Hyper- of ultradispensationalisme - Zie hoe men de Schrift versnijdt i.p.v. recht snijdt…

 

Inleiding

In het eerste deel “Recht snijden of versnijden?”, in de serie over het hyper- of ultradispensationalisme, zagen we dat het een opdracht van de Heere God is om Zijn woord recht te snijden. Maar wanneer u vergeet dat Schriftgedeelten, die niet leerstellig op uzelf van toepassing zijn, wel een geestelijke les voor u kunnen bevatten, of wanneer u de Schrift willekeurig gaat snijden, oftewel, u vergeet dat u de Schrift récht moet snijden, dan gaat het fout. Vaak wordt dat zichtbaar doordat men de Schrift dan tegen de Schrift in snijdt. Er is dan door Schrift met Schrift vergelijken aan te tonen, dat men de Schrift wel snijdt, maar niet op een rechte manier. De Schrift wordt dan versneden. We spreken dan over hyper- of ultradispensationalisme. Het resultaat ervan is dat men bij dwaalleer uitkomt.

Mensen die het hyper- of ultradispensationalisme aanhangen worden herkend aan het feit dat men de Gemeente van de Heere Jezus niet bij het kruis laat ontstaan, zoals de Heere in Zijn woord juist laat zien dat dáár de Gemeente wel ontstaan is. Men zegt dan de Schrift recht te snijden, maar ondertussen leert men dat de Gemeente van de Heere Jezus ergens tijdens Handelingen of aan het eind van Handelingen ontstaan zou zijn, omdat het Evangelie der Genade Gods eerst aan Paulus geopenbaard zou moeten worden. Nu is het een feit dat de Heere de verborgenheden van de Gemeente via Paulus openbaarde. Maar we zagen dat het onzin is om te stellen dat daardoor de Gemeente ook met Paulus zou moeten beginnen. Want de Schrift laat nu eenmaal anders zien.

In dit deel wordt daar nog wat verder bij stilstaan, en wordt aan de hand van voorbeelden duidelijk hoe men de Schrift versnijdt in plaats van recht snijdt. 


Twee gemeentes in Handelingen en de brieven aan de Gemeente?

Dat men de Gemeente van de Heere Jezus pas gedurende of later in/na Handelingen laat ontstaan, is gebaseerd op de aangenomen leer dat er twee gemeentes zouden zijn tijdens Handelingen en in de brieven aan de Gemeente. Laten we kijken hoe men redeneert. Daarbij gaan we in dit deel met name uit van een voorbeeld dat de Gemeente na Hand. 28 laat beginnen, zoals dat gevonden wordt bij mannen als Ethelbert Bullinger, Charles Welch en Stuart Allen. Bullinger redeneert in zijn “The Companion Bible” als volgt:

“Maar men was nog niet in al de waarheid geleid. Dit was bewaard voor de tijd dat de publieke verkondiging van het koninkrijk geëindigd was na het slot van Handelingen. Het mocht niet eerder geopenbaard worden. Toen pas (…) begon de vorming van “de gemeente welke Zijn lichaam is” [1].

Wat wil het geval? Zoals gezegd, leert men dat er twee gemeentes zijn. De ene is “de Gemeente welke Zijn lichaam is”. Dat zou op basis van Efeze zijn. Die Gemeente zou, net als de Heere Jezus, aan de rechterhand van de Vader zijn. En de andere wordt ook wel “de gemeente der eerstgeborenen” genoemd op basis van Hebr. 12 : 23. Deze laatste zou dan de bruid van het Lam zijn. Die bruid zou dan de gemeente zijn, die tijdens Handelingen zou ontstaan, toen nog het Koninkrijksevangelie gebracht zou worden. En sluit Handelingen niet af met Hand. 28 : 31? Daar deed Paulus het volgende: “Predikende het Koninkrijk Gods, en lerende van den Heere Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, onverhinderd”. Dus, zegt men:  Omdat Paulus nog niet het Evangelie der Genade Gods bracht, maar het Koninkrijkevangelie, was nog niet al de waarheid geopenbaard… En dus was er in Handelingen een andere gemeente…


Verschillende gemeentes recht gesneden

Nu zijn er in de Bijbel inderdaad verschillende gemeentes. Een gemeente is een verzameling mensen die ergens uitgetrokken is. De Gemeente van Jezus Christus is uit de wereld getrokken (Gal. 1 : 4). Maar Israël was door de Heere apart gezet van de volken. Zo wordt Israël in Gods woord dan ook een gemeente genoemd (Ex. 12 : 6; Joz. 8 : 35). Zo kan de “gemeente der eerstgeborenen” in Hebr. 12 : 23 slaan op de Gemeente van de Heere Jezus die in de Grote Verdrukking al in de hemel is, maar ook, al naar gelang je de tekst in Hebr. 12 : 23 leest, op de eerstelingen die met het sterven van de Heere Jezus opgestaan zijn en met Hem naar de hemel zijn gegaan (Matth. 27 : 52 en 53; 1 Kor. 15 : 22 – 24; Ef. 4 : 8 – 10). Maar in dat geval is er sprake van een andere gemeente, buiten de Gemeente-tijd, net als het volk Israël in het Oude Testament. Maar… er is binnen de brieven aan de Gemeente geen sprake van twee verschillende gemeentes die verzameld worden. De volgende voorbeelden mogen duidelijk maken hoe men de Schrift verdraait om dit laatste wel te laten geloven.


Kan de Gemeente, welke Zijn lichaam is, niet tegelijkertijd de bruid zijn?

Naar aanleiding van die verschillende gemeentes zegt Stuart Allen in zijn folder “The Church” het volgende over “de Gemeente welke Zijn lichaam is”:

“Deze gemeente maakt deel uit van de Bruidegom - Christus - en kan niet tegelijkertijd de bruid zijn, en wanneer kan worden bewezen dat er geen verschil is tussen een man en een vrouw, dan zal het tijd zijn om te zeggen dat de kerk waarvan Christus het Hoofd is en de kerk die de bruid is, identiek zijn - maar niet eerder!” [2].

Men zegt dus dat als de Gemeente één is met de Heere Jezus, want ze is Zijn lichaam, dat de Gemeente niet tegelijkertijd de Bruid zou kunnen zijn, want man en vrouw zijn twee verschillende personen. Het is eigenlijk hetzelfde als het zeggen: “Omdat man en vrouw in het huwelijk één zijn, kan (of kon) de vrouw niet de bruid zijn van de man”. Door het zo te stellen, is te zien welke onzin men is gaan verkondigen. In deze redenering wordt namelijk duidelijk hoe men verstrikt is geraakt in on-Bijbels redeneren, omdat men zich niet aan de Bijbelse start van de Gemeente houdt. Ef. 5 maakt juist duidelijk dat in het huwelijk man en vrouw, bruidegom en bruid één worden of beter gezegd één geworden zijn. In Ef. 5 : 31 lezen we: “Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en zij twee zullen tot één vlees wezen”. Ondanks dat de man fysiek een eigen lichaam heeft, wordt de vrouw in het huwelijk zijn lichaam genoemd, en is de man het hoofd van dat lichaam. In Ef. 5 : 23 staat geschreven: “Want de man is het hoofd der vrouw, ...”. En in Ef. 5 : 28 is dan te lezen dat de vrouw vergeleken wordt met zijn lichaam. Dus ondanks dat zij twee aparte personen zijn, zijn zij één. En dan zegt de Schrift ook nog dat dit voorbeeld wijst “op Christus en de Gemeente”. In Ef. 5 : 32 lezen we: “Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit ziende op Christus en op de gemeente”.

En laten we dan nogeens kijken naar Ef. 1 : 22 en 23: “En heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; Welke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen Die alles in allen vervult”. Daar wordt niet gesproken over de “Gemeente welke Zijn lichaam is” als naam o.i.d., maar daar wordt gewoon uitgelegd dat de Gemeente Zijn lichaam is. En dat laat dan zien dat de Gemeente weliswaar het lichaam van de Heere Jezus is, en dat Hij weliswaar Haar hoofd is (Ef. 5 : 23), maar dat de Gemeente, zoals deze in Efeze dus beschreven wordt, weldegelijk de Bruid van de Bruidegom, de Bruid van het  Lam is, omdat zij beiden één zijn/worden. Wat men even vergeet is dat de Bruiloft van het Lam, ondanks dat de Gemeente geestelijk gezien al in Christus is, pas in de hemel plaatsvindt (Openb. 19 : 1 - 10), en dat de Gemeente in de brieven aan de Gemeente "een reine maagd" genoemd wordt (2 Kor. 11 : 2 en 1 : 1). Kortom, in dit voorbeeld wordt heel duidelijk dat de ultra-dispensationalistische leer Gods woord naar eigen hand probeert te zetten, men gelooft simpelweg niet wat er geschreven staat.


Geestelijk feminisme...

Ondanks dat man en vrouw één zijn, zegt de Heere dat de vrouw haar man onderdanig moet zijn (Ef. 5 : 22, 23, 33). Als de vrouw dat niet doet, en dezelfde positie als de man wil, spreken we (gewoon in deze wereld) over feminisme. Ondanks dat de Gemeente in Christus is, net als man en vrouw in een huwelijk of in de voorbereiding daarop (2 Kor. 11 : 2), geldt dat wanneer de Gemeente (door hyper- of ultradispensationalisten) gaat denken de Man te zijn, zij bezig is met zichzelf gelijk te stellen met de Heere, terwijl zij haar Heere onderdanig hoort te zijn. Hieruit blijkt dus dat men zich schuldig maakt aan geestelijk feminisme! Dat is hoogmoed in plaats van nederigheid en onderdanigheid. In de Schrift wordt meer dan duidelijk wat de Heere daarvan vindt. Voor degene die dat aangaat: Bekeert u daarvan!


Verkondigde Paulus echt het Koninkrijksevangelie?

Maar hoe zit het dan met dat Koninkrijksevangelie? Paulus preekte dat toch op het eind van Handelingen (Hand. 28 : 31)? Nee, Paulus preekte niet het Koninkrijksevangelie. Paulus preekte niet dat Israël zich moest bekeren omdat de Messias Koning zou worden. Hij preekte wel het Koninkrijk Gods. Maar dat is wat anders dan het Koninkrijksevangelie. In het Koninkrijksevangelie wordt namelijk óók de prediking van het Koninkrijk der hemelen betrokken, wat een verwijzing is naar het Duizendjarig Vrederijk, het letterlijk aanwezige Koninkrijk op aarde. Maar het Koninkrijk Gods, los van dat Duizendjarig Vrederijk, is een geestelijk Koninkrijk dat door de Heilige Geest in de Gemeente aanwezig is. Het voert te ver om die verschillen hier nu uit te werken, maar hiervoor kun u bijvoorbeeld de studie “Gods Woord recht snijden – het Koninkrijk der hemelen en het Koninkrijk Gods” lezen, of de bijbehorende video “Gods woord recht snijden (deel 4)” bekijken. Maar in een brief aan de Gemeente, bijvoorbeeld Rom. 14 : 17 leest u bijvoorbeeld hoe Paulus het Koninkrijk Gods als een geestelijk Koninkrijk aan de Gemeente verkondigde: “Want het Koninkrijk Gods is niet spijze en drank, maar rechtvaardigheid en vrede en blijdschap door den Heiligen Geest”. Zo kon Paulus dan ook in één van zijn latere, zogenaamde gevangenisbrieven, spreken over zijn “medearbeiders in het Koninkrijk Gods” (Kol. 4 : 11). Paulus preekte aan het eind van Handelingen niet meer het Koninkrijksevangelie, maar het Evangelie der Genade Gods (Hand. 20 : 24). Hij noemde dat ook wel de prediking van “het Koninkrijk Gods”, simpelweg omdat dat Koninkrijk Gods geestelijk gezien in de Gemeente aanwezig is. Dat de verkondiging in Handelingen zich ontwikkeld heeft naar rechtvaardigmaking door persoonlijk geloof in het volbrachte werk van de Heere Jezus en naar behoud “uit genade door het geloof en niet uit de werken” (Ef. 2 : 8, 9), blijkt al snel na Hand. 7 (zie bijv. Hand. 8; Hand. 15 : 11; 16 : 30; 26 : 17, 18). Dat de verkondiging zich heeft ontwikkeld, laat zien dat Handelingen een overgangsfase beschrijft. Maar dat verandert niets aan het feit dat de Heere Zelf laat zien dat Zijn Gemeente bij het kruis ontstaan is (Ef. 2 : 14 – 16; Rom. 16 : 7).


Maar Paulus preekte toch de profeten en Mozes?

Maar… zegt Stuart Allen dan, in “The Acts of the Apostles and Afterwards”, Paulus preekte toch alleen “de profeten en Mozes”? In Hand. 26 : 22 kunnen we namelijk lezen: “Dan, hulpe van God verkregen hebbende, sta ik tot op dezen dag, betuigende beide klein en groot; niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben dat geschieden zou”. Stuart Allen zegt daarover:

“...toch hield de apostel vol dat hij niets meer had geopenbaard dan de profeten en Mozes hadden verklaard en bekendgemaakt. Dit is buitengewoon nuttig, want het geeft ons de omvang van Paulus' bediening en beperkt het tot het Messiaanse koninkrijk van het Oude Testament dat, zoals we hebben gezien, het overheersende thema was van alle profeten (Handelingen 3:19-26); (...). Om hier de waarheid in te voeren die later door Paulus geopenbaard zou worden (...), veroorzaakt alleen maar verwarring en moet worden vermeden” [3].

Zoals we gezien hebben beperkte Paulus zich helemaal niet tot het komende aardse Koninkrijk. Paulus bracht het Evangelie der Genade Gods (Hand. 20 : 24). 


Zijn de vroege brieven van Paulus niet voor de Gemeente?

Toch denkt men voor het voorgaande een Bijbelse reden te hebben. Men geeft vaak aan dat de verborgenheden pas ná Handelingen geopenbaard zouden zijn, omdat de brief aan Éfeze in 62 na Chr. geschreven is. De geschiedenis, die in Handelingen beschreven wordt, eindigt namelijk in 62 na Chr. De brief aan Éfeze zou dus van daarna zijn… En het is juist de Efeze-brief waarin uitgebreid de verborgenheid beschreven wordt dat de heidenen medeërfgenamen zijn geworden en mededeelgenoten van de belofte in Christus door het Evangelie (Ef. 3 : 3, 6). En dus zegt men…: “Zie je wel, de “Gemeente welke is Zijn lichaam” is na Handelingen ontstaan”. En dan maakt men een tweedeling, of zelfs een driedeling in de brieven van Paulus. De vroege brieven, die niet voor de “Gemeente welke is Zijn lichaam” zouden zijn: Romeinen, Korinthe, Galaten en Thessalonicensen. Vandaar dat veel hyperdispesationalisten bijvoorbeeld geen Avondmaal willen houden. Dan zijn er nog de latere gevangenisbrieven:  Éfeze, Filippenzen, Kolossenzen en Filémon. En de nog latere pastorale brieven: Timotheüs en Titus. Op basis van die indeling komt men vaak tot verregaande conclusies dat bepaalde zaken niet voor de Gemeente van vandaag de dag zouden zijn, zoals genoemd dus het Avondmaal, maar bijvoorbeeld ook de waterdoop. En sommigen loochenen daardoor ook de Opname van de Gemeente.

En dat alles is dan gebaseerd op het feit dat men niet wil geloven wat de Heere laat zien, dat Zijn Gemeente bij het kruis ontstaan is. Zo is zichtbaar hoe men door het niet recht snijden van Gods woord tot dwaalleer komt. Om compleet te zijn: Ja, ook in de brieven is ontwikkeling te zien. In de vroege brieven is bijvoorbeeld sprake van de merktekenen der apostelen (2 Kor. 12 : 12). In de latere brieven duidelijk minder of niet. Dat komt omdat die merktekenen der apostelen voor het begin van de Gemeente-tijd zijn. Er zijn op een gegeven moment namelijk geen apostelen meer (1 Kor. 4 : 9; Ef. 2 : 20). Zoals hier de Schriftverwijzingen aangeven, laat de Schrift die ontwikkeling Zelf zien, laten die brieven die ontwikkeling zelf zien. Dat is niet omdat die vroege brieven niet aan de Gemeente gericht zouden zijn. Kijk maar eens hoe de woorden in Gods woord (StatenBijbel!) zijn in de verzen 1 Kor. 1 : 2 en 1 Thess. 1 : 1. Het betreft brieven aan de ... .


De verborgenheden al vroeg geopenbaard...

Daar waar men in die kringen vaak spreekt over het “ene lichaam” (Ef. 4 : 4), daar waar Ef. 5, het gedeelte over het huwelijk, spreekt over man en vrouw die één zijn, en dus laat zien dat Bruidegom en Bruid twee verschillende personen zijn, maar die wel één worden, daar zegt juist één van de vroege brieven, 1 Kor. 12 : 12 en 13: “Want gelijk het lichaam één is en vele leden heeft, en al de leden van dit éne lichaam vele zijnde, maar één lichaam zijn, alzo ook Christus. Want ook wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot één Geest gedrenkt”. Dat gaat over één lichaam van de Heere, en hoe iemand daar door de wedergeboorte in komt. Dat werd dus tijdens Handelingen al lang verkondigd. Sterker nog, in Rom. 16 : 25, ook één van de vroege brieven, lezen we: “Hem nu Die machtig is u te bevestigen, naar mijn Evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring der verborgenheid, die van de tijden der eeuwen verzwegen is geweest”. Zelfs de “openbaring der verborgenheid” werd tijdens de periode van Handelingen al verkondigd. 


Zo werkt de theologie van het hyper- of ultradispensationalisme...

Dat die “openbaring der verborgenheid” al tijdens de periode van Handelingen verkondigd werd, wordt door Bullinger e.a. wegverklaard. Bullinger doet dat onder andere door te stellen dat het er later aan toegevoegd zou zijn. In zijn “The Companion Bible” is te lezen:

“De vermelding van "de verborgenheid" in Rom. 16 : 25 en 26 heeft velen verbijsterd, omdat de openbaring ervan specifiek in de brief aan de Efeziërs wordt voorgesteld. Vandaar dat er gesuggereerd is dat de brief oorspronkelijk eindigde bij Rom 16:24 met de zegen (of zelfs bij Rom 16 : 20 (...)), en dat deze toeschrijving (Rom 16 : 25 – 27) door de apostel werd toegevoegd nadat hij Rome had bereikt...” [4].

En zo werkt het in de theologie. Ook bij de hyper- en ultradispensationalisten: Als men iets niet uit komt, dan verklaart men het weg, men suggereert iets, en op basis daarvan gaat men leren. Bijvoorbeeld door te stellen dat het er oorspronkelijk niet gestaan zou hebben, maar voor de structuur aan toegevoegd zou zijn, o.i.d.. Maar de verborgenheid van het “ene lichaam” was tijdens Handelingen al bekend. Het blijkt uit zoveel dingen. Schrift met Schrift vergelijken laat de waarheid zien...


Waarom zei Paulus op een gegeven moment niets buiten de profeten en Mozes?

Maar waarom sprak Paulus in Hand. 26 : 22 dan “niets zeggende buiten hetgeen de profeten en Mozes gesproken hebben”? Dat kwam heel simpel omdat de Joden hem terecht wilden stellen. En Paulus liet zien dat wat Hij leerde overeenkomstig de Joodse Schriften was, want Gods woorden, die via de Joden tot ons gekomen zijn, zijn in de Heere Jezus in vervulling gegaan. Niets meer en niets minder.


Ook andere groepen laten de Gemeente ergens anders beginnen...

Een andere groep hyper-dispensationalisten, zoals bijvoorbeeld van Genadebijbel.nl, laat de Gemeente niet eind Handelingen, maar eerder beginnen, maar ook niet bij het kruis. Deels zullen zij anders redeneren, maar ook zij komen uit bij twee gemeentes gedurende de tijd van Handelingen en daarna. Een citaat van deze site:

“Concuderend hebben wij dus gezien dat de Gemeente waar Paulus over spreekt tot Paulus verborgen is gehouden door God en dat deze Gemeente een hemelse bestemming heeft.
Dit itt tot de gemeente waar het OT , de Here Jezus en Petrus over spreken, nl. een aardse bestemming en niet hemels; niet verborgen, maar geprofeteerd en dus bekend. Het begin van deze Gemeente die Zijn lichaam is, is dus niet bij Pinksteren (waar zowiezo geen begin van iets was),omdat het toen nog verborgen was, maar bij de bekering van Paulus aan wie het het eerst geopenbaard is door onze verheerlijkte Here” [5].

Ook zij houden zich dus niet aan de start van de Gemeente, zoals de Heere deze in Zijn woord heeft geopenbaard. Zij houden ook geen rekening met de woorden van Paulus zelf, dat er reeds voor hem mensen in Christus waren (Rom. 16 : 7). Ook zij snijden tegen de Schrift in, wat tot dwaalleer leidt.


Wees gewaarschuwd

Weest u gewaarschuwd, want men komt Bijbelgetrouw over, omdat men spreekt over het recht snijden van de Schrift, maar voor u het weet bent u de Schrift aan het versnijden, verdraait u eenvoudige Bijbelse waarheden, en wordt u weggeleid bij het woord van God, en leeft u in hoogmoed.

 

[1]  “The Companion Bible”, Kregel Publications, Grand Rapids, Michigan, USA, 1990, Appendix 181, blz. 204.
[2]  “The Church”, Stuart Allen, The Berean Publishing Trust, London, UK, bron: https://www.bibleunderstanding.com/THE%20CHURCH.PDF.
[3]  “The Acts of the Apostles and Afterwards”, Stuart Allen, The Berean Publishing Trust, London, England, 1990, bron: https://www.bibleunderstanding.com/Acts%20of%20the%20Apostles%20and%20Afterwards-Stuart%20Allen.pdf.
[4]  “The Companion Bible”, Kregel Publications, Grand Rapids, Michigan, USA, 1990, Appendix 193, blz. 212.
[5]  “Wanneer en Welke Kerk is door God (o.a. in Nederland) geplant?”, Jan Stelma, GenadeBijbel, bron: http://www.genadebijbel.nl/index.php/bijbelstudies/11-artikelen-1/268-wanneer-en-welke-kerk-is-door-god-o-a-in-nederland-geplant.html.