Protestantisme (Calvinisme) – over het sacrament van de (kinder)doop

 

Inleiding

Het vorige deel in de serie over het Protestantisme (Calvinisme) ging over de Bijbeltekst Hand. 16 : 14, waar geschreven staat dat de Heere God het hart van Lydia, een purperverkoopster, opende.  Vanuit het Calvinisme wordt dan geleerd dat Lydia uitverkoren was, en dat daarom de Heere God haar het hart opende, zodat zij kon gaan geloven. De Heere God bewerkte haar wil, zegt men dan, oftewel Lydia zou geen eigen wil hebben. We hebben echter gezien dat de Heere God mensen weldegelijk een eigen wil gegeven heeft. We zagen dat de ogen, of het hart geopend hebben, betekent dat u iets begrijpt, dat u ergens zicht op hebt. Maar dat wil nog niet zeggen dat u er in mee gaat. Zo laat de Schrift zien dat u door kennis van het Evangelie, door kennis van Gods woord, vervolgens tot geloof, tot bekering kunt komen. En daar komt de eigen wil om de hoek kijken. Want op het moment dat u het Evangelie kent, kunt u er twee dingen mee doen. U kunt het geloven en aannemen, maar u kunt het ook afwijzen. Lydia was een vrouw, die God zocht, en daarom hielp de Heere God haar, door haar ogen te openen, zodat ze wist wat het Evangelie betekende. Daarna heeft zij daar zelf bewust “ja” op gezegd, is zij dus bewust tot geloof gekomen, waardoor zij zich ook kon laten dopen. Met andere woorden: de Heere God gaat niet om uw eigen wil heen, en de boodschap van het Evangelie is weldegelijk voor alle mensen.


Nooit geheel los gekomen van de Roomse leer...

Toen we bij het Rooms-katholicisme stilstonden, zagen we dat men 7 sacramenten kent, en dat deze heilsnoodzakelijk zouden zijn. Zo zegt men dat u door het sacrament van het Doopsel herboren zou kunnen worden… Rome denkt de macht van de Heere God naar Zichzelf toegetrokken te hebben, en door de sacramenten zogenaamd genade uit te delen. Als mens zou u dan dus een Priester nodig hebben om behouden te kunnen worden… Maar daardoor is het een systeem van werken geworden, terwijl de Heere God juist zegt dat het behoud “uit genade … door het geloof … niet uit de werken” is (Ef. 2 : 8, 9). Sacramenten zijn dus on-Bijbels. De Protestanten hebben weliswaar geen zeven, maar toch nog twee sacramenten, waarvan de kinderdoop er één is. En ze noemen het ook gewoon sacramenten. Dat laat zien dat de Protestantse kerken nooit geheel los zijn gekomen van de Roomse leer. 


Wat zijn sacramenten volgens het Calvinisme?

Van die sacramenten zegt de “Belijdenis des Geloofs” in artikel 33 dat zij zijn:

“...om aan ons Zijn beloften te verzegelen, en om panden te zijn der goedwilligheid en genade Gods te onswaarts, en ook ons geloof te voeden en te onderhouden” [1].

Hier wordt over “panden” of “onderpanden” gesproken. Daar waar Gods woord over het onderpand van de Heilige Geest spreekt, Die het onderpand is van de verkregen verlossing, in Ef. 1 : 13 en 14, gaat het over de geloofszekerheid. Gods woord spreekt dus over een onzichtbare verzegeling, die zekerheid geeft. De Protestantse kerken spreken, zoals we zo zullen zien en in tegenstelling tot Gods woord, over een zichtbare verzegeling... En dat zou dan gegeven worden door de sacramenten. Maar omdat men over “pand” of “onderpand” spreekt, duidt het er dus op dat de sacramenten volgens de Protestanten zekerheid aan het geloof zouden moeten geven. Toch leert men dan wel dat dit het uiterlijke is, van iets dat in de mens gebeurt. Datzelfde artikel 33 zegt namelijk:

“Want het zijn zichtbare waartekenen en zegelen van een inwendige en onzienlijke zaak, door middel waarvan God in ons werkt door de kracht des Heiligen Geestes. Zo zijn dan de tekenen niet ijdel, noch ledig, om ons te bedriegen; want Jezus Christus is hun waarheid…” [2].

Eigenlijk zeggen de Protestanten dan dat de sacramenten niet reddend zijn, maar hetgeen de Heere in u doet. En toch zegt men dan dat die “zichtbare waartekenen en zegelen” “niet ijdel” zijn en dat zij niet bedriegen… Maar als dat zo zou zijn, dan zou ieder, die door bijvoorbeeld de kinderdoop gedoopt is, behouden zijn, en ook daadwerkelijk met het geloof bezig zijn. Maar in de Protestantse kerken worden baby’s gedoopt, beter gezegd: besprenkeld, die zelf nog geen keuze gemaakt kunnen hebben. En het is ook onder de Protestanten bekend, dat sommigen, die als kindje gedoopt zijn, later niets meer met hun geloof doen. Dus ergens klopt er iets niet dat de kinderdoop een zichtbare verzegeling zou zijn, want blijkbaar is er dan inwendig niets gebeurd, terwijl ze wel het zegel ontvangen zouden hebben...


Vragen...

In deze studie wordt verder stilgestaan bij die kinderdoop. Hoe zit het daar nu mee? Heeft dat bijvoorbeeld gronden in de Bijbel? En hoe zit het dan met de uitverkiezing? Want de Heere God zou u volgens de Calvinisitische leer toch trekken? Terwijl elk kind in de kerk gedoopt wordt…?


Zijn er Bijbelse gronden voor de kinderdoop?

In de Bijbel leest u in de eerste plaats nergens dat kinderen gedoopt worden. In Hand. 8 : 36 – 38 is wel over de geschiedenis van Filippus en de kamerling het volgende te lezen: “Ziedaar water; wat verhindert mij gedoopt te worden? En Filippus zeide: Indien gij van ganser harte gelooft, zo is het geoorloofd. En hij antwoordende zeide: Ik geloof dat Jezus Christus de Zone Gods is. En hij gebood den wagen stil te houden; en zij daalden beiden af in het water, zo Filippus als de kamerling, en hij doopte hem”.  Van ganser harte geloven ligt dus ten grondslag aan de Bijbelse doop. Nu worden delen hieruit in nieuwe vertalingen weggelaten, maar dat dat onjuist is, en dat geloof de basis is om u te kunnen laten dopen, blijkt ook uit andere Schriftgedeelten. Dat bijvoorbeeld de Heilige Geest op Cornelius en de zijnen viel, nadat zij het woord van God hoorden, en dat zij pas daarna gedoopt werden (Hand. 10 : 44), betekent dat zij gedoopt werden omdat zij geloofden. En niet andersom. Maar een baby kan nog niet geloven… Vaak zegt men dan, dat daar, waar men met zijn hele huis gedoopt werd, dat daar ook kinderen bij geweest zullen zijn. Maar dat is een aanname. Het staat namelijk niet geschreven. En tegelijkertijd is het een onjuiste aanname, want zo staat er bijvoorbeeld bij de stokbewaarder en zijn hele huis, die zich ook lieten dopen, geschreven in Hand. 16 : 34: “En hij bracht hen in zijn huis en zette hun de tafel voor, en verheugde zich dat hij met al zijn huis aan God gelovig geworden was”. Hij was dus “met al zijn huis aan God gelovig geworden”. Daar kunnen kinderen bij geweest zijn, van een leeftijd dat ze al zelf tot geloof konden komen, maar in elk geval geen baby’s. De kinderdoop vindt dus geen grond in Gods woord.


Waar komt de kinderdoop vandaan?

Maar waar komt die kinderdoop dan vandaan? Die kinderdoop is een uitvinding van de zogenaamde “kerkvaders”, zoals bijvoorbeeld Augustinus, die bedacht hadden dat de Gemeente in de plaats van Israël gekomen zou zijn. Dit wordt wel de vervangingstheologie genoemd. Deze vervangingstheologie leert dat de verbonden van het Oude Testament nu voor de Gemeente gelden. En in de leer spreekt men dan over één groot verbond, namelijk het Genadeverbond. Een verbond dat, opnieuw, niet in Gods woord te vinden is. Het is waar dat de Heere God een verbond sloot met Abraham, waarvan de zegen tot alle volken zou komen (Gen. 12 : 4). En het Nieuwe Testament laat zien dat die zegen in de Heere Jezus Christus tot alle volken is gekomen. In Gal. 3 : 14 staat geschreven: “Opdat de zegening Abrahams tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof”. Als kinderen van God zijn we geen fysiek nageslacht van Abraham, maar wel een geestelijk nageslacht (Gal. 3 : 29). Maar dat doet niet te niet, dat Abrahams fysieke nageslacht, het volk Israël, beloften heeft. Bijvoorbeeld de belofte dat het land Kanaän voor hen is. In Gen. 17 : 6 – 8 lezen we bijvoorbeeld: “En Ik zal u gans zeer vruchtbaar maken, en Ik zal u tot volken stellen; en koningen zullen uit u voortkomen. En Ik zal Mijn verbond oprichten tussen Mij en tussen u en tussen uw zaad na u in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot een God en uw zaad na u. En Ik zal u en uw zaad na u het land uwer vreemdelingschappen geven, het gehele land Kanaän, tot eeuwige bezitting; en Ik zal hun tot een God zijn”. Deze verzen gaan duidelijk over het fysieke nageslacht van Abraham, het volk Israël. En die beloften van de Heere God, die staan. Daar waar het volk in de Wet de zegen en de vloek voorgehouden werd (Deut. 28 en 30), en de vloek gekomen is, doordat het volk ongehoorzaam was, weten we ook dat de Heere Israël herstel beloofd heeft (Deut. 30 : 1 en 2). Ook de profeten getuigen van het feit dat de Heere Israël terug zal brengen in het land en dat het volk tot bekering zal komen (zie bijv. Jes. 11 : 11 en 12). En dat heeft echt niet alleen betrekking op de terugkomst van het volk in het land na de Babylonische Ballingschap. Nee, Israëls belofte voor herstel is ook nu nog een toekomstbelofte. Het is de apostel Paulus die in Rom. 11 : 26 schreef: “En alzo zal geheel Israël zalig worden; gelijk geschreven is: De Verlosser zal uit Sion komen en zal de goddeloosheden afwenden van Jakob”. Dat gaat dus nog gebeuren. 

Zoals gezegd, het woord “Genadeverbond” komt niet in Gods woord voor. Alle verbonden sloot de Heere God met Israël en haar voorvaderen. Zelfs het Nieuwe Verbond is in de eerste plaats met het Joodse volk gesloten (Jer. 31 : 31), dat bevestigt zelfs het Nieuwe Testament (Hebr. 8 : 8 – 10). Dus dat de Gemeente nu geestelijk gezien al deel heeft aan het Nieuwe Testament door het vergoten bloed van de Heere Jezus, doet niet te niet dat ook Israël tot bekering gaat komen. Israël heeft niet afgedaan. De Gemeente heeft Israël niet vervangen.


De basis van de kinderdoop

Nu wordt er over die vervangingstheologie ook in Protestantse kerken wel gediscussieerd. Er zijn er zelfs die het verwerpen. En toch zit die leer, onder andere van dat Genadeverbond, diep geworteld in die Protestantse kerken. Het is eigenlijk de basis ervan… Zo is ook de kinderdoop daarop gebaseerd. Het “Formulier om den heiligen doop aan de kinderen te bedienen” zegt bijvoorbeeld:

“Want als wij gedoopt worden in den Naam des Vaders, zo betuigt en verzegelt ons God de Vader, dat Hij met ons een eeuwig verbond der genade opricht, ons tot Zijn kinderen en erfgenamen aanneemt, en daarom van alle goed ons verzorgen, en alle kwaad van ons weren, of ten beste keren wil” [3].

Hier komt heel nadrukkelijk dat “verbond der genade”, oftewel het “Genadeverbond”, naar voren. Het is de basis van de doop, zoals ze die in de Protestantse kerken praktiseren. Al zegt men dat de verlossing zelf het werk van de Heere Jezus is, om een “kind van het verbond” te worden, dient men zich klaarblijkelijk tóch te laten dopen. De doop wordt in de Protestantse kerken dan ook niet voor niets een “zegel” of “pand” genoemd… In de “Belijdenis des Geloofs” lezen we dan ook in artikel 34:

“Alzo geven ons de dienaars van hun zijde het sacrament, en hetgeen dat zichtbaar is; maar onze Heere geeft hetgeen door het sacrament beduid wordt, te weten de gaven en onzienlijke genaden, wassende, zuiverende en reinigende onze zielen van alle vuiligheden en ongerechtigheden, en onze harten vernieuwende en die vervullende met alle vertroosting, ons gevende een ware verzekerdheid Zijner Vaderlijke goedheid, ons den nieuwen mens aandoende, en den ouden mens uittrekkende met al zijn werken. Hierom geloven wij, dat, zo wiens voornemen is in het eeuwige leven te komen, die moet maar eens gedoopt worden met den enigen Doop, zonder dien immermeer te herhalen; want wij kunnen ook niet tweemaal geboren worden” [4].


Door de doop in de kerk ontvangen?

Enerzijds zegt men in het hiervoor genoemde citaat dat de Heere zekerheid geeft. Maar daar komt wel bij: “Hierom geloven wij, dat, zo wiens voornemen is in het eeuwige leven te komen, die moet maar eens gedoopt worden…”. Om in het eeuwige leven te kunnen komen, zou u volgens de belijdenisgeschriften dus de kerkelijke doop nodig hebben… en alleen die… Alsof de doop een soort initiatie is, waardoor u erbij zou horen. Maar dat is wel de reden waarom men het nog steeds een sacrament noemt. U zou de kerk dus nodig hebben om bij de Heere te komen. Eigenlijk net als bij de Rooms-katholieke Kerk. En dat is exact waarmee de kinderdoop gepaard gaat: de gedachte dat u dan toetreedt tot de kerk. In de “Belijdenis des Geloofs”, artikel 34, staat ook geschreven: 

“Wij geloven (…) dat Hij, afgedaan hebbende de besnijdenis, die met bloed geschiedde, in de plaats daarvan heeft verordend het sacrament des Doops, door hetwelk wij in de Kerke Gods ontvangen en van alle andere volken en vreemde religies afgezonderd worden, om geheellijk Hem toegeëigend te zijn, Zijn merk- en veldteken dragende” [5].


Is de kinderdoop in de plaats van de besnijdenis gekomen?

Men zegt dus dat u door het “merk- en veldteken” bij de “Kerk” zou gaan horen. Volgens de geloofsbelijdenis zou de besnijdenis afgedaan hebben, en is de kinderdoop daarvoor in de plaats gekomen. Het is waar dat de doop een opdracht is van de Heere Jezus in Matth. 28 : 19. Echter dat kan geen kinderdoop zijn, want baby’s kunnen nog niet onderwezen worden (zie de genoemde Bijbeltekst), en nog niet tot geloof komen, zoals we eerder gezien hebben, dat een vereiste is om te laten dopen. Het mooie is dat de Heere leert dat u door de wedergeboorte onderdeel wordt van het lichaam van de Heere Jezus. In 1 Kor. 12 : 13 staat bijvoorbeeld geschreven: “Want ook wij allen zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn allen tot één Geest gedrenkt”. De Heilige Geest doopt u bij de wedergeboorte in het lichaam van de Heere Jezus. Dat is de Gemeente. Maar dat is wat anders dan een lokale of plaatselijke gemeente, die samenkomt. Er is in deze tekst geen sprake van water. Het is de Heilige Geest, Die het werk doet. Het gaat dus om een geestelijke doop. En door die geestelijke doop bent u verzekerd van uw behoud. In Ef. 1 : 13 en 14 lezen we namelijk: “In Welken ook gij zijt, nadat gij het Woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid, gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte, Die het onderpand is van onze erfenis, tot de verkregen verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid”. 

Zoals we bij Cornelius zagen, gebeurt dit bij het tot geloof komen. Daarna kunt u zich laten dopen in water. Dat is dan een stukje getuigenis van wat er geestelijk met u gebeurd is (1 Petr. 3 : 21). Verder doet de waterdoop dus helemaal niets. En toch zeggen de Protestantse kerken dat de doop u in zou voegen in de “Kerke Gods”, en koppelt men dat aan het ontvangen van het eeuwige leven. Maar dan zou u dus ook, en eigenlijk in de eerste plaats, de kerk nodig hebben om gered te worden, terwijl de Heere in Zijn woord laat zien dat alleen het geloof in de Heere Jezus, en wat Hij gedaan heeft, u behoudt (Rom. 10 : 9 – 10).

Men zegt vaak dat de kinderdoop in de plaats van de besnijdenis gekomen is. Maar waarom doopt men dan niet alleen jongetjes, maar ook meisjes? De besnijdenis in het Oude Testament werd namelijk alleen bij jongetjes uitgevoerd (Gen. 17 : 10). Toch heeft men er een Schriftverwijzing voor. De “Belijdenis des Geloofs” zegt namelijk dat Paulus de Doop de “besnijdenis van Christus” noemt, en men verwijst dan naar Kol. 2 : 11 [6]. Laten we de verzen Kol. 2 : 11 – 13 lezen: “In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus; Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft. En Hij heeft u, als gij dood waart in de misdaden en in de voorhuid uws vleses, mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende”. Inderdaad wordt in deze verzen over “doop” gesproken, en over “de besnijdenis van Christus”. Maar let goed op wat er nog meer staat: het is een “besnijdenis die zonder handen geschiedt”, tevens trekt u er “het lichaam der zonden des vleses” mee uit. Bij de doop in water komen handen te pas, zelfs bij het besprenkelen van de kinderdoop… tevens ziet u niet dat het kind iets uittrekt. Vervolgens staat er nog dat deze doop door het geloof gebeurt, en door de “werking Gods”. Een baby kan nog niet geloven… En die werking Gods, dat is de doop van de Heilige Geest waar 1 Kor. 12 : 13 over spreekt, die de Heere uitvoert op het moment dat iemand tot geloof komt. Daar komt geen mensenhand aan te pas. Net zoals bij Cornelius. De vervolgstap is dat u zich dan kunt laten dopen. De geestelijke besnijdenis van Christus heeft dus helemaal niets met de waterdoop te maken. De waterdoop (als het gaat om onderdompeling, en dus niet de kinderdoop) getuigt van wat de Heere Jezus voor u gedaan heeft, en wat er geestelijk met u gebeurd is, maar het is geen besnijdenis, dus ook niet “de besnijdenis van Christus”. Ziet u hoe het Protestantisme de Bijbelverzen uit elkaar getrokken heeft, om er een eigen leer van te maken? 


Hoe gaan kinderdoop en uitverkiezing samen?

En dan de vraag die in de inleiding al gesteld werd. Hoe zit het dan met de uitverkiezing? Elk kind van mensen, die kerkelijk lid zijn, wordt gedoopt. Weet men dan al dat al die kinderen uitverkoren zijn? Is het de doop die inderdaad zekerheid geeft en niet bedriegt? En hoe zit het dan met de gedoopte kinderen die later helemaal niet meer naar de kerk gaan en de kerk de rug toe keren?

Het punt is dat de doop u lid zou maken van de kerk. U zou daardoor als het ware een “kind van het verbond” worden. En net als in het Oude Testament niet elke Israëliet werkelijk de Heere God geloofde en diende, zo gelooft men dat niet elk “kind van het verbond” de Heere zal gaan geloven, of sterker nog, dat niet elk “kind van het verbond” uitverkoren is om een kind van God te worden. En daarom past de kerk “het oordeel der liefde” toe. Men beschouwt de kinderen vanuit het “oordeel der liefde” als uitverkoren en doopt ze [7].  Een predikant verwoordt het zo: 

“Ouders houden hun kind ten doop in het geloof dat hun kind uitverkoren is, dus dat ergens in de loop van zijn leven wedergeboorte en geloof worden geschonken” [8].

Men beschouwt ze als uitverkoren, zolang het tegendeel niet blijkt. Eén van de redenen daartoe is 1 Kor. 7 : 14 waar staat dat de kinderen heilig zijn als tenminste één van de ouders gelooft. Dat vers heeft helemaal niets met uitverkiezing o.i.d. te maken, maar we gaan daar hier niet uitgebreid op in. Feit is dat men alle kinderen van gelovige ouders vanuit het “oordeel der liefde” doopt. Men neemt aan dat ze uitverkoren zijn, dat ze een kind van God zijn of zullen worden. Maar het kan dus zijn dat de kerk in haar oordeel fout zat [9], en dat het kind niet uitverkoren was, en dat het wedergeboorte en geloof niet geschonken zullen worden. Dan gelden de beloften van de doop dus niet voor die mens...


Van onzekerheid tot valse zekerheid

Maar dat betekent dat Protestanten op basis van hun leer nooit zekerheid in hun geloof kunnen hebben. We zagen hoe de doop in de belijdenisgeschriften en formulieren een zegel genoemd wordt, hoe u er door tot de Kerk zou toetreden en door de Heere toegeëigend zou worden. En een sacrament zou nooit bedriegen… Maar kennelijk is de kinderdoop volgens eigen leer dus geen verzegeling, en kan het sommigen wel bedriegen. Maar veel gedoopten, die wel met hun geloof bezig zijn, kennen die zekerheid ook niet. Want ze zijn wel gedoopt, maar ze weten niet of ze uitverkoren zijn, ze weten niet wanneer en hoe de Heere God de wedergeboorte en het geloof schenkt. En volgens de leer kunnen ze het zelf niet aannemen.

En dan ziet men in de praktijk dat mensen zich toch gaan vasthouden aan die kinderdoop. Daardoor bent u toch in de kerk gekomen? En de Heere zegt toch dat Hij hetgeen voleindigt, dat Hij begonnen is (Filip. 1 : 6)? En dan gaat men pleiten op de doop…, in plaats van het bloed van de Heiland. En ja, het gebed in het doopformulier zegt toch tegen de Heere: “dat Gij ons en onze kinderen (…) tot Uw kinderen aangenomen hebt, en ons dit met den Heiligen Doop bezegelt en bekrachtigt” [10]. Dan zal het misschien wel goed komen… En zo gaat het van onzekerheid tot een valse zekerheid. Want de doop kan geen redding geven. De doop mag geen basis zijn. De doop kan helemaal geen verzegeling zijn...


Ook voor u is er zekerheid van redding!

Het woord van God is duidelijk. In de serie over het Protestantisme zijn de volgende teksten vaker geciteerd, maar we sluiten ook deze studie er mee af. Rom. 10 : 9 en 10 zeggen: “Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven dat Hem God uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden. Want met het hart gelooft men ter rechtvaardigheid, en met den mond belijdt men ter zaligheid”. Het begint bij geloof in het Volbrachte werk van de Heere Jezus. Dan wordt u niet in een lokale gemeente ingelijfd, maar dan wordt u door de Heilige Geest ingedoopt in het lichaam van de Heere Jezus. Dat is een geestelijke doop. Dat is uw behoud, want u zúlt dan zalig worden. Dat geldt een ieder die gelooft in hetgeen Jezus Christus voor hem of haar gedaan heeft. Dat is echte zekerheid, gebaseerd op het woord van God. Daar heeft u geen kerk voor nodig. Vervolgens kunt u zich als getuigenis laten dopen, omdat u wilt belijden wat de Heere voor u gedaan heeft. En dat doet u niet door besprenkeling, maar door u ín het water te dopen. 

Laat u niet door een systeem afhouden van de zekerheid in het geloof. Maar “kom”, zoals de Schrift zegt. U mag het aannemen om niet (Openb. 22 : 17).


[1]  “Belijdenis des Geloofs”, uit: “Bijbel met Uitleg”, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, 2015, artikel 33, blz. 2163.
[2]  “Belijdenis des Geloofs”, uit: “Bijbel met Uitleg”, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, 2015, artikel 33, blz. 2163.
[3]  “Formulier om den heiligen doop aan de kinderen te bedienen”, uit: “Bijbel met Uitleg”, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, 2015, blz. 2191.
[4]  “Belijdenis des Geloofs”, uit: “Bijbel met Uitleg”, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, 2015, artikel 34, blz. 2163.
[5]  “Belijdenis des Geloofs”, uit: “Bijbel met Uitleg”, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, 2015, artikel 34, blz. 2163.
[6]  “Belijdenis des Geloofs”, uit: “Bijbel met Uitleg”, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, 2015, artikel 34, blz. 2164.
[7]  “De relatie tussen verbond, doop en belofte”, Ds. G.A. van de Brink, 23-11-2021, Refoweb.nl.
[8]  “Veronderstelde uitverkiezing bij kinderdoop”, Ds. G.A. van den Brink, 13-01-2022, Refoweb.nl.
[9]  “De relatie tussen verbond, doop en belofte”, Ds. G.A. van de Brink, 23-11-2021, Refoweb.nl.
[10] “Formulier om den heiligen doop aan de kinderen te bedienen”, uit: “Bijbel met Uitleg”, Uitgeverij De Banier, Apeldoorn, 2015, blz. 2192.