Verzoening 

 

 

Wat is verzoening?  

 

Bij de verlossing hebben we stilgestaan bij het feit dat God ons vrijkocht met Zijn bloed. Hij kocht ons vrij van de zonde en van de vader de duivel. De verzoening heeft daar natuurlijk ook mee te maken. En dan is het goed om allereerst het volgende te zien: God heeft “ons met Zichzelf verzoend” (2 Kor. 5 : 18). Met andere woorden: niet God, maar de mens moest verzoend worden! En vervolgens: niet de mens, maar God Zelf bracht die verzoening teweeg. Door de zondeval zijn alle mensen van nature zondig geworden, en daarmee vijanden van God! De relatie tussen God en mens was weg! De verlossing is de handeling van God om de mens vrij te kopen van de boze. Als de mens dat aanneemt, dat Volbrachte Werk aan het kruis van Golgotha, en daarmee accepteert dat die losprijs door het vergoten bloed van Jezus Christus (1 Tim. 2 : 5 en 6) ook voor hem betaald is, dan wordt die mens met God verzoend: Er is dan IN JEZUS CHRISTUS een NIEUWE RELATIE met God mogelijk! Een gedeelte dat dat heel mooi weergeeft is Efeze 2 : 11 – 18: “Daarom gedenkt, dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt door hen, die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; Dat gij in die tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls, en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld. Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus. Want Hij is onze vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en de middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende, heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees te niet gemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelf tot een nieuwe mens zou scheppen, vrede makende; en opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijandschap daaraan gedood hebbende. En komende, heeft Hij door het Evangelie vrede verkondigd u, die verre waart, en hen, die nabij waren. Want door Hem hebben wij beiden de toegang door één Geest tot de Vader.” Het kruis en het daaraan vergoten bloed van Jezus Christus brengt verzoening, het geeft vrede met God, waardoor wij door de Geest, Die ons ingedoopt heeft in het Lichaam van Christus, toegang hebben tot de Vader! Romeinen 5 : 1 zegt: “Wij dan, gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus”. Dat is verzoening, onze relatie met God is hersteld! Wij mensen kunnen dat niet bewerken – er is er niet één goed zegt Gods Woord (Rom. 3 : 11 en 12) – daarom deed de Heere met Zijn verlossing de eerste stap, waardoor wij verzoend kunnen worden.     

 

 

Hoe worden wij dus verzoend?

 

Opnieuw: door het bloed van Jezus Christus! Daarom noemt de Bijbel de Heere Jezus ook wel “een verzoening voor onze zonden”. Een voorbeeld waar we dat vinden, is Rom. 3 : 25: “Die [= Jezus Christus] God voorgesteld heeft tot een verzoening, door het geloof in Zijn bloed, tot een betoning van Zijn rechtvaardigheid, door de vergeving der zonden, die te voren geschied zijn onder de verdraagzaamgheid Gods”. Wanneer u 1 Joh. 2 : 2 en 1 Joh. 4 : 10 opzoekt, dan vindt u daar letterlijk staan: “Hij is een verzoening voor onze zonden”. Jezus Christus is, om het zo te zeggen, ons ‘Verzoenmiddel’. Hij is de Middellaar tussen God en mensen (1 Tim. 2 : 5). Hij heeft onze plaats ingenomen. Hij heeft onze straf gedragen! En dat kón Hij, omdat Hijzelf zonder zonden was. Dat kunnen we lezen in 2 Kor. 5 : 21: “Want Hem, Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaardigheid Gods in Hem”.    

 

 

De relatie is veranderd van oorlog in vrede, van vijandschap in vriendschap!

 

Aan de ene kant verwijst de verzoening dus naar de plaatsvervanging door Jezus Christus, aan de andere kant verwijst het naar het feit dat wij als mensen daardoor vrede met God hebben. Onze relatie met Hem is hersteld! Nog een gedeelte in Gods Woord waar we die verzoening heel duidelijk omschreven vinden is Kol. 1 : 19 – 21: “Want het is des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou; en dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door het bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen zou tot Zichzelf, hetzij de dingen, die op de aarde, hetzij de dingen die in de hemelen zijn. En Hij heeft u, die eertijds vervreemd waart, en vijanden door het verstand in de boze werken, nu ook verzoend”. Hieruit blijkt nogmaals dat door het aanvaarden van de verlossing, die in Jezus’ bloed aangeboden wordt, de vijandschap met God te niet gedaan wordt, waardoor wij Zijn vrede krijgen en daardoor met Hem verzoend zijn. De relatie is veranderd van oorlog in vrede, van vijandschap in vriendschap!    

 

 

De bediening der verzoening

 

2 Korinthe 5 laat ons nog iets anders over die verzoening zien. Vers 18 zegt namelijk: “…Die ons met Zichzelf verzoend heeft door Jezus Christus, en ons de bediening der verzoening gegeven heeft.” Wij – alle wederom geborenen – hebben dus een bediening gekregen: de bediening der verzoening! Wat houdt dat in? Vers 19 en 20 zeggen: “Want God was in Christus de wereld met Zichzelf verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd. Zo zijn wij dan gezanten van Christus’ wege, alsof God door ons bad; wij bidden van Christus’ wege: Laat u met God verzoenen”. Dat is onze bediening, om mensen toe te roepen: “Laat u met God verzoenen!” Of met andere woorden: “Neem de verlossing die God u in Christus aanbiedt aan!” Of: “U moet opnieuw geboren worden!” Wanneer mensen opnieuw geboren worden, wanneer mensen vrijgekocht worden van de zonde, worden zij met God verzoend! Zo zegt Rom. 6 : 13: “En stelt uw leden niet der zonde tot wapenen der ongerechtigheid; maar stelt uzelf Gode, als uit de doden levend geworden zijnde, en stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid”. En dan komen we bij die overbekende woorden van Rom. 10 : 13 – 17: “Want een ieder, die de Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden. Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Wie zij niet geloofd hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Wie zij niet gehoord hebben? En hoe zullen zij horen zonder die hun predikt? En hoe zullen zij prediken, indien zij niet gezonden worden? Gelijk geschreven is: Hoe liefelijk zijn de voeten van hen, die vrede verkondigen, die het goede verkondigen! Doch zij zijn niet allen het Evangelie gehoorzaam geweest; want Jesaja zegt: Heere, wie heeft onze prediking geloofd? Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods”. Ziet u dat? Wij allen, als wederom geboren gelovigen, zijn gezonden om mensen de boodschap van Gods redding te verkondigen, wij allen hebben die bediening der verzoening! Maar maken wij daar ook gebruik van, een ieder in zijn eigen omgeving, wanneer de Heere daar gelegenheid toe schept? Kansen krijgen we vaak genoeg, vaak laten we die echter ook liggen. Dat deze oproep van God Zelf er ons opnieuw bij mag bepalen, dat we Gods Woord door mogen geven aan de mensen! Want uit dat onvergankelijke zaad, geeft de Heere het eeuwige leven, door de wedergeboorte (1 Petr. 1 : 23)!