De wedergeboorte van de aarde
over het Duizendjarig Vrederijk
Inleiding
De Grote Verdrukking zal, volgens de profetieën in het boek Daniël, 7 jaar duren. Het Joodse volk zal dan weer centraal staan, en de gelovigen zullen moeten volharden tot het einde om het Koninkrijk, het Duizendjarig Vrederijk, in te gaan. De Grote Verdrukking is een verschrikkelijke periode, waarin de antichrist zich zal laten vereren als god, waarin hij een ieder, die hem dient, het merkteken van het beest, 666, zal geven. Een periode waarin verschrikkelijke rampen over de aarde zullen gaan, waarin onder andere de zon vreselijke hitte zal geven, waarin water in bloed zal veranderen en waarin er geen regen zal vallen.
En dan schrijft Openb. 19 over de wederkomst van Jezus Christus naar de aarde, dat Hij Zijn vijanden zal verslaan, en Gods Woord zegt dat het dan weer zal regenen. De vroege en spade regen zullen weer vallen en er zal voldoende oogst wezen! Er zal weer voldoende te eten en te drinken zijn! Jezus Christus zal Zijn Koninkrijk, het Duizendjarig Vrederijk, op aarde oprichten. Daarvan staat geschreven in Openb. 20 : 1 – 10.
Jezus Christus wordt letterlijk Koning op aarde
We lezen in dit gedeelte zes maal over “de duizend jaren”! Duizend jaren, waarin zij, die deel hebben aan de eerste Opstanding, met Jezus Christus zullen heersen als koningen (Openb. 20 : 6). De Oudtestamentische profetieën hebben het Koningschap van Jezus reeds aangekondigd. In Jer. 23 : 5 en 6 lezen we bijvoorbeeld: “Ziet, de dagen komen, spreekt de Heere, dat ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; Die zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig zijn, en recht en gerechtigheid doen op de aarde. In Zijn dagen zal Juda verlost worden, en Israël zeker wonen; en dit zal Zijn naam zijn, waarmee men Hem zal noemen: DE HEERE ONZE GERECHTIGHEID”. In vele Theologieën gelooft men niet dat Jezus Christus letterlijk Koning wordt op aarde. De Rooms-katholieke en Protestantse theologie beweren zelfs dat Jezus nu regeert, vanaf de troon in de hemel. Er zijn er die zeggen dat we nu in het Duizendjarig Vrederijk leven, en als alle mensen geloven, zal Jezus terugkomen. Maar we hebben net gelezen dat Jezus “zal Koning zijnde regeren, en voorspoedig zijn, en recht en gerechtigheid doen op de aarde”! Jezus’ Koninkrijk zal op aarde zijn! Dat is wat we in Openb. 19 en 20 dan ook lezen: Jezus keert eerst terug naar de aarde (Openb. 19 : 11), om vervolgens zijn Duizendjarig Rijk op te richten (Openb. 20 : 4, 6). Dat het Vrederijk op aarde zal zijn, blijkt ook uit de profetie, die gedaan wordt, bij de aankondiging van de geboorte van de Heere Jezus. In Luk. 1 : 32 en 33 zegt de engel tegen Maria over Jezus: “Deze zal groot zijn, en de Zoon van de Allerhoogste genaamd worden; en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven. En Hij zal over het huis Jakobs Koning zijn in eeuwigheid, en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde zijn”. Het Koninkrijk van Jezus begint dus hier op aarde met het Duizendjarig Rijk, maar zal doorgaan in de eeuwigheid. Ondanks dat de duivel nog éénmaal een korte tijd losgelaten wordt, en nog velen zal verleiden, gaat Jezus’ Koninkrijk door. Wanneer de vijanden de legerplaats van de heiligen en de geliefde stad omringen, rekent God voorgoed met hen af. Jezus’ Koninkrijk wordt dan voortgezet in de nieuwe hemel en op de nieuwe aarde van Openbaring 21.
Een Vredevorst en een Vrederijk
Jezus zal Koning zijn op aarde! Vanuit de stad Jeruzalem, want dáár heeft de troon van Zijn vader David gestaan! Het zal een Koninkrijk van vrede zijn. In Ezechiël 34 wordt ook over het Duizendjarig Rijk geprofeteerd. En daar lezen we in Ez. 34 : 23: “En Ik zal een enige Herder over hen verwekken, en Hij zal hen weiden, namelijk Mijn knecht David; Die zal ze weiden, en Die zal hun tot een Herder zijn.” Sommigen beweren dat David zal opstaan om koning te zijn in het Duizendjarig Rijk. Maar gezien de andere Schriftverwijzingen is dat onzin! Het gaat om een nakomeling van David (zoals God aan hem beloofd heeft, 2 Sam. 7 : 4 – 17). Hij zal een “Spruit” van David zijn, en op “de troon van Zijn vader David” zitten. Dan gaat Ez. 34 : 24 – 27 verder: “En Ik, de Heere, zal hun tot een God zijn, en Mijn knecht David zal Vorst zijn in het midden van hen; Ik, de Heere heb het gesproken. En Ik zal een verbond des vredes met hen maken, en zal het boos gedierte uit het land doen ophouden; en zij zullen zeker wonen in de woestijn, en slapen in de wouden. Want ik zal ze, en de plaatsen rondom Mijn heuvel, stellen tot een zegen; en Ik zal de plasregen doen neerdalen op zijn tijd, plasregens van zegen zullen er zijn. En het geboomte des velds zal zijn vrucht geven, en het land zal zijn inkomst geven, etc…”. Heel duidelijk is dit een profetie over het begin van Duizendjarig Rijk, dat er weer regen en daardoor voldoende oogst zal zijn! Terwijl de Vorst (Jezus wordt in Jes. 9 : 5 wel de Vredevorst genoemd) op aarde temidden van het volk Israël regeert, heeft de Heere met hen een “een verbond des vredes” gesloten. Het Duizendjarig Rijk is een Rijk van Vrede! Vandaar dat we spreken over het “Duizendjarig Vrederijk”!
In Jes. 2 : 2 – 4 lezen we dan ook dat er geen oorlog meer zal zijn: “En het zal geschieden in het laatste der dagen, dat de berg van het huis des HEEREN zal vastgesteld zijn op de top der bergen, en dat hij zal verheven worden boven de heuvels, en tot hem zullen alle heidenen toevloeien. En vele volken zullen heengaan en zeggen: Komt, laat ons opgaan tot de berg des HEEREN, tot het huis van de God Jakobs, opdat Hij ons lere van Zijn wegen, en dat wij wandelen in Zijn paden; want uit Sion zal de wet uitgaan, en het Woord des HEEREN uit Jeruzalem. En Hij zal richten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkels; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren”. Naast het feit dat dit gedeelte laat zien dat er vrede zal zijn, en dat er geen oorlog meer zal zijn, laat dit gedeelte ook nog wat anders zien: “Hij zal richten onder de heidenen, en bestraffen vele volken”. We hebben al eerder gezien dat de Heere Jezus in het Duizendjarig Vrederijk de heidenen zal hoeden met een “ijzeren roede” (Openb. 19 : 15), wat nodig blijkt uit het feit dat wanneer de satan nog eenmaal losgelaten wordt, dat hij dan nog velen achter zich aan krijgt. In het Duizendjarig Vrederijk is de satan wel gebonden, maar de mens heeft nog wel zijn oude, zondige, Adamsnatuur (Openb. 20 : 8; Zach. 14 : 17). De Heere zal volken richten, en vele van hen straffen. Hij zal Rechter zijn over de volken! Niet over de wederom geboren gelovigen uit de Gemeente-bedeling, die, ná de Opname, in de hemel alreeds voor de Rechterstoel van Christus zijn verschenen. Niet over de ongelovigen, die overleden zijn en die ná het Duizendjarig Vrederijk voor de Grote Witte Troon zullen verschijnen en zullen verdwijnen in de poel des vuurs (Openb. 20 : 11 – 15). Hij zal Rechter zijn over de volken, die de Grote Verdrukking overleven. Er zal beslist worden wie van hen het Koninkrijk in zal gaan. We vinden daarover geschreven in Matth. 25 : 31 – 46. In vers 31 staat: “En wanneer de Zoon des mensen komen zal in Zijn heerlijkheid, en al de heilige engelen met Hem,…”. Dat is dus niet de Opname van de Gemeente, waar Hij de Gemeente in de lucht tegemoet komt, en ons in een oogwenk thuishaalt; maar dat is de Tweede Komst, wannneer Hij komt met macht en majesteit, wanneer Zijn voeten zullen staan op de Olijfberg! Dat is Zijn komst in heerlijkheid. Dan gaat vers 31 verder: “…dan zal Hij zitten op de troon van Zijn heerlijkheid.”
Jezus Christrus wordt Koning, en zal regeren vanuit Jeruzalem, vanaf de troon van Zijn vader David, de troon die hier “de troon van Zijn heerlijkheid” genoemd wordt.
Het oordeel over de volken
En dan worden de volken geoordeeld, Matth. 25 : 32 zegt: “En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt”. Vers 34 laat dan zien dat dit oordeel bepaalt welke volken het Koninkrijk zullen ingaan: “Alsdan zal de Koning zeggen tot hen, die tot Zijn rechterhand zijn: Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beërft dat Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld”. En vers 41 laat zien dat de volken aan de andere zijde het eeuwige vuur ingaan: “Dan zal Hij zeggen ook tot hen, die ter linkerhand zijn: Gaat weg van Mij, gij vervloekten, in het eeuwige vuur, dat de duivel en zijn engelen bereid is”. Maar wat bepaalt nu welk volk het Koninkrijk in mag, en welk volk niet? In vers 35 en 36 zien we dat de volken, die het Koninkrijk in mogen, goed hebben gedaan aan de Koning. Zij hebben Hem te eten gegeven, zij hebben Hem te drinken gegeven, zij hebben Hem geherbergd, zij hebben Hem gekleed en bezocht. De rechtvaardige volken begrijpen dit niet, en vragen wanneer zij dat aan de Koning gedaan hebben (vers 37 en 38). In vers 40 zegt de Koning: “Voorwaar zeg Ik u: Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan”. Wie zijn de broeders van de Heere Jezus? Op het moment dat Jezus dit sprak, waren er nog geen wederom geboren gelovigen. Op het moment dat Jezus dit sprak, verkondigde Hij het Koninkrijk der hemelen! Zijn doelgroep was Joods! Jezus’ aardse broeders waren de Joden! En dit Bijbelgedeelte gaat dan ook over Jezus’ terugkomst naar de aarde aan het eind van de Grote Verdrukking (in Matth. 24 beschreven), aan het begin van het Duizendjarig Vrederijk. De volken zullen dus geoordeeld worden op grond van hun behandeling van het Joodse volk, Jezus’ broeders, in de Grote Verdrukking. Zij die achter de Joden stonden, hen hielpen ten tijde van hun benauwdheid (Jer. 30 : 7), zullen het Koninkrijk ingaan, zij die dat niet deden, worden veroordeeld tot het eeuwige vuur!
Het land der belofte
Jezus Christus zal Koning zijn, vanaf de troon van Zijn heerlijkheid vanuit Jeruzalem. We hebben al verschillende keren gezien dat Hij Koning zal zijn over het huis Jakobs. Israël heeft tijdens de Wet al de belofte van herstel gekregen. God voorzegde in Zijn Woord dat Israël zou vallen, maar God voorzegde ook het herstel. Israël zal tot bekering komen en in het beloofde land wonen (Deut. 30 : 1 – 9 bijv.)! Amos 9 : 14 en 15 geeft deze belofte ook zo duidelijk weer: “En Ik zal de gevangenis van Mijn volk Israël wenden, en zij zullen de verwoeste steden herbouwen en bewonen, en wijngaarden planten, en de wijn daarvan drinken; en zij zullen hoven maken, en de vrucht daarvan eten. En Ik zal ze in hun land planten; en zij zullen niet meer worden uitgerukt uit hun land, dat Ik hun gegeven heb, zegt de Heere, uw God”. Israël zal wonen in het land der belofte, een land dat veel groter is dan het huidige Israël. Volgens Gen. 15 : 18 zullen de grenzen van het land lopen van de river van Egypte (de Nijl) af tot aan de rivier Eufraat in het huidige Irak: “Op dezelfde dag maakte de Heere een verbond met Abram, zeggende: Aan uw zaad heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af, tot aan die grote rivier, de rivier Frath”.
“…en de leeuw zal stro eten, gelijk de os”
Jezus is Koning. De volken zijn geoordeeld. Israël is hersteld. Ook hebben we al gezien dat er weer voldoende regen valt en dat er een overvloedige oogst zal zijn. Er zal voldoende te eten en te drinken zijn in het Duizendjarig Vrederijk. Na de ‘vernietiging’ van de aarde in de Grote Verdrukking, treedt er met de Tweede Komst van de Heiland namelijk een wedergeboorte van de aarde op! Matth. 19 : 28 zegt: “En Jezus zeide tot hen: Voorwaar, Ik zeg u, dat gij, die Mij gevolgd zijt, in de wedergeboorte, wanneer de Zoon des mensen zal gezeten zijn op de troon van Zijn heerlijkheid, dat gij ook zult zitten op twaalf tronen, oordelende de twaalf geslachten Israëls”. Sommige betrekken hier de wedergeboorte op de Gemeente. Dat Jezus nu op de troon zou zitten, etc. Maar Jezus zit nu niet op de troon, maar aan de rechterhand van de Vader (Ef. 1 : 20; Hebr. 1 : 3; Matth. 26 : 64). En we hebben eerder in deze studie gezien, dat wanneer de Heere Jezus terugkomt op aarde (Zijn Tweede Komst), dat Hij zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid (Matth. 25 : 31). Met andere woorden, deze tekst in Matth. 19 gaat óók over het Duizendjarig Vrederijk. En dat de discipelen op tronen zullen zitten, is niet zo moeilijk te begrijpen, omdat de Zijnen met Hem zullen heersen in die duizend jaren! Deze wedergeboorte slaat niet op personen, maar op de toestand van de aarde in het Duizendjarig Vrederijk. In het Duizendjarig Vrederijk zal de aarde wedergeboren worden! In Hand. 3 : 20 en 21 staat: “En Hij gezonden zal hebben Jezus Christus, Die u te voren gepredikt is; Die de hemel moet ontvangen tot de tijden der wederoprichting aller dingen, die God gesproken heeft door de mond van al Zijn heilige profeten van alle eeuw”. Met andere woorden: Jezus is nu in de hemel, totdat de “tijden der wederoprichting” zijn aangebroken. Niet alleen de mensen krijgen het goed in het Duizendjarig Vrederijk, maar de hele aarde zal een wedergeboorte meemaken. In Rom. 8 : 19 – 22 lezen we daarover: “Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht de openbaring van de kinderen Gods. Want het schepsel is aan de ijdelheid onderworpen, niet gewillig, maar om hem, die het aan de ijdelheid onderworpen heeft; op hoop, dat ook het schepsel zelf zal vrijgemaakt worden van de dienstbaarheid der verderfenis, tot de vrijheid der heerlijkheid van de kinderen Gods. Want wij weten, dat het ganse schepsel tesamen zucht, en tesamen als in barensnood is tot nu toe”. De hele schepping wacht dus op het moment dat de zonen Gods geopenbaard zullen worden. Dat zal gebeuren als de Heere Jezus terugkeert, want wij, de zonen Gods, zullen met Hem terugkeren. De schepping, die, door de zondeval in Gen. 3, ook onder de zonde gebukt gaat, zal daar van bevrijd worden! Het gevolg daarvan is, dat er een zeer gunstig klimaat zal zijn in het Duizendjarig Vrederijk, dat zorgt voor voldoende eten en drinken. Maar zelfs de wilde dieren zullen niet meer verscheuren! In Jes. 11 staat heel mooi omschreven wat het effect van de Tweede Komst op de dierenwereld is. Jesaja spreekt over het Rijsje dat uit Isaï zal voortkomen: de Heere Jezus Christus. Jesaja 11 gaat dan verder met Zijn Koningschap in vers 4 – 8: “Maar Hij zal de armen met gerechtigheid richten, en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede van Zijn mond, en met de adem van Zijn lippen zal Hij de goddeloze doden. Want gerechtigheid zal de gordel van Zijn lendenen zijn; ook zal de waarheid de gordel van Zijn lendenen zijn. En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij de geitenbok neerliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee tezamen, en een klein jongske zal ze drijven. De koe en de berin zullen tezamen weiden, hun jongen zullen tezamen neerliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os. En een zuigeling zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van de basilisk”.
Nu zeggen sommigen dat deze verandering niet de wedergeboorte van de aarde is. De Bijbel leert namelijk dat deze aarde en de hemelen, die nu zijn, door het vuur zullen gaan, en dat er dan een nieuwe aarde en nieuwe hemelen zullen zijn (2 Petr. 3 : 10 – 13; Openb. 21). Men zegt dan, dat hier de wedergeboorte van de aarde pas plaatsvindt. Zoals bij mensen die tot geloof komen: “het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden” (2 Kor. 5 : 17). Maar dat is dan pas ná het Duizendjarig Vrederijk. Maar dan zouden de dieren óók pas in vrede met elkaar leven, wanneer het Duizendjarig Vrederijk voorbij zou zijn! De redernatie klopt niet. Jezus zegt duidelijk dat de wedergeboorte optreedt, wanneer Hij zal zitten op de troon van Zijn heerlijkheid bij Zijn Tweede Komst op aarde. U kunt het inderdaad vergelijken met de wedergeboorte bij de mens: Dat alles nieuw is geworden, wil niet zeggen dat wij geen zonde meer hebben. De Bijbel laat zien dat er ook nog een oude mens aanwezig is, dat in ons vlees nog zonde woont (Rom. 7 : 23 e.v.). De Bijbel roept ons op om te leven tot eer van Hem, en dat wat we nog in ons vlees leven, zullen we moeten wegdragen voor de Rechterstoel van Christus. De slechte werken zullen in het vuur verbranden, de goede werken blijven bestaan en leveren loon op (1 Kor. 3 : 9 e.v.)! Dat de werken door het vuur gaan komt dus later, wanneer wij in de hemel zijn, voordat de bruiloft van het Lam zal plaatsvinden! Dan pas hebben wij ook ons volmaakte opstandingslichaam gekregen. Maar zo is het óók met de aarde. De wedergeboorte vindt plaats bij de Tweede Komst van Jezus Christus naar de aarde. En pas ná het Duizendjarig Vrederijk gaat de aarde (en de hemelen) door het vuur, en komen de nieuwe hemel en de nieuwe aarde!
De satan een kleine tijd ontbonden
Het zal goed zijn in het Duizendjarig Vrederijk. En toch blijkt hoe sterk de zondige natuur van de mens is. Jezus zal met ijzeren roede regeren (Openb. 19 : 15). De mensen die zich niet aan Hem onderwerpen zullen geen regen ontvangen (Zach. 14 : 17), en zullen in het dorre wonen (Ps. 68 : 7). En uiteindelijk zal de satan nog een korte tijd losgelaten worden (Openb. 20 : 3, 7 – 8). Ondanks dat men Jezus Christus dan van aangezicht tot aangezicht gezien heeft, ondanks dat men overvloed kon hebben, ondanks dat men in vrede kon leven, zijn er velen die ook dan de Heere Jezus Christus verwerpen. Er komt een beweging van mensen op gang, die het Koninkrijk van de Heere teniet willen maken. Het aantal is als het zand aan de zee (Openb. 20 : 8)! Maar dan komt er vuur van de hemel, de vijand wordt definitief verslagen, en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde breken baan…
Is die duizend jaar nu symbolisch of niet?
Nog één vraag: Die duizend jaar… Is dat wel duizend jaar?! Openbaring is een moeilijk boek. Het is een apocalyptisch boek met veel symboliek (zegt men)… Misschien is het wel helemaal geen duizend jaar… In 2 Petr. 3 : 8 staat immers: “…dat één dag bij de Heere is als duizend jaren, en duizend jaren als één dag”. Dat Openbaring moeilijk is, en symbolisch is, is echter iets wat de kerken en de theologie ervan gemaakt hebben. Waarschijnlijk omdat zij niet geloven in een letterlijke regering van Jezus Christus op aarde buiten de kerk om! Door het symbolisch te maken, kunnen ze er alles van maken wat ze zelf willen. Gods Woord, het boek Openbaring Zelf, zegt met Openb. 22 : 6: “En hij zeide tot mij: Deze woorden zijn getrouw en waarachtig; en de Heere, de God der heilige profeten, heeft Zijn engel gezonden, om Zijn dienstknechten te tonen, hetgeen haast moet geschieden.” Deze woorden zijn getrouw en waarachtig! Ook de woorden in Openbaring zijn waar, en u kunt erop vertrouwen. Wat de Heere zegt, komt uit. Natuurlijk komt er ‘symboliek’ in voor. Maar wanneer de Heere beeldspraak gebruikt, dan legt Hij de beeldspraak ook uit. Een mooi voorbeeld is Openb. 1 : 12 en 16, waar sprake is van ‘kandelaren’ en ‘sterren’. In de context staat dat dit ‘gemeenten’ en ‘engelen’ zijn (vers 20). Gods Woord legt Zichzelf uit! De context van Openb. 20 geeft echter totaal geen aanleiding om te geloven dat de duizend jaren symbolisch zijn. Hooguit kunnen de duizend jaren bij de Heere een dag zijn; en in Gods Woord wordt de periode van de Grote Verdrukking en het Duizendjarig Vrederijk ook wel de Dag des Heeren genoemd (Joël 2 : 1 – 27; Zef. 1 : 14 – 18; Zach. 14 : 1 – 11; Mal. 4 : 1, 2). Een dag die inderdaad duizend jaar zal duren! Voor ons blijven de duizend jaren echter duizend jaren! Een mooi voorbeeld vinden we in Hoséa 6 : 1 – 3, waar we lezen over het herstel van Israël: “Komt en laat ons weerkeren tot de HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden. Hij zal ons na twee dagen levend maken; op de derde dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven. Dan zullen wij kennen, wij zullen vervolgen, om de HEERE te kennen; Zijn uitgang is bereid als de dageraad; en Hij zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en vroege regen des lands.” Dit gaat dus over het begin van het Duizendjarig Vrederijk, wanneer Israël weer opgericht wordt, wanneer de aarde wedergeboren wordt! We lezen dat Israël twee dagen verscheurd en geslagen is. Israël heeft na de verwerping van de Messias ongeveer 2000 jaar in verstrooiing geleefd. En nog zijn de tijden der heidenen, de vertreding van Jeruzalem door de heidenen (Luk. 21 : 24), niet voorbij. Maar dat zal niet lang meer duren. De tekenen der tijden wijzen erop dat spoedig de Grote Verdrukking aanbreekt, dat nog spoediger de Gemeente thuisgehaald wordt, en vanaf dat moment duurt het ongeveer 7 jaar, en dan zal Israël hersteld worden! Twee dagen, twee duizend jaar van verstrooiing. En na twee dagen, op de derde dag (Hos. 6 : 2), zal Israël hersteld worden en voor Zijn aangezicht leven. In de derde duizend jaar, het aankomende Duizendjarig Vrederijk, zal Israël in Zijn Koninkrijk, op een wedergeboren aarde, voor Zijn aangezicht leven!
Duizend jaar = duizend jaar!