De Naam van onze Heere Jezus Christus



“En gij zult Zijn naam noemen JEZUS”

In Matth. 1 : 18 – 25 kunnen we lezen dat tegen Jozef gezegd wordt: “En zij zal een Zoon baren, en gij zult Zijn naam noemen JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden” (Matth. 1 : 21). Wanneer de geboorte van de Heere Jezus aangekondigd wordt, dan krijgen zowel Maria als Jozef de opdracht  om het komende kindje JEZUS te noemen. Van Maria kunt u dat lezen in Luk.1 : 31: “En zie, gij zult bevrucht worden, en een Zoon baren, en zult Zijn naam noemen JEZUS”. Een ander gedeelte, dat gaat over de naam van de Heere Jezus, staat in Filip. 2 : 5 – 11.


Een Naam boven alle naam

We lezen in Filip. 2 : 9 dat God Jezus een Naam heeft gegeven “welke boven alle naam is”, en vers 10 en 11 gaan dan verder: “Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie van hen, die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader”. Er komt een tijd, volgens dit vers, dat iedereen zal weten Wie Jezus Christus is. Het zal zelfs zover komen dat ze zullen belijden dat Hij de Heere is. Maar hieruit blijkt ook wat de volledige naam van de Jezus van de Bijbel is: Heere Jezus Christus!


God geopenbaard in het vlees

Toen de Heere Jezus op aarde kwam kreeg Hij de Naam JEZUS. JEZUS is in feite Zijn menselijke naam. Matth. 1 : 18 beschrijft hoe Maria zwanger werd bevonden uit de Heilige Geest. Jezus kwam van de Vader, en het Nieuwe Testament openbaart hoe het God is, Die Zich in Jezus op aarde manifesteert. 1 Tim. 3 : 16 zegt: “En buiten alle twijfel, de verborgenheid der godzaligheid is groot: God is geopenbaard in het vlees, is gerechtvaardigd in de Geest, is gezien van de engelen, is gepredikt onder de heidenen, is geloofd in de wereld, is opgenomen in heerlijkheid”. In Jezus kreeg God een lichaam, en kwam God naar de mensen toe. Kol. 2 : 9 zegt zo mooi: “Want in Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk”. Vandaar dat een andere Naam van de Heere Jezus ook Emmanuël is, wat volgens Matth. 1 : 23 “God met ons” betekent. Jezus Christus was volkomen God! God kreeg een menselijk lichaam, doordat een vrouw uit de Heilige Geest zwanger werd bevonden. En in die zin was de Heere Jezus óók volkomen mens. Heel mooi staat dit ook beschreven in Hebr. 2 : 14 – 15: “Aangezien dan de kinderen het vlees en bloed deelachtig zijn, zo is Hij ook eveneens die deelachtig geworden, opdat Hij door de dood te niet doen zou degene, die het geweld des doods had, dat is, de duivel; en verlossen zou al degenen, die met vreze des doods, gedurende heel hun leven, aan de dienstbaarheid onderworpen waren”. De Heere Jezus was volkomen mens geworden, Hij was vlees en bloed deelachtig geworden, of, zoals Filip. 2 : 7 het zegt: Hij “heeft Zichzelf vernietigd, de gestaltenis van een dienstknecht aangenomen hebbende, en is de mensen gelijk geworden”. En dat allemaal om voor de mensen te sterven, en Zijn bloed voor ons te vergieten [1].


Gods genadegift: het eeuwige leven

De Heere Jezus kwam in de eerste plaats voor Zijn volk, om, zo staat er in Matth. 1 : 21: “…Want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden”. Zijn volk verwierp Hem, en God richtte Zich daarna op de heidenen, om via hen, Zijn boodschap tot heil te verkondigen. En zo vinden we dan ook in 2 Kor. 5 : 21 aan de Gemeente van Jezus Christus geschreven: “Want Hem, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem”. Doordat de Heere Jezus uit de Heilige Geest geboren was, had Hij via Maria weliswaar een menselijk lichaam, maar Hij was God, Hij was ZONDER ZONDEN! Dat is totaal in tegenstelling tot ons mensen die uit een vrouw én een man geboren worden. Het is de lijn van Adam, waardoor alle mensen gezondigd hebben in Adam, en dus de dood schuldig zijn. Rom. 5 : 12 zegt: “Daarom, gelijk door één mens de zonde in de wereld ingekomen is, en door de zonde de dood; en alzo is de dood tot alle mensen doorgegaan, in welke allen gezondigd hebben”. De straf op de zonde is de dood. Dit blijkt uit het feit dat de mensen na de zondeval sterven (Gen. 2 : 17), maar ook geestelijk dood geworden zijn; het is niet voor niets dat het Nieuwe Testament openbaart dat mensen wedergeboren moeten worden, opnieuw geboren, niet alleen uit water (fysiek), maar ook uit de Geest (Joh. 3 : 3 – 6). In Rom. 6 : 23 staat: “De bezoldiging [= het loon] van de zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onze Heere”. De mens gaat niet alleen lichamelijk dood, maar is voor God ook geestelijk dood. De mens zonder God, de mens zonder Jezus Christus, belandt volgens Gods Woord in de poel des vuurs (Openb. 20 : 11 – 15). Maar Jezus was zonder zonden, en was daardoor rechtmatig in staat om onze zonden op Zich te nemen (1 Petr. 2 : 24), waardoor wij “rechtvaardigheid Gods in Hem” worden! God ziet ons in Christus rein, en geeft ons als genadegift het eeuwige leven! Rom. 5 : 18 en 19 spreken daarover: “Zo dan, gelijk door één misdaad de schuld gekomen is over alle mensen tot verdoemenis, alzo komt ook door één rechtvaardigheid de genade over alle mensen tot rechtvaardigmaking des levens. Want gelijk door de ongehoorzaamheid van die ene mens velen tot zondaars gesteld zijn geworden, alzo zullen ook door de gehoorzaamheid van Eén velen tot rechtvaardigen gesteld worden”.


U is heden geboren de Zaligmaker

De Naam ‘Jezus’, die Hij kreeg toen Hij op aarde kwam, komt van het Hebreeuwse ‘Jozua’, en betekent “Verlosser” of “Zaligmaker”. Het geeft aan dat de Heere redt. Het is dan ook niet voor niets dat, wanneer de eerste keer bekend wordt gemaakt, dat de naam van de Messias JEZUS zal zijn, er in Gods Woord het volgende bijstaat: “Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden” (Matth. 1 : 21).  En zo wordt Hij ook aan de herders bekend gemaakt. In Luk. 2 : 10 – 11 lezen we:  “En de engel zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die voor het gehele volk wezen zal; Namelijk dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere, in de stad Davids”.  En dat Hij niet alleen de Zaligmaker voor het Joodse volk is, blijkt uit hetgeen Simeon mocht profeteren. In Luk. 2 : 30 – 32 lezen we: “Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken: Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israël”.


Een andere Jezus…?

Maar geeft de naam JEZUS volledig aan Wie Hij is, en om Wie het gaat? NEE! We komen in de Bijbel bijvoorbeeld een andere Jezus tegen. En wel in Kol. 4 : 11: “…en Jezus, gezegd Justus, die uit de besnijdenis zijn; dezen alleen zijn mijn medearbeiders in het Koninkrijk Gods, die mij een vertroosting geweest zijn”. In Hand. 13 : 6 komen we een tovenaar, een valse profeet met de naam ‘Bar-Jezus’ (‘Zoon van Jezus’) tegen. Dat betekent dat ook andere mensen in Bijbelse tijden ‘Jezus’ heetten, net zoals er in de Bijbel verschillende Jozua’s voorkomen. De Rooms-katholieke ‘bijbel’ kent extra boeken, die buiten de canon van de Schrift vallen, en niet geïnspireerd zijn, de zogenaamde apocriefe boeken. Eén van deze boeken heet ‘Wijsheid van Jezus Sirach’, naar de schrijver van dit boek. En ook vandaag de dag schijnen er in bepaalde delen van de wereld mensen te zijn die ‘Jezus’ heten. En zo zijn er niet alleen mensen die ook “Jezus” heten, maar, en dat is natuurlijk ernstig, er wordt dikwijls ook “een andere Jezus” gepredikt (2 Kor. 11 : 4), door valse apostelen (2 Kor. 11 : 13), die net doen alsof zij dienaars van de Heere Jezus Christus zijn (2 Kor. 11 : 15).


Profetieën vervuld: de Messias

We zagen al dat de Heere Jezus de “Zaligmaker” genoemd wordt, wat toegelicht wordt met “welke is Christus, de Heere” (Luk. 2 : 11). De Jezus van Matth. 1 : 21, bij Maria geboren, uit de Heilige Geest, was “de Zoon van de Allerhoogste”, volgens Luk. 1 : 32. Jezus was de Zoon van God. Hij was de Messias, Die reeds in het Oude Testament aan de Joden beloofd was. Het is niet voor niets dat Matth. 1 : 22 en 23 zeggen: “En dit alles is geschied, opdat vervuld zou worden, hetgeen door de Heere gesproken is, door de profeet, zeggende: Ziet, de maagd zal zwanger worden, en een Zoon baren, en gij zult Zijn Naam heten Emmanuël; dat is, overgezet zijnde, God met ons”. De profeet is de profeet Jesaja, want deze profetie is te vinden in Jesaja 7 : 14. In het Oude Testament werd reeds aangekondigd dat een vrouw, zonder dat een man bij haar geweest is, zwanger zou worden. Het Nieuwe Testament getuigt dat dit mogelijk was door de Heilige Geest! Het Nieuwe Testament laat de vervulling van een deel van de Oud-testamentische profetieën zien. Net zoals de profetie dat de Messias in Bethlehem geboren zou worden (Micha 5 : 1; Matth. 2 : 1), dat Hij geboren zou worden uit het nageslacht van Isaï en David (2 Sam. 7 : 16; Jes. 9 : 6; Jes 11 : 1; Jes. 16 : 5; Matth. 1 : 1, 6). En zo zijn er vele profetieën meer. De profetieën die nog niet in vervulling zijn gegaan, zullen nog in vervulling gaan. Gods Woord komt tot op de letter uit. Gods Woord is Waarheid (Joh. 17 : 17)! Jesaja spreekt over een Rijsje, dat voortkomt uit de afgehouwen tronk van Isaï (Jes. 11 : 1), de komst van de Knecht des Heeren (Jes. 42 : 1). Jeremia spreekt over de Spruit die de Heere aan David zal verwekken, en Die uiteindelijk zal heersen (Jer. 23 : 5). Jeremia laat in Jer. 23 : 6 zien dat deze Spruit uiteindelijk Israël zal verlossen: “In Zijn dagen zal Juda verlost worden, en Israël zeker wonen”. Dit is een tekst die gaat over het Duizendjarig Vrederijk. Iets wat in de toekomst nog zal plaatsvinden, wanneer Israël tot bekering is gekomen (Jer. 31 : 31 – 34). Jezus is de Verlosser van Israël, en wordt in Daniël letterlijk Messias genoemd. In Dan. 9 : 25 staat: “Weet dan, en versta: van dat het woord uitging, om te doen weerkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messias, de Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten en de grachten zullen weer gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden”. Dit is een profetie over de geboorte van de Messias. Aan de hand van deze tekst, we gaan daar in deze studie nu niet uitgebreid op in, konden de Joden exact weten wanneer de Messias geboren zou worden!

Messias betekent ‘gezalfde’. Jezus kwam als Zoon van de Vader op aarde, met een opdracht van de Vader. Jezus deed op aarde de werken van de Vader. Hij kwam op aarde, zoals we in Psalm 22 : 23 zien, “Uw Naam mijn broeders vertellen”. In Joh. 5 : 36 vinden we dan ook: “Maar Ik heb een getuigenis meerder, dan dat van Johannes; want de werken, die Mij de Vader gegeven heeft, om die te volbrengen, die werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat de Vader Mij gezonden heeft”. Jezus deed de werken van de Vader (Jes. 53 : 4; Jes. 61 : 1), zoals van Hem in het Oude Testament geprofeteerd was, die werken bewezen dat Hij de gezonden Messias was (Matth. 8 : 16, 17)!


Jezus, de Christus

Hij was de Messias, in het Nieuwe Testament ook wel bekend geworden als de Christus. In Joh. 1 : 42, het gedeelte over de eerste discipelen van Jezus, lezen we: “Deze vond eerst zijn broeder Simon, en zeide tot hem: Wij hebben gevonden de Messias, dat is, overgezet zijnde, de Christus”. Gezalfden in het Oude Testament zijn personen die een functie vervullen als profeet, priester of koning (1 Kon. 19 : 16; Ex. 30 : 30; 1 Sam. 15 : 1). De Heere Jezus kwam als Messias, als Christus, en werd dan ook door God gezalfd. In Luk. 4 : 18 lezen we een citaat uit Jesaja: “De Geest des Heeren is op Mij, daarom heeft Hij Mij gezalfd,…”. De Heere Jezus werd, aan het begin van zijn dienst op aarde, letterlijk door God gezalfd met de Heilige Geest. Jezus liet Zich namelijk dopen door Johannes de Doper, en vervolgens staat van Hem in Matth. 3 : 16 en 17 geschreven: “En Jezus, gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water; en ziet, de hemelen werden Hem geopend, en hij zag de Geest Gods neerdalen, gelijk een duif, en op Hem komen. En ziet, een stem uit de hemelen, zeggende: Deze is Mijn Zoon, Mijn Geliefde, in Wie Ik Mijn welbehagen heb!” (zie ook Hand. 10 : 37, 38, Jes. 42 : 1).


Valse christussen

Vaak wordt de titel ‘Christus’ als naam op zich gebruikt. Dit is echter gevaarlijk! Binnen de New Age spreekt men ook over “de christus”, maar dan hebben we het of over een zogenaamde “christus-bewustwording”, een soort verlichte status die ieder mens zou kunnen bereiken, of we hebben het over Maitreya: een, of de antichrist. Jezus ziet men binnen de New Age als een “Meester”, eigenlijk: als één van de vele “Meesters”! We hebben er in een andere studie bij stil gestaan dat veel religies een messias verwachten. Het zal er op uitdraaien dat mensen de antichrist met open armen zullen ontvangen. De Bijbel laat dan ook zien dat er meerdere gezalfden zijn. Ook de duivel wordt in Gods Woord een gezalfde genoemd. Hij was namelijk een gezalfde van God, maar hij is gevallen! In Ezech. 28 : 13 en 14 staat: “Gij waart in Eden, Gods hof; alle kostbaar gesteente was uw deksel, sardisstenen, topazen en diamanten, turkooizen, sardonixstenen en jaspisstenen, saffieren, robijnen, en smaragden, en goud; het werk van uw trommelen en van uw pijpen was bij u; ten dage als gij geschapen werdt, waren zij bereid. Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub; en ik had u alzo gezet; Gij waart op Gods heilige berg; gij wandeldet in het midden der vurige stenen”. In Jes. 14 wordt zijn val beschreven. Hij is nu dus geen gezalfde meer, maar de satan wás wel een gezalfde: een messias, een christus! En die ex-gezalfde is op dit moment nog steeds “de god van deze wereld” (2 Kor. 4 : 4), die zich op een gegeven moment in de tempel zal zetten en zich zal laten vereren als god (2 Thess. 2). De titel ‘christus’ alleen zegt dus in feite niets. Maar ‘Jezus Christus’ geeft aan dat we te maken hebben met ‘Jezus de Gezalfde’!


Jezus Christus, de Heere

Zo kunt u in Filip. 2 : 10 en 11 lezen: “Opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen alle knie van hen, die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn. En alle tong zou belijden, dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader”. Alle tong zal dus belijden dat Jezus Christus “de Heere” is! Jezus Christus is God! We zagen al dat Hij op aarde was “God, geopenbaard in het vlees”. Maar ook Filip. 2 : 10 en 11 bewijst dat Jezus Christus God is.  Het is de Heere, het is God de Vader, Die in het Oude Testament deze tekst van Filip. 2 : 10 en 11 alreeds geprofeteerd heeft. In Jesaja 45 vinden we een profetie over Kores, een koning die het mogelijk maakte dat de Joden na de ballingschap weer konden terugkeren naar Jeruzalem (Ezra 1 : 1). En in deze profetie zegt de Heere in Jes. 45 : 21 – 23: “Verkondigt en treedt hier toe, ja, beraadslaagt samen; wie heeft dat laten horen van ouds her? Wie heeft dat van toen af verkondigd? Ben Ik het niet, de Heere? en er is geen God meer behalve Mij, een rechtvaardig God, en een Heiland, niemand is er dan Ik. Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, al gij einden der aarde! Want Ik ben God, en niemand meer. Ik heb gezworen bij Mijzelf, er is een woord der gerechtigheid uit Mijn mond gegaan, en het zal niet weerkeren: dat Mij alle knie zal gebogen worden, alle tong Mij zal zweren”. De God van het Oude Testament zegt hier dat alle tong Hem zal zweren, en alle knie voor Hem zal buigen. Het Nieuwe Testament laat zien dat Jezus Christus de God van het Oude Testament is. Jezus Christus is de Heere! En het is dan ook niet voor niets dat de Heere Jezus in Joh. 10 : 30 zegt: “Ik en de Vader zijn één”. Wanneer Thomas eindelijk gelooft dat de Heere Jezus is opgestaan uit de dood, zegt hij in Joh. 20 : 28: “En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God!”. De Heere Jezus ontving aanbidding van mensen (Matth. 14 : 33); Hij vergaf mensen hun zonden (Mark. 2 : 5 – 7); Hij was almachtig (Luk. 8 : 28), Hij was alwetend (Joh. 11 : 11 – 14); Hij was alomtegenwoordig (Joh. 3 : 13). Jezus Christus was en is God!

Zijn volledige Naam, luidt dan ook HEERE JEZUS CHRISTUS!


De Naam van de Heere in de nieuwe vertalingen

Zo hebben we in diverse studies stilgestaan hoe door de Schriftkritiek veel nieuwe vertalingen ontstaan zijn. We hebben gezien dat de Schriftkritiek haar oorsprong vindt bij Gen. 3 waar de duivel vraagtekens plaatst bij wat de Heere gezegd heeft. We hebben gezien dat Schriftkritiek leidt tot ongeloof en afgoderij. En we hebben daarvan het effect gezien in de vele nieuwe vertalingen.  En zo zien we dat in die nieuwe vertalingen heel vaak de Naam van de Heere Jezus aangetast wordt. Als illustratie staat er onder deze studie een tabel met een aantal Schriftplaatsen waar de Naam van de Heere voorkomt. En we zien hoe eigenlijk vrij stelselmatig “Heere” op diverse plaatsen wordt weggelaten (zie bijv. Matth. 13 : 51, Mark. 9 : 24 en Luk. 23 : 42 in de tabel). De volledige naam “Heere Jezus Christus” is vervangen door “Heer Jezus” (zie bijv. Hand. 15 : 11 en 16 : 31 of 1 Thess. 2 : 19, 3 : 11, 13 in de tabel), en een enkele keer door “Jezus Christus” (zie bijv. 2 Tim. 4 : 1 in de tabel), of Zijn Naam is compleet weggelaten (zie bijv. Kol. 1 : 2 in de tabel). Op plaatsen waar “Jezus Christus” stond, staat alleen nog maar “Jezus” of “Christus” (zie bijv. Kol. 1 : 28 of Openb. 1 : 9 in de tabel). Of we zien dat “Christus” wordt gescheiden van de “Zoon van God” (zie bijv. Luk. 4 : 41 of Joh. 6 : 69 in de tabel). De reden, die hieraan ten grondslag ligt, is dat men, door de Schriftkritiek, niet gelooft dat Jezus Christus God is [2].


Jezus, de Christus des Heeren

Toen het “heilig Kind” geboren werd, kregen Jozef en Maria de opdracht om Hem de Naam Jezus te geven. En dat gebeurde (Luk. 2 : 21). En daarna werd de Heere Jezus, naar de Wet van Mozes, in de Tempel gebracht om Hem voor te stellen aan de Heere (Luk. 2 : 22).  En daar was ook een man: Simeon. Hij verwachtte de Messias. En daarvan lezen we dan in Luk. 2 : 26 het volgende: “En hem was een Goddelijke openbaring gedaan door de Heilige Geest, dat hij de dood niet zien zou, eer hij de Christus des Heeren zou zien”. Jezus is de Christus des Heeren, de gezalfde des Heeren! Hij is Degene Die de wereld nodig heeft om alles nieuw te maken. Simeon profeteert in Luk. 2 : 29 – 32: “Nu laat Gij, Heere! Uw dienstknecht gaan in vrede naar Uw woord; Want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, Die Gij bereid hebt voor het aangezicht van al de volken; Een Licht tot verlichting der heidenen, en tot heerlijkheid van Uw volk Israël”.

Kijkt u in onderstaande tabel om te zien wat er met de Naam des Heeren gebeurt in nieuwe vertalingen:

Tekst

Statenvertaling

NBG-'51

GrootNieuws

Het Boek

NBV

BGT

Matth. 13 : 51

Ja, Heere

Ja

Ja

Ja

Ja

Ja

Mark. 9 : 24

Ik geloof, Heere

Ik geloof

Ik geloof

Ik geloof

Ik geloof

Ik geloof

Mark. 11 : 10

in de Naam des Heeren

in de naam des Heren

--

--

--

--

Mark. 13 : 6

Ik ben de Christus

Ik ben het

Ik ben het

de Christus

voor mij uitgeven

dat ze de messias zijn

Luk. 4 : 41

Christus, Zone Gods

Zoon van God

Zoon van God

Zoon van God

Zoon van God

Zoon van God

Luk. 7 : 31

de Heere zeide

--

--

--

--

Jezus zei

Luk. 22 : 31

de Heere zeide

--

--

--

--

Jezus zei

Luk. 23 : 42

Jezus: Heere

Jezus

Jezus: Jezus

Jezus: Jezus

Jezus

Jezus

Joh. 4 : 42

de Christus, de Zaligmaker

de Heiland

de redder

de Redder

de redder

de redder

Joh. 6 : 69

Christus, de Zoon des levenden Gods

de Heilige Gods

de heilige van God

de Zoon van God

de Heilige van God

door God zelf gestuurd

Hand. 2 : 30

de Christus

--

--

--

--

de messias

Hand. 8 : 37

Jezus Christus, de Zoon van God

Jezus Christus, de Zoon van God

--

Jezus Christus. De Zoon van God

--

--

Hand. 9 : 20

Christus, Hij

Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

Hand. 15 : 11

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Heer Jezus

Heer Jezus

Heer Jezus

Hand. 16 : 31

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Here Jezus

Heer Jezus

Heer Jezus

Hand. 19 : 4

Christus Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

Hand. 19 : 10

van de Heere Jezus

des Heren

van de Heer

over Jezus

van de Heer

over Jezus

Hand. 20 : 21

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Here Jezus

Jezus Heer

Heer Jezus

Rom. 1 : 16

des Evangelies van Christus

het evangelie

Het evangelie

dit goede nieuws

dit evangelie

dat goede nieuws

Rom. 6 : 11

Christus Jezus, onze Heere

Christus Jezus

Christus Jezus

Christus Jezus

Christus Jezus

Jezus Christus

Rom. 16 : 18

onze Heere Jezus Christus

onze Here Christus

Christus, onze Heer

Christus

Christus, onze Heer

onze Heer Christus

Rom. 16 : 20

Heere Jezus Christus

Here Jezus

--

Here Jezus

Heer Jezus

Heer Jezus

Rom. 16 : 24

Heere Jezus Christus

[Here Jezus Christus]

--

Here Jezus

--

--

1 Kor. 5 : 4

in de Naam van onze Heere Jezus Christus

--

in de naam van de Heer Jezus

--

--

namens onze Heer Jezus

1 Kor. 9 : 1

Jezus Christus, onze Heere

Jezus, onze Heere

Jezus onze Heer

onze Here Jezus

Jezus, onze Heer

Onze Heer Jezus

1 Kor. 15 : 47

de Heere

--

--

Christus

--

Jezus Christus

1 Kor. 16 : 22

Heere Jezus Christus

Here

Heer

Here

Heer

Heer

1 Kor. 16 : 23

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Here Jezus

Heer Jezus

Heer Jezus

2 Kor. 4 : 10

Heere Jezus

Jezus

Jezus

Christus

Jezus

Jezus

2 Kor. 5 : 18

Jezus Christus

Christus

Christus

Jezus Christus

Christus

Christus

2 Kor. 11 : 31

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Here Jezus Christus

Heer Jezus

Heer Jezus

Gal. 6 : 15

in Christus Jezus

--

--

--

--

--

Gal. 6 : 17

Heere Jezus

Jezus

Jezus

Christus

Christus

Jezus

Ef. 3 : 9

door Jezus Christus

--

--

--

--

--

Ef. 3 : 14

Heere Jezus Christus

--

--

--

--

--

Filip. 4 : 13

Christus

Hem

hem

Christus

hem

de Heer

Kol. 1 : 2

Heere Jezus Christus

--

--

--

--

--

Kol. 1 : 28

Christus Jezus

Christus

Christus

Christus

Christus

een christen

1 Thess. 2 : 19

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Here Jezus

Jezus, onze Heer

onze Heer Jezus

1 Thess. 3 : 11

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Here Jezus

Heer Jezus

Heer Jezus

1 Thess. 3 : 13

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Here Jezus

Heer Jezus

Heer Jezus

2 Thess. 1 : 8

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Here Jezus

Heer Jezus

Heer Jezus

2 Thess. 1 : 12

de Naam van onze Heere Jezus Christus

de naam van onze Here Jezus

de naam van onze Heer Jezus

onze Here Jezus

de naam van onze Heer Jezus

onze Heer Jezus

2 Thess. 2 : 2

dag van Christus

dag des Heren(!)

dag van de Heer(!)

dag van de Here(!)

dag van de Heer(!)

een dag(...?)

1 Tim. 2 : 7

waarheid in Christus

waarheid

dat is waar

Geen twijfel

waarheid

Dat is geen leugen

2 Tim. 4 : 1

Heere Jezus Christus

Christus Jezus

Christus Jezus

Jezus Christus

Christus Jezus

Jezus Christus

2 Tim. 4 : 22

Heere Jezus Christus

Here

Heer

Here

Heer

Heer

Hebr. 3 : 1

Christus Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

Jezus, hij

1 Petr. 5 : 10

in Christus Jezus

in Christus

met Christus

als Christus

in Christus Jezus

met Christus

1 Joh. 1 : 7

Jezus Christus

Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

--

2 Joh. 1 : 3

Heere Jezus Christus

Jezus Christus

Jezus Christus

Jezus Christus

Jezus Christus

Jezus Christus

Openb. 1 : 9

Jezus Christus

Jezus

Jezus

Jezus Christus

Jezus

Jezus

Openb. 12 : 17

Jezus Christus

Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

Jezus

Openb. 22 : 21

Heere Jezus Christus

Here Jezus

Heer Jezus

Here Jezus Christus

Heer Jezus

Heer Jezus Christus

 

[1]  Nu is de context van Hebreeën Joods. Dit blijkt ook uit de context van Hebr. 2 : 14. In het 12de vers wordt een profetische Psalm over de Heere Jezus geciteerd, het zegt: “Zeggende: Ik zal Uw naam Mijn broeders verkondigen; in het midden der gemeente zal Ik U lofzingen”. Nu wordt hier het woord ‘gemeente’ gebruikt, en veelal zijn we dan geneigd om aan de “Gemeente van de Heere Jezus” te denken, maar het woord ‘gemeente’ is ook van toepassing op de vergadering van het volk Israël (Hand. 7 : 38; Num. 20 : 4, 6). Vandaar dat we in het Oude Testament, waar God Zich richtte op het volk Israël, in Psalm 22 : 23 de bewuste aanhaling uit Hebreeën tegenkomen: “Zo zal ik Uw Naam mijn broeders vertellen; in het midden der gemeente zal ik U prijzen”. Hebreeën laat zien dat de ‘ik’ (met kleine letter in deze Psalm), niet zo zeer David is, die deze Psalm geschreven heeft (Ps. 22 : 1), maar dat de ‘Ik’ (in Hebreeën dan ook met Hoofdletter geschreven) uit deze Psalm Jezus Christus is. Psalm 22 is dan ook Profetisch aangaande het lijden (Ps. 22 : 2, 7), sterven (Ps. 22 : 15, 16, 19) en het toekomstig Koningschap van de Heere Jezus (Ps. 22 : 28, 29). De Heere Jezus kwam als Jood op aarde, en zijn “broeders” zijn dan ook het Joodse volk! De Heere Jezus kwam dan ook in de eerste plaats voor Israël, iets wat duidelijk uit de Evangeliën blijkt. Maar toen het Joodse volk Hem (tijdelijk) verwierp, zelfs na Zijn opstanding, gaf God Paulus de opdracht om Zich te richten op de heidenen (Hand. 9 : 15, Hand. 13 : 46).
[2]  Zie bijv.: 'Waar is het “Woord” gebleven?', Arjan Huurnink, Bijbel en Geloof, 09-10-2014, bron: www.bijbelengeloof.com.