Maar de wetenschap is tegenwoordig toch veel verder…?
Inleiding
In de studies over de BGT en de “NBV Studiebijbel” kunt u lezen hoe de Schriftkritiek tot ongeloof leidt. In de studies over de Gotische en de Angelsaksische Bijbel kunt u lezen hoe de Heere Zijn Woord voor ons bewaard heeft in de Statenvertaling en de King James 1611. God heeft Zijn Woord door de eeuwen heen bewaard!
In de studies over “Strong’s Concordance” en “Liddell-Scott-Jones” kunt u lezen hoe onze Bijbelstudietools, de Hebreeuwse/Griekse Lexicons, worden samengesteld. De informatie in deze hulpmiddelen is grotendeels gebaseerd op heidense definities uit heidense werken en niet op de studie van Gods Woord! Maar de wetenschap is tegenwoordig toch veel verder? Dat is de vraag waar we in deze studie bij stil willen staan als een soort afronding van deze serie studies.
Is de kennis van de brontekst toegenomen?
Een veel gehoord argument voor het maken van nieuwe vertalingen is dat de wetenschap tegenwoordig meer kennis heeft dan tachtig jaar geleden, en zeer veel kennis meer dan vierhonderd jaar geleden toen men aan de Statenvertaling werkte. Zo schrijft Matthijs de Jong, medewerker van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG), het volgende:
“Maar onze kennis van de Griekse brontekst is in de afgelopen eeuwen sterk toegenomen: er zijn sindsdien verbeterde versies van de Griekse brontekst beschikbaar gekomen” [1].
In een Gereformeerd Kerkblad lezen we bijvoorbeeld:
“Een tweede reden om een nieuwe vertaling in te voeren is de toegenomen kennis. Voortdurend wordt er onderzoek gedaan naar de tekst van de Bijbel en naar de betekenis van de oude talen. Opgravingen en bestudering van oude boekrollen en kleitabletten leveren nog altijd nieuwe informatie op. Nog steeds neemt die kennis toe. Geleerden weten nu veel meer van de oude talen dan vierhonderd jaar geleden, toen aan de Statenvertaling werd begonnen. En ook alweer veel meer dan tachtig jaar geleden. Dat betekent dat de tekst van de Bijbel nog nauwkeuriger kan worden weergegeven. Een vertaling blijft een vertaling. Vertalen is en blijft mensenwerk. Dat zal nooit geheel foutloos zijn. Maar door gebruik te maken van de nieuwste kennis op het gebied van de oude talen kan nog meer recht worden gedaan aan de norm van “betrouwbaar en waarachtig”. Dat heeft niets te maken met moderne Schriftkritiek. Maar alles met onze roeping om het Woord van God zo goed mogelijk te kennen” [2].
Volgens nota bene een Gereformeerd Kerkblad heeft de toegenomen kennis dus niets te maken met moderne Schriftkritiek! Wij gaan nu niet opnieuw kijken naar de andere, met filosofie vermengde, Alexandrijnse handschriften die men heeft gebruikt! Deze Alexandrijnse handschriften zijn al in diverse studies besproken en u heeft daarin kunnen lezen dat de Heere in Zijn Woord waarschuwt tegen filosofie (Kol. 2 : 8). Deze handschriften worden vaak bestempeld als beter en dus aangehaald als bewijs voor de toegenomen kennis [3]. Maar op grond van wat Gods Woord Zelf zegt, zijn deze handschriften gediskwalificeerd! Buiten dit argument om willen we in deze studie toch nog een keer stilstaan bij de vraag of de kennis van bijvoorbeeld het Grieks tegenwoordig wel zoveel verder is. Want dat blijft een veel gehoord argument om nieuwe vertalingen te maken.
Waar komt die veronderstelde toegenomen kennis van de grondtalen vandaan?
We hebben in het Gereformeerde Kerkblad gelezen:
“Voortdurend wordt er onderzoek gedaan naar de tekst van de Bijbel en naar de betekenis van de oude talen. Opgravingen en bestudering van oude boekrollen en kleitabletten leveren nog altijd nieuwe informatie op. Nog steeds neemt die kennis toe” [4].
Echter in onze studies over bijvoorbeeld de “Strong’s Concordance” kunt u lezen hóe die kennis toeneemt… Het NBG is Hebreeuwse woorden onder andere gaan verklaren als leenwoorden vanuit bijvoorbeeld het Ugaritisch, een andere Semitische taal. Hiervan zijn in 1928 geschriften ontdekt, waarvan één van de bekendste teksten de “Baälcyclus” is, een geschrift over een afgod! En het NBG geeft aan dat dit soort teksten “een grote bijdrage heeft geleverd aan het begrip van het bijbels Hebreeuws” [5]! En zo is men de Bijbelse taal gaan verklaren vanuit heidense afgodsgeschriften! En dat allemaal in lijn met de Duitse theoloog Wilhelm Gesenius (1786 – 1842), die stelde dat het Hebreeuws van het Oude Testament zijn oorsprong niet vindt bij God, maar bij de heidense volken van Kanaän [6]. Zo blijkt dat dhr. Strong voor zijn encyclopedie onder andere de Koran raadpleegde, en dat hij de Joodse Kabbalah zonder enige Bijbelse waarschuwing behandelde [7]!
Geen Schriftkritiek?
Hoezo is dit alles geen Schriftkritiek? De Heere waarschuwde het volk Israël zich niet te vermengen met de volken rondom (o.a. Ex. 34 : 12 – 17), en de wetenschap vlucht nu naar de heidenvolken om de Bijbel te begrijpen? Hoezo het Bijbelse Hebreeuws beter begrijpen door de “Baälcyclus”? En aan de hand van die opgedane heidense kennis past men het Woord van God aan! Dat is weldegelijk Schriftkritiek in de meest letterlijke betekenis van het woord!
Zo hebben we in studies reeds stilgestaan bij “Strong’s Concordance” en bij “Liddell-Scott-Jones”. De auteurs van deze Lexicons zaten zelf diep geworteld in de Schriftkritiek, waardoor we, door hun studietools te raadplegen, in feite de Schriftkritiek raadplegen! Vaak was men zelfs New Age, occult, gericht! Van Strong blijkt dat zo te zijn… Van Liddell blijkt dat zo te zijn… En dat bijkt voor velen onder de heren Schriftcritici te gelden.
R.C. Trench (1807 – 1886 na Chr.)
Een ander voorbeeld: Dhr. R.C. Trench was ook lid van de Westcott en Hort “Revised Version” Commissie. We gaan hem niet uitgebreid bespreken, maar tekenend is de titelpagina van zijn “On the Authorized Version of the New Testament, In Connection With Some Recent Proposals For Its Revision” (= Over de Authorized Version van het Nieuwe Testament, In Relatie Tot Enkele Recente Voorstellen Met Betrekking Tot Zijn Herziening). Hij had een uitgeverij gekozen, waarbij er een logo met slang op zijn titelpagina kwam te staan. Zie onderstaande figuur [8]:
Hoe treffend. Het was immers de slang die in het begin tegen Eva zei: “Is het ook, dat God gezegd heeft…?” (Gen. 3 : 1). De slang was de eerste die Gods Woorden wilde veranderen! En wanneer u naar het plaatje kijkt, dan ziet u dat het ook niet zomaar een afbeelding van een slang is! Het gaat hier om een slang in een crikelvorm die in zijn eigen staart bijt, en wordt ook wel de ouroboros genoemd. Dit symbool is ook bekend van mevrouw Blavatsky’s Theosofische beweging. Zie de afbeelding hieronder [9]:
Deze beweging bestempelt Lucifer als god! En binnen de New Age beweging wordt wel geleerd dat wat er met Adam en Eva gebeurd is, dat dat geen zondeval was, maar dat de slang de mensheid verlichting bracht! Vandaar het olielampje in de cirkelvormige slang op het boek van Trench [10]. Uit een boek, dat occulte symboliek bespreekt, het volgende over de ouroboros:
“…de ouroboros is een embleem van reïncarnatie. Het is ook een symbool van de eeuwigheid. Om precies te zijn wordt ons verteld dat de ouroboros het begin en het eind van het leven betekent, de Alfa en de Omega. Natuurlijk is dit Godslasterlijk. De Bijbel vertelt ons duidelijk dat Jezus Christus de Alfa en de Omega is. Openbaring 22 : 13 zegt: “Ik ben de Alfa, en de Oméga, het Begin en het Einde; de Eerste en de Laatste” (zie ook Openb. 1 : 8, 11 en 21 : 6). [11]”
Het is dus niet vreemd dat mensen, die zich op de één of andere manier openstellen voor de beweging die satan vereert, instrumenten zijn in de handen van de aloude slang om Christenen het Woord van God afhandig te maken. En dat doen zij dus door Gods Woord met filosofie te vermengen, maar ook door de betekenis van woorden te baseren op de afgoderij van het heidendom! En dat is de wetenschap van na 1880 na Chr., waarvan men beweert dat het geen Schriftkritiek bedrijft, en waarvan men beweert dat het zoveel meer kennis heeft opgedaan! Dat zijn de zogenaamde “Christelijke” wetenschappers die in Theologische opleidingen en door Bijbelgenootschappen geraadpleegd worden, en wiens werk in veel Bijbelstudietools verwerkt zit!
Het heidendom is de standaard geworden voor "Bijbel"uitleg!
Stel: u gebruikt de Statenvertaling. Maar u wilt toch even de (zogenaamde) grondtekst raadplegen. U gebruikt daarvoor “Strong’s Concordance” of “Liddell-Scott-Jones”, of … (noem maar een andere Lexicon). Het gevolg daarvan is dat u alsnog bij de woordkeus van de nieuwe vertalingen uitkomt! U kunt daar diverse voorbeelden van lezen in de eerder genoemde studies. De ernst van de zaak wordt duidelijk wanneer u ziet dat de woordkeus van die nieuwe vertalingen niet gebaseerd is op Bijbelstudie in Gods Woord, maar dat deze gebaseerd is op wat de heidenen leren! Uit de studie over “Liddell-Scoot-Jones” [12] hier nogmaals het voorbeeld van het Griekse woord “doulos” (dienstknecht):
Zoals we in dit voorbeeld kunnen zien, vinden we geen enkele verwijzing naar een Bijbelvers. Het is een pure uiteenzetting hoe het woord bij de klassieke Griekse filosofen en schrijvers gebruikt werd. Dit kan erop duiden dat de kennis van het gebruik van de Griekse woorden in heidense bronnen misschien wel is toegenomen, maar men is dit gaan toepassen op Gods Woord! Bijbelse woorden worden heden ten dage niet vanuit Gods Woord verklaard, maar vanuit heidense bronnen!
James Hope Moulton (1863 – 1917)
Zo zijn er nog veel voorbeelden meer te noemen [13]. Dat gaan we niet doen, maar wel wordt hier één extra voorbeeld gegeven. James Hope Moulton (1863 – 1917) was zoon van een lid van de “Revised Version” Commissie van Westcott en Hort, die in 1881 na Chr. met een eigen Griekse tekst de stroom nieuwe vertalingen op gang hebben gebracht. Deze zoon heeft ook een Lexicon uitgegeven, om de “Revised Version” van zijn vader te verdedigen tegen de groeiende kritiek van de Christenen die in die dagen de Bijbel liefhadden [14]: “Vocabulary of the Greek New Testament, illustrated from the Papyri and other non-literary sources”. Een lezing die hij in 1914 hierover hield, gaf hij de titel: “Egyptian Rubbish-Heaps and the Study of the New Testament” (= “Egytpische afvalhopen en de studie van het Nieuwe Testament”). Zo schrijft hij in het voorwoord van zijn Griekse Lexicon:
“Maar de grote massa van papyri komt van de afvalhopen van Egypte, die soms wel twintig tot dertig voet hoog zijn aan de rand van buitenwijken van oude Egyptische dorpen en steden” [15].
Zo komen zijn payri ook uit Egyptische graven, uit gemummificeerde krokodillen. Hij stelde in zijn lezing:
“Tot hun afschuw vonden zij uiteindelijk in een graf, dat zo waardevol leek, alleen gemummificeerde krokodillen! De krokodil was, zoals u weet, een god in het oude Egypte.(...) Toen de orders gegeven werden om het graf te laten voor wat het was, brak één van de werklieden, geïrriteerd door het urenlang voor niets graven, met zijn schop de achterkant van één van de krokodillen, en zie! uit de binnenkant van het beest kwamen rollen en nogeens rollen papier. De onderzoekers ontdekten dat dit materiaal was, dat grotendeels in de derde eeuw voor Chr. geschreven was. Het afvalpapier dat uit deze krokodillen kwam was genoeg om daar twee grote boeken mee te vullen” [16].
En zo begon hij zijn lezing met:
“Zij komen van moderne inzichten, en sommige daarvan zijn speculatie. Soms zal speculatie fout zijn,...” [17].
Zoals we al vaker hebben gezien, geeft de wetenschap zelf toe dat ze speculeren. En dan te bedenken dat Gods Woord spreekt over “het profetische woord, dat zeer vast is” en “niet van eigen uitlegging”… (2 Petr. 1 : 19, 20). Deze papyri hadden overigens niets van doen met de Bijbeltekst zelf! Overigens al was dat wel zo, dan nog was de herkomst Egypte, het land waar men de Bijbel vermengde met filosofie! Maar dat terzijde. We zien in elk geval waar de wetenschap de nieuwe kennis, de zogenaamd toegenomen kennis, vandaan haalt: het komt zelfs letterlijk uit de afgoden van Egypte!
Een Bijbelse Bijbelstudiemethode
In de studie “Geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende” kunt u lezen hoe u door middel van Schrift met Schrift vergelijken achter Gods betekenis van woorden kunt komen. In de studie “Slaaf of dienstknecht?” kunt u lezen dat “doulos” beter vertaald kan worden met “dienstknecht”, zoals de Statenvertaling doet, en niet met “slaaf”, zoals de nieuwe vertalingen veelal doen. “Dienstknecht” beschrijft namelijk beter de “vrijgekochte staat” van hen die van Christus zijn! De Bijbel Zelf bestempelt het Schrift met Schrift vergelijken als een Bijbelse Bijbelstudiemethode, omdat de Heere ons in Zijn Woord oproept om woorden te gebruiken die de Heilige Geest leert door geestelijke dingen met geestelijke samen te voegen (1 Kor. 2 : 13), oftwel door Schrift met Schrift te vergelijken! Want wat zei de Heere Jezus ook al weer? Hij zei: “…De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en leven” (Joh. 6 : 63). De woorden van de Heere Jezus, de woorden van de Heere God, zijn geest en leven! Door Schrift met Schrift te vergelijken voegen wij geestelijke dingen met geestelijke samen! Door Schrift met Schrift vergelijken gaat u Gods betekenis van Bijbelse woorden zien, en deze is vaak anders dan het gebruik van deze woorden bij de Grieken uit het verleden. Bijbels Grieks is dan ook een taal op zichzelf! In de Bijbel krijgen de woorden een Christelijke betekenis, geen heidense [18]!
De kennis van “Bijbels Grieks” is juist afgenomen!
De kennis van “Bijbels Grieks” binnen de zogenaamde “Christelijke wetenschap” is de laatste tweehonderd tot driehonderd jaar dus niet toegenomen, maar eerder afgenomen door een steeds meer toenemende interesse voor heidense bronnen bij de heren wetenschappers. En daarmee is het argument van de grotere kennis van de wetenschap tegenwoordig volledig ontkracht.
“…één kudde, één Herder…”
In Joh. 10 : 1 – 11 spreekt de Heere Jezus in de eerste plaats de gelovige Joden toe. Dit blijkt onder andere uit Joh. 10 : 16, dat zegt: “Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen; en zij zullen Mijn stem horen; en het zal worden één kudde, en één Herder”. De Gemeente van de Heere Jezus bestaat uit wederomgeboren Jood en wederomgeboren heiden. Door het lijden en sterven van de Heere Jezus zijn zij één in Zijn lichaam. Dat lezen we bijvoorbeeld in Ef. 2 : 14 en 16, waar het gaat over de gelovigen uit de heidenen en de gelovigen uit Israël: “Want Hij is onze vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en de middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, (…) En opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap daaraan gedood hebbende”. Leerstellig spreekt de Heere Jezus in Joh. 10 in de eerste plaats tegen het Joodse volk. Logisch ook, want op het moment dat de Heere Jezus dit uitsprak, bestond de Gemeente nog niet! Maar wij kunnen hier zeker ook geestelijke lessen uit leren. En in geestelijke zin zijn deze verzen zeker ook van toepassing op ons als Gemeente van Jezus Christus. In 1 Petr. 2 : 25 lezen we bijvoorbeeld: “Want gij waart als dwalende schapen; maar gij zijt nu bekeerd tot de Herder en Opziener uwer zielen” (zie ook Rom. 8 : 36). Ook wij worden gezien als schapen.
Zo lezen we in Joh. 10 : 9 dat de Heere Jezus zegt: “Ik ben de Deur”. Alleen de Heere Jezus verschaft toegang tot de Vader in de hemel. Door Hem is het Voorhangsel van de tempel in tweeën gescheurd (Matth. 27 : 51), en door Hem is de “middelmuur des afscheidsels” in de tempel afgebroken! De Heere Jezus zei dan ook: “…Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij” (Joh. 14 : 6).
“…en hij roept zijn schapen…”
En dan lezen we in vers 3: “…en hij roept zijn schapen bij name, en leidt ze uit”. Zo werd Israël geroepen uit Egypte. Zij maakten hun Exodus, hun Uittocht. Maar ook de Gemeente is geroepen uit de wereld (Hand. 15 : 12 – 14). En zo zullen wij eens geroepen worden en de Heere tegemoet gaan in de lucht (1 Thess. 4 : 16, 17). Maar we zullen ook weer met Hem terugkomen bij Zijn Tweede Komst (Openb. 19 : 14). En dat is eigenlijk wat we in Joh. 10 : 9 lezen: “en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden”.
“…die niet ingaat door de deur … is een dief en moordenaar”
Maar dan lezen we in Joh. 10 : 1 het volgende: “Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Die niet ingaat door de deur in de stal der schapen, maar van elders inklimt, die is een dief en moordenaar”. Wanneer men dus niet via de Heere Jezus gaat, via Zijn Volbrachte Werk, dan is men een dief en moordenaar! Zo is het de duivel die langs een andere weg wilde opklimmen tot God, of eigenlijk: tot boven God. In Jes. 14 : 12 – 15 kunt u daarover lezen. Maar het is dan ook deze duivel waarover de Heere Jezus het volgende tegen het Joodse volk zegt in Joh. 8 : 43 – 44: “Waarom kent gij Mijn spraak niet? Het is, omdat gij Mijn woord niet kunt horen. Gij zijt uit de vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit wat hem eigen is; want hij is een leugenaar, en de vader der leugen”. De duivel is een “mensenmoorder van den beginne” zegt Gods Woord. Daar is hij dus op uit!
“…de schapen hebben hen niet gehoord”!
De Heere Jezus zei in Joh. 10 : 8: “Allen, zovelen als er voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en moordenaars; maar de schapen hebben hen niet gehoord”. Een ieder die er voor de Heere Jezus geweest is, is een verwijzing naar Plato, naar Boeddha, naar Tammuz, naar Aristoteles, naar Socrates, naar Euripides, naar Herodotus, naar Philo, naar Krishna, naar Shiva, enz. De Bijbel zegt dat zij “dieven en moordenaars” zijn! En dat komt omdat zij een weg tot “een god” of “het goddelijke” leren, zonder Jezus Christus! En dat kan dus niet, zegt Gods Woord. En dan zegt de Heere Jezus: “…maar de schapen hebben hen niet gehoord”! De heren geleerden, die de Schriftkritiek bedreven of bedrijven, en die ons de Griekse en Hebreeuwse studietools gegeven hebben, met hun hang naar het occulte, en zelfs de ouroboros op hun werk lieten plaatsen, waren blijkbaar geen schapen, want zij hebben wel naar hen gehoord! Wanneer men interesse heeft voor de Griekse filosofen, voor de “Baälcyclus” in het Ugaritisch, voor mevrouw Blavatsky, dan kent men de Heere Jezus niet, en probeert men “God” te bereiken op een andere manier! Deze mensen hebben ervoor gezorgd dat het gezag van Gods Woord voor veel mensen weggevallen is, dat de inhoud, van wat men als Gods Woord verkoopt, veranderd is… Deze mensen zijn maar op één ding uit. We lezen het in Joh. 10 : 10: “De dief komt niet, dan opdat hij stele, en slachte, en verderve;…”. En dat is het effect wat we vandaag de dag, in de tijd van afval van het geloof, om ons heen zien gebeuren! Het is een geestelijk slachtveld omdat mensen hun geestelijk zwaard, het Woord van God, afhandig is/wordt gemaakt.
“…zware wolven…”
En ja, ondanks dat die heren Schriftcritici geen echte schapen zijn van die ene kudde, bevinden zij zich wel onder de kudde. En dat maakt het voor velen lastig. In Hand. 20 : 28 – 30 waarschuwt Paulus de ouderlingen van de gemeente Efeze: “Zo hebt dan acht op uzelf, en op de gehele kudde, waarover u de Heilige Geest tot opzieners gesteld heeft, om de Gemeente Gods te weiden, welke Hij verkregen heeft door Zijn eigen bloed. Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen. En uit uzelf zullen mannen opstaan, sprekende verkeerde dingen, om de discipelen af te trekken achter zich”. Helaas hebben de meeste Theologische opleidingen en Bijbelscholen, en, in navolging van hen, veel kerken en gemeentes, deze waakzaamheid uit het oog verloren en zijn prooi geworden van de zware wolven.
Wanneer wij zien wat de wetenschap en de wetenschappers zeggen en doen, dan weten wij dat zij luisteren naar degenen die, voordat de Heere Jezus op aarde was, zijn gekomen. Zij gaan te rade bij de geschriften van de heidenvolken en hun afgoderij, en komen daardoor zelf uit bij afgoderij! Zij zijn geen schapen van de kudde, en zijn daarmee zware wolven die uit zijn op stelen, slachten en verderven. Het enige wat zij op het oog hebben is de dood van de mens, in opdracht van hun meester. De zogenaamde “Christelijke wetenschap” van de laatste twee tot driehonderd jaar is dus niet vele stappen verder, maar is juist de oorzaak van de grote afval van het geloof van deze eindtijd!
Vlucht voor de stem van de vreemde!
Maar wat is het dan mooi dat de schapen weten dat God Zijn Woord bewaard heeft (Ps. 12 : 7, 8), en dat zij Zijn stem verstaan! Laten wij vluchten voor de stem van de vreemde, zoals Joh. 10 : 5 zegt, laten wij ons verre houden van de Schriftkritiek en de zogenaamde Griekse en Hebreeuwse woordstudies, omdat zij aantoonbaar de geestelijke dood brengen! Zo zegt ook 1 Tim. 6 : 20: “O Timótheüs, bewaar het pand u toebetrouwd, een afkeer hebbende van het ongoddelijk ijdel-roepen, en van de tegenstellingen der valselijk genaamde wetenschap”. Voor de schapen geldt de belofte van Joh. 10 : 9: “Ik ben de Deur; indien iemand door Mij ingaat, die zal behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan, en weide vinden”. En Joh. 10 : 10 zegt dan nog: “…Ik ben gekomen, opdat zij het leven hebben, en overvloed hebben”.
Amen.
[1] ‘Het Onzevader in gewone taal’, Matthijs de Jong, november 2014, bron: http://bijbelingewonetaal.nl/actueel/blogs/item/4124-2/.
[2] ‘Andere Bijbelvertaling?’, T.L. Bruinius, De Bazuin, Gereformeerd Kerkblad, jaargang 5, nummer 21, bron: http://www.gereformeerdkerkbladdebazuin.nl/artikel/850.
[3] ‘Het Onzevader in gewone taal’, Matthijs de Jong, november 2014, bron: http://bijbelingewonetaal.nl/actueel/blogs/item/4124-2/.
[4] ‘Andere Bijbelvertaling?’, T.L. Bruinius, De Bazuin, Gereformeerd Kerkblad, jaargang 5, nummer 21, bron: http://www.gereformeerdkerkbladdebazuin.nl/artikel/850.
[5] ‘NBV Studiebijbel’, NBG, KBS, Uitgeverij Jongbloed, Heerenveen, 2010 (2e druk), blz. 1663.
[6] ‘In Awe of Thy Word: Understanding the King James Bible, Its Mystery and History, Letter by Letter’, G.A. Riplinger and Bryn Riplinger Shutt, A.V. Publications Corp., USA, 2003, blz. 516, 517.
[7] ‘Matigheid of zelfbeheersing’, Arjan Huurnink, Bijbelstudie 01-03-2015, Apeldoorn.
[8] ‘On the Authorized Version of the New Testament, In Connection With Some Recent Proposals For Its Revision’, Richard Chevenix Trench, Redfield, New York, 1858, Bron: https://books.google.nl/books?id=3BK42TUrVQcC&printsec=frontcover&hl=nl&source=gbs_ge_summary_r&cad=0#v=onepage&q&f=false.
[9] Bron: https://www.flickr.com/photos/zeevveez/galleries/72157625036677252/.
[10] ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 368 – 372.
[11] ‘Masonic and Occult Symbols Illustrated’, dr. Cathy Burns, Sharing, Mt. Carmel, 1998, blz. 131.
[12] ‘LSJ, The Online Liddell-Scott-Jones Greek-English Lexicon’, Project Director Maria Pantelia, THESAURUS LINGUAE GRAECAE® , bron: http://stephanus.tlg.uci.edu/lsj.
[13] Wilt u hier meer over lezen, dan is het volgende boek warm aanbevolen: ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008.
[14] ‘Hazardous Materials: Greek and Hebrew Study Dangers, The Voice of Strangers, The Men Behind the Smokescreen, Burning Bibles Word by Word’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 2008, blz. 405.
[15] ‘The Vocabulary Of The Greek Testament Illustrated From The Papyri And Other
Non-Literary Sources’, James Hope Moulton and George Milligan, Hodder and Stoughton
Limited, London, 1914 – 1929, blz. IX.
[16] ‘From Egyptian Rubbish-Heaps’, James Hope Moulton, Charles H. Kelly, London, 1914, blz. 16.
[17] ‘From Egyptian Rubbish-Heaps’, James Hope Moulton, Charles H. Kelly, London, 1914, blz. 11.
[18] ‘The Language of the King James Bible’, G.A. Riplinger, A.V. Publications Corp., USA, 1998, 2012, blz. 108.