Hyper- of ultradispensationalisme - Is de waterdoop niet voor de Gemeente?
Inleiding
In de eerste twee delen van deze serie hebben we gezien hoe de Heere God een opdracht geeft om Zijn woord recht te snijden. Het is een Bijbelse Bijbelstudiemethode, om niet beschaamd, niet teleurgesteld, uit te komen. Zodra dat snijden van Gods woord niet op een rechte manier gebeurt, zodra dat tegen de Schrift in gaat, dan wordt de Schrift versneden. En het is heel belangrijk om daar alert op te zijn, want wanneer u de Schrift gaat versnijden, dan komt gaat u bij dwaalleer uitkomen.
Hyper- of ultradispensationalisten versnijden Gods woord. Ze zijn te herkennen doordat ze leren dat de Gemeente van de Heere Jezus niet bij het kruis van Golgotha ontstaan zou zijn, terwijl de Bijbel dat wel zegt. Veelal leert men dat er in Handelingen een andere gemeente zou zijn, dan de Gemeente van de Gemeente-tijd. In deel 2 wordt aan de hand van voorbeelden duidelijk hoe men redeneert en hoe men hierdoor afwijkt van Gods woord. Duidelijk wordt dat zij Gods woord naar hun eigen hand zetten, om hun eigen leer te kunnen leren.
Vaak maakt men een onderscheid in de brieven van Paulus. De vroege brieven zouden niet voor de Gemeente zijn, en de late gevangenisbrieven zouden dan wel voor de Gemeente zijn. En daardoor ontstaat nog meer dwaalleer. Eén van de dingen, die in de vroege brieven van Paulus voorkomt, is de waterdoop. Mensen lieten zich dopen in water, als ze tot geloof kwamen in de Heere Jezus. Maar volgens de hyper- of ultradispensationalisten zou die doop dus niet voor de Gemeente-tijd zijn. Maar klopt dat wel?
Eén doop?
Men zegt dat de waterdoop niet voor deze tijd is, omdat: “Er maar één doop is, en dat is niet de waterdoop”. Men baseert dat bijvoorbeeld op Ef. 4 : 5, waar geschreven staat: “Eén Heere, één geloof, één doop”. Ook gebruikt men daar veelal de tekst 1 Kor. 1 : 17 voor, waar Paulus schreef: “Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen; niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus niet verijdeld worde”. Paulus schreef hier dus dat hij niet gezonden was om te dopen… Wanneer u deze teksten zo uit de context bekijkt, zou u kunnen denken dat men een punt heeft. Laten we kijken hoe het zit. En dan nemen we in eerste instantie de folder “Baptism” van Stuart Allen als voorbeeld, zodat u kunt zien dat men inderdaad zo redeneert, maar ook kunt zien waar het fout gaat.
Gedoopt tot één lichaam?
In zijn folder beschrijft Allen verschillende dopen. En heel veel van wat hij schrijft klopt. De Bijbel laat immers verschillende dopen zien. Zo laat ook hij de doop van Johannes zien, en bijvoorbeeld de Joodse doop bij Petrus’ toespraak op de Pinksterdag. Maar…, wanneer hij spreekt over de Pinksterdag, en dat de Heere Jezus de discipelen bevolen had te wachten totdat zij aangedaan waren “met kracht uit de hoogte” (Luk. 24 : 49), dan verbindt hij hieraan de tekst 1 Kor. 12 : 13. En even voor de duidelijkheid, Gods woord, de StatenBijbel zegt daar: “Want ook wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot één Geest gedrenkt”. Stuart Allen schrijft daarover:
“In de eerste brief van Paulus aan de gemeente te Korinthe verwijst hij naar de Heilige Geest Die deze gaven geeft en hen doopt (hen samen verenigend). Dus 1 Korintiërs 12:13 verwijst naar gedoopt worden in één geest en hoewel onze vertaling zegt “door één Geest”, leest het Grieks "in één Geest", waardoor ze deze gaven samen delen zoals de Heilige Geest ervoor koos om ze uit te delen. We hebben dus een doop die nog moest komen na de bediening van Johannes de Doper. Het werd verbonden met de krachtige begiftiging van de twaalf voor het getuigenis door de Heilige Geest van dit aardse koninkrijk, en we zien dat het door heel de Handelingen van de Apostelen heen gaat, vergezeld gaande van de wonderen die dat bewezen”.
Allereerst ziet u hier, en dat gebeurt vaak bij hyper- of ultradispensationalisten, dat men het bewaarde woord van God aanpast om hun leer te kunnen onderbouwen. Men wil een doop “in de Geest”, in plaats van een doop “door de Geest”. Feit is dat Allen heel veel nadruk legt op die doop “in de Geest”. Waarom is dat? Omdat in dat vers nog iets staat, namelijk dat zij “tot één lichaam” gedoopt zijn. En dat is juist wat ze niet willen horen, althans niet op die plek in 1 Korinthe. Maar het staat er wel. Zij geloven niet dat het ene lichaam van de Heere Jezus, in de tijd dat 1 Korinthe geschreven werd (tijdens Handelingen), al bestond. Zij willen geloven dat het allemaal nog zou gaan om de verkondiging van het aardse koninkrijk door de Joodse discipelen. En daarom verleggen ze de nadruk naar een doop “in de Geest”, zodat ze dit aan de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag kunnen koppelen, toegepast op de twaalf Joodse discipelen. Het bewaarde woord van God laat juist zien dat het de Heilige Geest is Die de gelovige voegt tot het lichaam van de Heere Jezus, oftewel opneemt in het lichaam van de Heere Jezus, oftewel doopt in het lichaam van de Heere Jezus.
Is 1 Kor. 12 : 13 uitsluitend Joods?
Feit is dat 1 Kor. 12 : 13 spreekt over “wij allen”. Wie zijn die “wij allen”? In 1 Kor. 1 : 2 staat dat de 1e Korinthe-brief geschreven is aan “de gemeente Gods die te Korinthe is, den geheiligden in Christus Jezus, den geroepen heiligen…”. En dan is de vraag: zijn deze geheiligden Joden? Betreft het een Joodse gemeente? Of zijn het heidenen? Of missschien wel Joden en heidenen? Deze vraag is belangrijk, omdat de hyper- of ultradispensationalisten de doop altijd tot iets uitsluitend Joods maken. Zo zegt Allen elders in dezelfde folder:
“U zult zien dat dit onderwerp vele en gevarieerde aspecten heeft, en dat de waterdoop zijn plaats heeft in het woord van God, maar het is verbonden met Israël, het volk van de tekenen, toen zij nog in de verbondsrelatie met Hem stonden”.
Laten we kijken naar het bezoek dat Paulus aan Korinthe bracht in Hand. 18. Ja, daar waren Joden, die in de Heere Jezus geloofden (Hand. 18 : 2). En ja, in Hand. 18 : 8 lees je dat Crispus, de overste van de synagoge, een Jood, tot geloof kwam. Maar kijk wat er geschreven staat in Hand. 18 : 4: “En hij handelde op elken sabbat in de synagoge, en bewoog tot het geloof Joden en Grieken”. Hij preekte in eerste instantie zowel voor Joden als Grieken. En welke boodschap bracht Paulus in Korinthe? Het komende aardse Koninkrijk? En dat daarom het Joodse volk zich moest bekeren? Uit Hand. 18 wordt dat niet duidelijk. Maar kijk wat Paulus de Korinthiërs schreef, in 1 Kor. 15 : 1 – 4… Daar schreef hij over het Evangelie waardoor men zalig wordt, namelijk van het sterven, de begrafenis en de opstanding van Christus. Dat ís het Evangelie der Genade Gods. Niets Koninkrijksevangelie. En ook niet alleen voor de Joden, maar voor Joden én heidenen, precies zoals Paulus in 1 Kor. 1 : 23 en 24 schreef: “Doch wij prediken Christus den Gekruisigde, den Joden wel een ergernis, en den Grieken een dwaasheid, Maar hun die geroepen zijn, beide Joden en Grieken, prediken wij Christus, de Kracht Gods en de Wijsheid Gods”. En omdat ook de Joden in Korinthe de Heere Jezus verwierpen, zei Paulus in Hand. 18 : 6: “Maar als zij wederstonden en lasterden, schudde hij zijn klederen af en zeide tot hen: Uw bloed zij op uw hoofd; ik ben rein; en van nu voortaan zal ik tot de heidenen heen gaan”. Korinthe was klaarblijkelijk geen uitsluitend Joodse gemeente. En toch werden er velen gedoopt (Hand. 18 : 8).
Paulus was toch niet gezonden om te dopen?
Vervolgens schrijft Allen in zijn folder:
“Wat gaan we doen met de bediening van de apostel Paulus met betrekking tot de waterdoop? Hij deed een zeer duidelijke uitspraak toen hij aan de gemeente te Korinthe schreef: “Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het evangelie te verkondigen” (1 Kor. 1:17). We vragen ons af wat onze baptistenvrienden vandaag met hem zouden doen als hij nog leefde. Hij zou mogelijk een ongehoorzaam kind van God worden genoemd, maar hij hield vol dat Christus hem niet had gezonden om te dopen, dus dat betekent dat de waterdoop geen essentieel onderdeel van de bediening van de apostel Paulus is”.
Hier ziet u dus hoe men 1 Kor. 1 : 17 gebruikt om te zeggen dat Paulus niet gezonden was om te dopen. En hoe hij dat zou volhouden… Maar betekent dat, dat Paulus hier zei dat hij niet gezonden was om te dopen, dat hij ook niet doopte? Nee, dat betekent het niet. In dezelfde context leest u namelijk dat hij Crispus en Gajus gedoopt heeft (1 Kor. 1 : 14). En ook heeft hij het huisgezin van Stéfanus gedoopt (1 Kor. 1 : 16). Dus Paulus doopte weldegelijk. Het mooie is, dat Hand. 18, de geschiedenis dat Paulus in Korinthe was, zoals we zojuist al zagen, duidelijk maakt dat er in Korinthe velen gedoopt werden. In Hand. 18 : 8 staat geschreven: “En Crispus, de overste der synagoge, geloofde aan den Heere met geheel zijn huis, en velen van de Korinthiërs hem horende, geloofden en werden gedoopt”. Het waren Joden en Grieken die tot geloof kwamen (Hand. 18 : 4), dus het waren Joden en Grieken die gedoopt werden. Zo was Gajus bijvoorbeeld een Macedoniër (Hand. 19 : 29). Dus ook de waterdoop zelf was niet voorbehouden aan Joden. Dat blijkt ook wel uit Handelingen. In Hand. 16 : 15 kunt u lezen dat Paulus Lydia doopte, maar daarnaast leest u in Hand. 16 : 33 dat hij de Romeinse stokbewaarder van Filippi en al de zijnen doopte. En in Handelingen 10 doopte Petrus Cornelius, een Romeinse hoofdman. Oftewel: Paulus doopte weldegelijk, en het waren echt niet alleen maar Joden die gedoopt werden.
Waarom was Paulus blij dat hij in Korinthe weinigen gedoopt had?
Dat Paulus blij was dat hij in Korinthe niet meer mensen gedoopt had, kwam omdat er een namenstrijd gaande was. In 1 Kor. 1 : 12 – 15 staat geschreven: “En dit zeg ik, dat een iegelijk van u zegt: Ik ben van Paulus, en ik van Apollos, en ik van Céfas, en ik van Christus. Is Christus gedeeld? Is Paulus voor u gekruist? Of zijt gij in Paulus’ naam gedoopt? Ik dank God dat ik niemand van ulieden gedoopt heb dan Crispus en Gajus; Opdat niet iemand zegge dat ik in mijn naam gedoopt heb”. En dan maakt Paulus die opmerking in 1 Kor. 1 : 17: “Want Christus heeft mij niet gezonden om te dopen, maar om het Evangelie te verkondigen; niet met wijsheid van woorden, opdat het kruis van Christus niet verijdeld worde”. Het ging er in de eerste plaats om dat het Evangelie verkondigd werd en wordt. Het geloof in het volbrachte werk van de Heere Jezus redt. De waterdoop niet. Die doop is een getuigenis (1 Petr. 3 : 21). Ziet u hoe de context duidelijk maakt waarom Paulus deze opmerking maakte? En ziet u uit de andere Schriftverwijzingen dat dit geenszins betekent dat Paulus niet doopte? Opnieuw ziet u hoe de hyper- en ultradispensationalisten de Schrift naar eigen hand proberen te zetten, door teksten aan te passen of uit de context te citeren.
Hoe zit het dan met die ene doop?
Vervolgens gaat men naar teksten als Rom. 6 : 3 en 4, Ef. 4 : 4 – 6 en Kol. 2 : 9 – 12 om aan te tonen dat er één geestelijke doop is die redt en die u één maakt met de Heere Jezus, waarvan Ef. 4 : 5 zegt dat er maar “één doop” is. En omdat er maar één doop zou zijn, zou de waterdoop afgedaan hebben. En ja, er is één geestelijke doop die redt, en dat is de doop door de Heilige Geest, Die u tot het lichaam van de Heere Jezus doopt. Dat blijkt uit al die verzen die men aanhaalt, maar ook uit 1 Kor. 12 : 13. Maar die tekst willen ze nu juist niet op de Gemeente van de Heere Jezus betrekken… Laten we kijken wat Ef. 4 : 4 – 6 zegt: “Eén lichaam is het en één Geest, gelijkerwijs gij ook geroepen zijt tot één hoop uwer roeping; Eén Heere, één geloof, één doop, Eén God en Vader van allen, Die daar is boven allen en door allen en in u allen”. Ziet u hoe hier sprake is van één Geest, één doop, maar ook één lichaam? Nu laat 1 Kor. 12 : 13 dus zien dat u door die ene Geest in dat ene lichaam gedoopt wordt. Dat is de geestelijke doop die gepaard gaat me de geestelijke geboorte of wedergeboorte van de gelovige (2 Kor. 5 : 17). Dán krijgt de gelovige eeuwig leven.
Maar ondanks dat voor de Korinthërs ook die ene geestelijke doop tot behoud gold, doopte Paulus in Korinthe sommigen, en doopten anderen in Korinthe velen in water. En dat als resultaat van de verkondiging van het Evangelie der Genade Gods. Die waterdoop voegt niets toe aan de redding, maar is wel een getuigenis. En daarom kon Paulus zeggen dat hij niet gezonden was om te dopen. Want de verkondiging van het Evangelie is zaligmakend. Dat is het belangrijkst.
Leeft iemand, die zich in water laat dopen, in zonde?
Een andere hyper- of ultradispensationalist, die zich overigens als Bijbelgelovige voordoet, Jan Stelma van Genadebijbel.nl, komt o.a. op basis van 1 Kor. 1 : 17 tot de volgende uitspraak:
“Dus in het kruis vinden wij de kracht Gods en de wijsheid Gods. De waterdoop vervangt dit door krachteloosheid en de wijsheid van mensen, waardoor de zonde heerschappij in mij blijft voeren”.
Dat is een best heftige uitspraak. Eigenlijk zegt hij dat de gelovige, die zich in gehoorzaamheid aan Gods woord laat dopen, nog in de zonde zou leven… . Ziet u hoe ver dat gaat? Het is in elk geval de grootste onzin, want deze conclusie mist elke Bijbelse grond. Natuurlijk zou hij gelijk hebben, indien u op de waterdoop gaat vertrouwen voor uw redding… Helaas zijn er velen die dat doen. Maar het feit dat velen dat verkeerd doen, mag geen reden zijn om de Schrift uit het verband te halen en te gaan versnijden, om de waterdoop maar weg te praten. De waterdoop is gewoon Bijbels, niet tot redding, maar wel in de gehoorzaamheid van de navolging.
Pas op voor hyper- en ultradispensationalisten. Zij zeggen de Schrift recht te snijden, maar zij versnijden de Schrift, waardoor alles uit het verband getrokken wordt, en men uitkomt bij dwaalleer.
Een toepasselijke preek, die laat zien wat het "watergraf", het beeld van de geloofsdoop, met het Volbrachte Werk van de Heere Jezus te maken heeft, kunt u hieronder beluisteren:
[1] “Baptism”, Stuart Allen, The Berean Publishing Trust, London, England, 1989, blz. 4.
[2] “Baptism”, Stuart Allen, The Berean Publishing Trust, London, England, 1989, blz. 7.
[3] “Baptism”, Stuart Allen, The Berean Publishing Trust, London, England, 1989, blz. 5.
[4] “Baptism”, Stuart Allen, The Berean Publishing Trust, London, England, 1989, blz. 6.
[5] “De Doop… welke is voor mij”, Jan Stelma, GenadeBijbel, bron: http://www.genadebijbel.nl/index.php/bijbelstudies/11-artikelen-1/117-de-doop-welke-is-voor-mij.html.