Rooms-katholicisme – over beelden- en iconenverering



Inleiding

Het vorige deel in deze serie over het Rooms-katholicisme ging over het sacrament van de biecht en over het vagevuur. Ook met de biecht stelt Rome zichzelf in de plaats van God. U zou een priester nodig hebben om uw zonden te laten vergeven. We zagen dat de Bijbelteksten, die Rome hiervoor gebruikt, uit zijn verband zijn gehaald. Iedere gelovige heeft de macht om de ander te vergeven. Maar dat is niet in de plaats van de Heere God. We zagen dat het er onder andere mee te maken heeft, dat wanneer u tegen elkaar gezondigd heeft, dat u het elkaar kunt belijden en elkaar kunt vergeven. Ook is het mogelijk om in de verkondiging of in een getuigenis vergeving aan te bieden. Dat is niet omdat u vergeeft, maar omdat u kunt verkondigen of getuigen dat mensen in Christus vergeving kunnen ontvangen, omdat Hij het Volbracht heeft. Ook laat de Bijbel niet zien dat er een vagevuur is. Er is wel een hel. Wanneer u de Heere Jezus als uw persoonlijke Verlosser hebt verworpen, dan gaat u naar de hel. En daar eenmaal aangekomen, is er geen mogelijkheid om daar alsnog uit te komen. Het vagevuur probeert men te bewijzen aan de hand van Bijbelteksten over de Rechterstoel van Christus, waar inderdaad iedere wederom geboren gelovige voor moet verschijnen (en dat is wat anders dan het Laatste Oordeel). Die teksten worden daarvoor echter misbruikt. Want daar bij de Rechterstoel van Christus gaan volgens Gods woord geen mensen door het vuur, maar werken. De Bijbel zegt namelijk dat als de wederom geboren gelovige op aarde ontslaapt, hij of zij de ogen open doet in de hemel. Er is dus geen vagevuur.

In dit deel wordt stilgestaan bij het aanbidden van beelden en iconen. Rome heeft daarin namelijk een manier van redeneren, waardoor ze zich er proberen onderuit te praten dat het afgodendienst is wat zij bedrijven.


Rome zegt geen beelden te aanbidden...

Allereerst is het goed om te beseffen dat een trouw Rooms-katholiek het aanbidden van afgodsbeelden afwijst. In de “Catechismus van de Katholieke Kerk” vinden we daar in Alinea 2112 het volgende over [zie bron 1]:



Maar we kennen allemaal de foto’s en video’s waarop Pausen en andere Rooms-katholieken beelden of iconen kussen, ervoor knielen of er zelfs gebeden naartoe uitspreken. Dat is niet iets wat ze in het verborgen doen, dat doen ze gewoon in het openbaar. Zie onderstaande figuur [2]. Hoe kan dat dan?

Bron: https://www.ucanews.com/news/pope-francis-consecrates-ukraine-russia-to-mary/96661.

Rome geeft in feite aan dat door de komst van de Heere Jezus Gods houding ten opzichte van beelden veranderd zou zijn. In Alinea 2131 zegt de “Catechismus van de Katholieke Kerk” namelijk het volgende [zie bron 3]:



En dan gaat vervolgens Alinea 2132 als volgt verder [zie bron 4]:



Rome zegt dus dat zij geen beelden aanbidt… Maar dat de eer, die het beeld bewezen wordt, bewezen wordt aan degene van wie het beeld is. Dus met de verering van een Mariabeeld, wordt niet het beeld, maar wordt Maria vereerd.


Geen mensen en engelen aanbidden...

Maar de Schrift zegt op verschillende plaatsen dat mensen en zelfs engelen geen verering toekomen. We hebben daar in een eerder deel bij stilgestaan. In Hand. 10 : 25 en 26 lezen we: “En als het geschiedde dat Petrus inkwam, ging hem Cornelius tegemoet, en vallende aan zijn voeten, aanbad hij. Maar Petrus richtte hem op, zeggende: Sta op, ik ben ook zelf een mens”. En in Openb. 22 : 8 en 9 lezen we: “En ik, Johannes, ben degene die deze dingen gezien en gehoord heb. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neder om aan te bidden voor de voeten des engels die mij deze dingen toonde. En hij zeide tot mij: Zie dat gij het niet doet; want ik ben uw mededienstknecht, en uwer broederen, der profeten, en dergenen die de woorden dezes boeks bewaren; aanbid God”. Rome ondervangt dit door te zeggen dat het niet om aanbidding zou gaan, maar om een “repectvolle verering”. Want aanbidding komt alleen God toe, zegt ook Rome. En daarvoor hebben ze hun vertalingen aangepast. Daar waar de StatenBijbel in Ex. 20 : 5 het volgende over beelden zegt: “Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen die Mij haten”, daar heeft de Willibrordvertaling er het volgende van gemaakt: “Gij zult u voor hen niet ter aarde buigen en hun geen goddelijke eer bewijzen; want Ik, Jahwe uw God, Ik ben voor hen die Mij haten een jaloerse God die de schuld van de vaders wreekt op hun kinderen, tot het derde en vierde geslacht”. Geen goddelijke eer voor beelden dus, en de rest is dan toegestaan…?


Beelden en afbeeldingen maken op zich is niet verboden...

Maar is het niet de Schrift dat bijvoorbeeld tegen kinderen zegt: “Eer uw vader en uw moeder, ...” (Ex. 20 : 12; Ef. 6 : 2)? Is het niet de Schrift dat in Rom. 13 : 7 zegt: “Zo geeft dan een iegelijk wat gij schuldig zijt, schatting dien gij de schatting, tol dien gij den tol, vreze dien gij de vreze, eer dien gij de eer schuldig zijt”. Blijkbaar zegt de Heere dat men mensen mag eren. Dus hoe zit het nu?

Het mag duidelijk zijn dat als men zijn of haar vader en moeder eert, hun eer hooghoudt, dat dat wat anders is dan dat men voor hen knielt of hen aanbidt. Zelfs wanneer u een buiging voor een machthebber maakt, en hem daarmee de eer geeft, die hem toe komt, is dat wat anders dan dat u die machthebber aanbidt. Het is niet met elkaar te vergelijken. Zo is het op zich maken van een beeld ook niet verboden. Nota bene de Heere God Zelf gaf de opdracht om voor de Tabernakel een ark te maken, met daarop een verzoendeksel met twee Cherubs (Ex. 25 : 10 - 22). Dat was een beeld. In de tempel van Salomo werden de gouden binnenwanden gegraveerd met afbeeldingen van cherubs, palmbomen en open bloemen. In 1 Kon. 6 : 29 lezen we: “En al de wanden van het huis, in het rond, graveerde hij met uitgesneden graveringen van cherubs en van palmbomen en open bloemen, vanbinnen en vanbuiten”. Dat waren afbeeldingen. En in die tempel stond onder andere een wasvat, een “gegoten zee” genoemd, met daaronder twaalf runderen (1 Kon. 7 : 23, 25). Dat waren beelden. En dat was de tempel waarvan geschreven staat dat de Heere dat huis met Zijn heerlijkheid vervuld had. In 1 Kon. 8 : 11 lezen we: “En de priesters konden niet staan om te dienen, vanwege de wolk; want de heerlijkheid des HEEREN had het huis des HEEREN vervuld”. Als de Heere zou willen dat mensen absoluut geen beelden of afbeeldingen zouden maken, dan had Hij daartoe nooit de opdracht gegeven, of de tempel nooit met Zijn heerlijkheid vervuld.


Buigen voor beelden is wel verboden...

Laten we naar Ex. 20 : 4 en 5 kijken: “Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen dat boven in den hemel is, noch van hetgeen dat onder op de aarde is, noch van hetgeen dat in de wateren onder de aarde is. Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw God, ben een ijverig God, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen die Mij haten”. De Heere wil niet dat er ook maar van iets een beeld gemaakt wordt, en dat daar vervolgens voor gebogen wordt. Dat staat al op zichzelf in dat vers. En vervolgens wil Hij ook niet dat dat beeld gediend wordt, vereerd wordt of aanbeden wordt. In bijvoorbeeld Lev. 26 : 1 komen we dat ook tegen: “GIJ zult ulieden geen afgoden maken; noch gesneden beeld noch opgericht beeld zult gij u stellen, noch gebeelden steen in uw land zetten, om u daarvoor te buigen; want Ik ben de HEERE uw God”.

In de tempel van Salomo bevonden zich twaalf runderen. De Heere was er met Zijn heerlijkheid. Wanneer ging het mis? Bijvoorbeeld toen het volk een gouden kalf maakte, om het te aanbidden. In Ex. 32 : 1 lezen we: “TOEN het volk zag dat Mozes vertoog van den berg af te komen, zo verzamelde zich het volk tot Aäron en zij zeiden tot hem: Sta op, maak ons goden die voor ons aangezicht gaan; want dezen Mozes, dien man die ons uit Egypteland uitgevoerd heeft, wij weten niet wat hem geschied zij”. En in Ex. 32 : 5 leest u dat er een altaar voor gebouwd werd, en in Ex. 32 : 6 leest u dat er offers voor gebracht werden. Het kalf werd gemaakt om gediend te worden. En daar ging/gaat het mis. Het maken van een beeld of een afbeelding is niet erg. Maar zodra u zich ervoor gaat buigen, het gaat dienen, vereren of aanbidden, dan is het afgoderij.


Wil God aanbeden worden via een beeld?

Maar Rome zegt toch dat niet de beelden vereerd worden, maar dat de personen, waar die beelden voor staan, vereerd worden? In Ex. 32 : 5 leest u dat Aäron zei: “...Morgen zal den HEERE een feest zijn”. Alsof het beeld voor God stond… Men vermengde de aanbidding van God dus met de beelden, en we weten wat Gods reactie op dit alles was… U kunt het in elk geval lezen in de rest van Ex. 32. Dit was en is gewoon afgoderij. En anderen die, door de beelden heen, verering krijgen? Toen Petrus bij Cornelius kwam, en Cornelius voor hem “aan de voeten” viel en “aanbad”, liet Petrus hem niet op de grond liggen en zei: “Stop met mij te aanbidden”, vanuit de idee dat het knielen goed zou zijn, maar het aanbidden niet… Nee, het volgende gebeurde: “Maar Petrus richtte hem op, zeggende: Sta op, ik ben ook zelf een mens” (Hand. 10 : 25, 26). Petrus accepteerde dat soort verering duidelijk niet.


Geef geen “schijn des kwaads”

Daar komt bij dat we in 1 Thess. 5 : 22 lezen: “Onthoudt u van allen schijn des kwaads”. Door beelden te vereren, ervoor te bidden, ze te kussen en noem maar op, is er geen enkel onderscheid met de religies waar men afgodsbeelden aanbidt. Eigenlijk geeft Rome het signaal af dat het goed zou zijn om beelden te aanbidden, al proberen ze zich er met woorden onderuit te draaien. Maar de Schrift maakt duidelijk dat de heidenen, via onder andere hun beelden, duivelen vereren. Daar kunt u zich als gelovige niet mee vermengen. 1 Kor. 10 : 20 en 21 zeggen: “Ja, ik zeg dat hetgeen de heidenen offeren, zij den duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet dat gij met de duivelen gemeenschap hebt. Gij kunt den drinkbeker des Heeren niet drinken en den drinkbeker der duivelen; gij kunt niet deelachtig zijn der tafel des Heeren en der tafel der duivelen”. U kunt niet God aanbidden en ook voor beelden buigen. Of zoals 2 Kor. 6 : 16 zegt: “Of wat samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden?...”. Alleen al in het kader van 1 Thess. 5 : 22 zou men het vereren van beelden en iconen moeten stoppen. Want het is alleen de Heere, de Schepper van hemel en aarde, Die aanbidding toekomt.



[1]  ‘Catechismus van de Katholieke Kerk’, RKDocumenten.nl, Bron: https://rkdocumenten.nl/toondocument/1-catechismus-van-de-katholieke-kerk-nl/?systeemnum=1-2479.
[2]  'Pope Francis consecrates Ukraine, Russia to Mary', Junno Arocho Esteves, UCANews.com, 26-03-2022, Bron: https://www.ucanews.com/news/pope-francis-consecrates-ukraine-russia-to-mary/96661.
[3]  ‘Catechismus van de Katholieke Kerk’, RKDocumenten.nl, Bron: https://rkdocumenten.nl/toondocument/1-catechismus-van-de-katholieke-kerk-nl/?systeemnum=1-2499.
[4]  ‘Catechismus van de Katholieke Kerk’, RKDocumenten.nl, Bron: https://rkdocumenten.nl/toondocument/1-catechismus-van-de-katholieke-kerk-nl/?systeemnum=1-2500.