegt dat er behalve Hem geen God is? De Bijbel Zelf laat zien dat er andere goden zijn! En dat is echt niet iets van de vroege Bijbelse geschiedenis, dat vinden we zelfs in het Nieuwe Testament. In 1 Kor. 8 : 5, 6 lezen we bijvoorbeeld: “Want hoewel er ook zijn, die goden genaamd worden, hetzij in de hemel, hetzij op de aarde (gelijk er vele goden en vele heren zijn), Nochtans hebben wij maar één God, de Vader, uit Wie alle dingen zijn…”. God zegt dus dat er meerdere goden zijn, maar kijk goed wat er staat: “gelijk er vele goden en vele heren zijn…”. Daar wordt het woordje “gelijk” gebruikt. Het stukje ervoor laat namelijk zien: “hoewel er ook zijn, die goden genaamd worden…”. Met andere woorden: Er zijn er velen die goden genoemd worden, maar het eigenlijk niet zijn. En ja, daar zijn er een heleboel van. De context van Jesaja 44 maakt dat overigens ook duidelijk. Daar waar God de Schepper hemel en aarde gemaakt heeft, kunnen die goden namelijk helemaal niets uitrichten. In Jes. 44 : 7 – 11 lezen we: “En wie zal, zoals Ik, roepen en het verkondigen, en het ordelijk voor Mij stellen, sedert dat Ik een eeuwig volk gesteld heb? en laat ze de toekomstige dingen, en die komen zullen, hun verkondigen. Verschrikt niet, en vreest niet; heb Ik het u van toen af niet doen horen en verkondigd? Want gij zijt Mijn getuigen: is er ook een God behalve Mij? Immers, is er geen andere rotssteen: Ik ken er geen? De formeerders van gesneden beelden zijn al te zamen ijdelheid, en hun gewenste dingen doen geen nut; ja, zij zelf zijn hun getuigen; zij zien niet, en zij weten niet, daarom zullen zij beschaamd worden. Wie formeert een god, en giet een beeld, dat geen nut doet? Ziet, al hun medegenoten zullen beschaamd worden, want de werkmeesters zijn uit de mensen; dat zij zich allemaal vergaderen, dat zij opstaan, zij zullen verschrikken, zij zullen tesamen beschaamd worden”. Die andere goden zijn door mensen gemaakt, het gaat om gesneden beelden, zij kunnen helemaal niets! Een ieder die ze volgt zal uiteindelijk beschaamd worden. Daartegenover staat de God Die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij komt niet uit mensenhanden voort. Hij kan zien, en Hij weet. Hij heeft de toekomst bekend gemaakt en in Zijn Woord opgenomen. En Zijn Woord komt letterlijk uit [35]. Iedereen kan erachter komen dat Zijn Woord de Waarheid is, iedereen kan erachter komen dat die God de Enige Waarheid is!

En daar waar vreemde goden alsnog invloed op aarde uitoefenen, geeft de Bijbel daar alsnog een verklaring voor. Het waren de “zonen van God” die zich in Noachs dagen vermengden met de dochters der mensen, uit wie een boos reuzengeslacht voortkwam (Gen. 6 : 4). Het gaat te ver om dat hier uit te werken, maar in een andere studie hebben we gezien dat het gaat om gevallen engelen [36] (in eerste instantie ook geschapen door God) die een mensengedaante aannamen en zich met de mensen vermengden, en dat we hierin de basis hebben voor de afgoden van de mythologie uit de diverse volken. Deze goden zijn gestorven/of zullen sterven als de mensen (zie ook 2 Petr. 2 : 4 en Jud. 6)! Dit zijn geen goden, maar ook zij zijn door mensen in de mythologie tot goden gemaakt. Zij zijn gevallen engelen. Zij sterven als de mensen. Er is maar één ECHTE God!


Hoe men valse bewijzen vergaart

Dat het NBG het Griekse pantheon als een gegeven hanteert, en God tot onderdeel van het polytheïsme maakt, blijkt ook uit een ander kaderartikel, over de “Godenwereld”, waarin we lezen:

“De wortels van de Bijbel reiken tot in het polytheïstische wereldbeeld van het Oude Nabije Oosten. Zo bewaren een Qumrantekst en de Septuaginta een vermoedelijke oude lezing van Deuteronomium 32 : 8 – 9: ‘Toen Eljon [“de Allerhoogste”] land toewees aan elk volk/ en de mensen ieder hun deel gaf,/ bepaalde hij de grenzen voor alle volken/ naar het aantal van de zonen van Elohiem [d.w.z. van de goden]./ Want JHWH’s deel is zijn volk,/ Jakob is zijn eigen erfenis’. Volgens veel onderzoekers herinnert deze tekst aan de voorstelling van de god El, hier Eljon genoemd, als hoofd van het pantheon, en van JHWH als één van de zonen van El. Eljon geeft alle goden een volk of land, het erfdeel van JHWH is Israël. De masoretische tekst van Deuteronomium 32 : 8 biedt een gekuiste versie, waarbij ‘zonen van Elohiem’ is veranderd in ‘zonen [“nazaten”] van Israël” [37].

Dit citaat laat niet alleen zien dat men God gelijk stelt aan de andere afgoden, en Hem als één van hen ziet, maar tevens dat men hier valse bewijzen voor gebruikt! Elk middel wordt aangewend voor een poging om God van Zijn troon te stoten. Men haalt namelijk een Qumrantekst aan. Maar deze zegt heel wat anders dan de Masoretische tekst! Wanneer men de Masoretische tekst vertaalt, dan krijgen we wat er in de Statenvertaling staat in Deut. 32 : 8 en 9: “Toen de Allerhoogste aan de volken de erfenis uitdeelde, toen Hij Adams kinderen vaneen scheidde, heeft Hij de grenzen der volken gesteld naar het getal van de kinderen Israëls. Want des HEEREN deel is Zijn volk, Jakob is het snoer van Zijn erve”. Vervolgens zegt men dat de zogenaamde Septuaginta de Qumran-lezing ondersteunt, maar de Septuaginta spreekt niet over “goden”, maar over “engelen Gods”! Ook dat is wat anders dan wat de Masoretische tekst zegt. Dit is niet vreemd daar ook de Septuaginta tot de Alexandrijnse, met filosofie vervalste, handschriften behoort. Maar dat betekent dat de Septuaginta en de Qumrantekst twee aparte teksten zijn, die tegenover de eeuwenlang bewaarde Masoretische tekst staan, terwijl ze onderling afwijken. Waar haalt men het vandaan dat de zogenaamde Septuaginta die Qumrantekst bevestigt? In Gen. 6 : 2 spreekt God over “Gods zonen”, die engelen Gods blijken te zijn, weliswaar gevallen engelen. Maar zij zijn Gods zonen, omdat zij in het begin door God geschapen zijn (Ps. 104 : 4). En op de site “DeBijbel.nl” van het NBG zegt men daarover:

“Er zijn in het Oude Testament ook andere termen voor hemelse wezens die bij God horen, zoals ‘de zonen van God / de goden’ (Genesis 6:2; Job 38:7), (…). In sommige gevallen gaat het over ‘goden’ (bijvoorbeeld Genesis 6:1-4, psalm 82:6), waarbij de bijbelse tekst hun goddelijke karakter overigens juist afzwakt. In andere gevallen gaat het over Gods hemelse dienaren. Later werden al deze wezens tot de categorie van de engelen gerekend” [38].


Hoe eigen definities de vertaling gaan bepalen

In het citaat hiervoor zien we dus dat het NBG “gevallen engelen” tot “goden” bestempelt, die volgens hen later pas tot de categorie engelen gerekend zijn (de NBV spreekt in Gen. 6 dan ook over “zonen van de goden”, en de BGT over “de goden”!). En daarmee legt het NBG de Bijbel uit met haar eigen lexicon, met haar eigen definitie, die totaal niet op de Bijbel gegrond is. Deze engelen zijn geen God(en), zij zijn door God geschapen en zijn gevallen, en door mensen tot goden gemaakt. Die goden zijn dan afgoden. De God van de Bijbel zou volgens het NBG dus één van die goden, één van die gevallen engelen zijn…! De uitleg van het NBG is gewoon Godslasterlijk!


De Statenvertaling: geen gekuiste, maar de juiste versie!

Overigens, laten we ons hier in herinnering roepen dat de Qumran gemeenschap bevolkt werd door de Essenen, een esoterische (geheime, occulte), mystieke gemeenschap, die zich liet leiden door “engelenwezens” en die het bestaan van de Bijbelse Messias en Verlosser Jezus Christus loochende [39]! Geen wonder dat we in deze teksten niets lezen over de kinderen Israëls, en zelfs niet over engelen, maar dat dit verworden is tot goden! In Deut. 32 : 8 gaat het dus helemaal niet over “goden”; God heeft Zijn Woord bewaard in de Statenvertaling, het gaat over “kinderen Israëls”. De Masoretische tekst, en daarmee de Statenvertaling en de King James 1611, geeft geen gekuiste versie, maar geeft de juiste versie! En alleen dan levert dit vers in de context van Gods Woord geen probleem op. Gods Woord is nu eenmaal DE WAARHEID.


Is Israëls God een Kanaänitische god?

Zo zegt het kaderartikel over de “Godenwereld” ook nog, dat volgens de Bijbel:

“Er is ruimte voor slechts één God. Niet zozeer vanuit een theoretisch principe, als wel omdat die ene God alle macht opeist. Deze ontwikkeling heeft zich doorgezet. JHWH werd de enige God, met om zich heen niet meer dan een hemelse hofhouding” [40].

Hier zien we dus dat men God in feite als een grote dictator afschildert, Die alle macht opgeëist heeft van andere gelijkwaardige goden. Niets is echter minder waar, want God komt alle eer en macht toe, omdat Hij de hemel en de aarde geschapen heeft. Hij is de rechtmatige Eigenaar van alle leven! En Hij heeft er alles aan gedaan om dat leven in verzoening met Hem te laten leven. Laat u niet misleiden door het met leugens opgebouwde betoog van het NBG!

Zowel “Wikipedia” als het NBG suggereren dus, op basis van de naam “Jahweh”(!), dat Israël zijn “stammen-god” van andere volken uit Kanaän overgenomen heeft. Óók dit gaat recht tegen de Schrift in. God zegt heel duidelijk in de Wet: “In alles wat Ik tot u gezegd heb, zult gij op uw hoede zijn; en de naam van andere goden zult gij niet gedenken, uit uw mond zal hij niet gehoord worden” (Ex. 23 : 13). Uit dit vers blijkt eens te meer dat Israëls God niet één van die andere goden uit Kanaän was/is! En eens te meer blijkt dat Israëls God niet van andere volken overgenomen is! Het NBG heeft een “eigen fabel” gecreëerd!


“Valselijk genaamde wetenschap”

Uit dit alles blijkt dat het NBG en de Schriftkritiek op één lijn staan met wat de wereld, de ongelovigen, over “God” willen horen. De theologie van het NBG is geen Bijbeluitleg, maar staat gelijk aan de wetenschap die God niet wil kennen. Het traject van de Schriftkritiek is gebaseerd op ongeloof. Een wetenschap waarvan de Bijbel zegt: “O Timótheüs, bewaar het pand u toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap; welke sommigen voorgevende, zijn van het geloof afgeweken. De genade zij met u. Amen” (1 Tim. 6 : 20, 21). Deze tekst vormt een “losse” vermaning of aansporing in het slot van 1 Timótheüs, maar wat heeft deze tekst in het kader van dit boekje een duidelijke betekenis! We hebben gezien hoe de wetenschappelijke theologie Godslasterlijk bezig is, en in feite bezig is met ijdel-roepen, het roepen van lege dingen die nergens op gebaseerd zijn. We hebben gezien hoe men valse bewijzen vergaart tegen de eeuwenlang door God bewaarde tekst. En zo hebben we te maken met “valselijk genaamde wetenschap”!

Deze “valselijk genaamde wetenschap”, hier bij name van het NBG, is wel de organisatie die de nieuwe “bijbel”vertalingen aan de man brengt! En dat is al een hele rij: de NBG-’51, Groot-Nieuws, de NBV en de BGT. Al deze nieuwe vertalingen komen uit dezelfde koker. Een geleidelijk proces, dat de laatste jaren overigens in een versnelling gekomen lijkt te zijn. Een proces dat gebaseerd is op ongeloof! U mag gewaarschuwd zijn.


[1]  ‘Bijbel – met kanttekeningen’, deel: Genesis – Esther, Den Hertog, Houten, 1997, blz. 113.
[2]  ‘Bijbelse Encyclopedie’, W. H. Gispen et al., Uitgeversmaatschappij J. H. Kok, Kampen, 1975, blz. 391.
[3]  ‘Bijbelse Encyclopedie’, W. H. Gispen et al., Uitgeversmaatschappij J. H. Kok, Kampen, 1975, blz. 382.
[4]  ‘Bijbelse Encyclopedie’, W. H. Gispen et al., Uitgeversmaatschappij J. H. Kok, Kampen, 1975, blz. 382.
[5]  ‘NBV Studiebijbel’, NBG, KBS, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010 (2e druk), blz. 106.
[6]  ‘NBV Studiebijbel’, NBG, KBS, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010 (2e druk), blz. 925.
[7]  ‘NBV Studiebijbel’, NBG, KBS, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010 (2e druk), blz. 102.
[8]  ‘Jehovah’, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Jehovah.
[9]  Zie bijvoorbeeld: http://yrm.org/bestbible-version.htm.
[10] ‘In Awe of Thy Word: Understanding the King James Bible, Its Mystery and History, Letter by Letter’, G.A. Riplinger and Bryn Riplinger Shutt, A.V. Publications Corp., USA, 2003, blz. 418.
[11] ‘In Awe of Thy Word: Understanding the King James Bible, Its Mystery and History, Letter by Letter’, G.A. Riplinger and Bryn Riplinger Shutt, A.V. Publications Corp., USA, 2003, blz. 434.
[12] ‘Jehovah’, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Jehovah.
[13] ‘A dissertation concerning the antiquity of the Hebrew-language, letters, vowel-points, and accents’, John Gill, Londen, 1765, blz. 86, 87 (pdf in mijn bezit).
[14] ‘A dissertation concerning the antiquity of the Hebrew-language, letters, vowel-points, and accents’, John Gill, Londen, 1765, blz. 87 (pdf in mijn bezit).
[15] ‘A dissertation concerning the antiquity of the Hebrew-language, letters, vowel-points, and accents’, John Gill, Londen, 1765, blz. 50 (pdf in mijn bezit).
[16] ‘A dissertation concerning the antiquity of the Hebrew-language, letters, vowel-points, and accents’, John Gill, Londen, 1765, blz. 51 (pdf in mijn bezit).
[17] ‘A dissertation concerning the antiquity of the Hebrew-language, letters, vowel-points, and accents’, John Gill, Londen, 1765, blz. 58, 59 (pdf in mijn bezit).
[18] ‘A dissertation concerning the antiquity of the Hebrew-language, letters, vowel-points, and accents’, John Gill, Londen, 1765, blz. 88 (pdf in mijn bezit).
[19] ‘In Awe of Thy Word: Understanding the King James Bible, Its Mystery and History, Letter by Letter’, G.A. Riplinger and Bryn Riplinger Shutt, A.V. Publications Corp., USA, 2003, blz. 432, 433.
[20] Mozes kreeg deze Naam in 1491 v. Chr. te horen. Bron: ‘The Ruckman Reference Bible’, Dr. Peter S. Ruckman, BB Bookstore, Pensacola, FL, USA, 2009, blz. 108.
[21] ‘Jehovah’, bron: http://195.8.126.70/uib/wiki/wp/j/Jehovah.htm.
[22] ‘In Awe of Thy Word: Understanding the King James Bible, Its Mystery and History, Letter by Letter’, G.A. Riplinger and Bryn Riplinger Shutt, A.V. Publications Corp., USA, 2003, blz. 417.
[23] ‘In Awe of Thy Word: Understanding the King James Bible, Its Mystery and History, Letter by Letter’, G.A. Riplinger and Bryn Riplinger Shutt, A.V. Publications Corp., USA, 2003, blz. 421.
[24] ‘A Concise Dictionary of the Words in the Hebrew Bible’, in: ‘Strong’s New Exhaustive Concordance of the Bible’, James Strong, World Bible Publishers Inc., Iowa Falls, Iowa, 1890, 1994, blz. 62.
[25] ‘Online Bible’, Stichting Importantia, Dordrecht, mei 2000; waarop geraadpleegd: ‘Strong’s Lexicon’ bij woordnr. <3068>.
[26] ‘Jahweh’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Yahweh.
[27] ‘Jehovah’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Jehovah.
[28] ‘Yahweh’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Yahweh.
[29] ‘Yahweh’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Yahweh.
[30] ‘Yahweh’, Wikipedia, The Free Encyclopedia, bron: http://en.wikipedia.org/wiki/Yahweh.
[31] ‘NBV Studiebijbel’, NBG, KBS, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010 (2e druk), blz. 102.
[32] ‘NBV Studiebijbel’, NBG, KBS, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010 (2e druk), blz. 388.
[33] ‘Pantheon’, Wikipedia, De vrije encyclopedie, bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Pantheon_%28religie%29.
[34] Zie: ‘Waar is “het Woord” gebleven?’, Arjan Huurnink, Bijbel en Geloof, www.bijbelengeloof.com.
[35] ‘De Bijbel: een bijzonder Boek!’ Arjan Huurnink, Bijbel en Geloof, www.bijbelengeloof.com.
[36] ‘Engelen en gevallen engelen’, Arjan Huurnink, Bijbel en Geloof, www.bijbelengeloof.com
[37] ‘NBV Studiebijbel’, NBG, KBS, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010 (2e druk), blz. 385.
[38] ‘Engel OT’, DeBijbel.nl, NBG, bron: https://www.debijbel.nl/onderwerpen/s/engel-ot/521.
[39] ‘De Dode Zeerollen’, Arjan Huurnink, Bijbel en Geloof, www.bijbelengeloof.com
[40] ‘NBV Studiebijbel’, NBG, KBS, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010 (2e druk), blz. 385.