Is Jezus Christus voor de schepping geboren?
Inleiding
In vier studies is ondertussen stilgestaan bij de leer van het Wachttorengenootschap. In deze studies heeft u kunnen lezen dat de Jehovah’s Getuigen geloven dat Jezus Christus niet Dezelfde is als God de Vader, maar een god, met kleine letter, die door de Vader geschapen is. Als een god is Hij naar de aarde gekomen, zegt men, en heeft Hij als mens perfect geleefd, waardoor Hij voor onze zonden kon sterven. In één van de studies zegt men:
“Jezus leefde in de hemel als een geestelijk persoon voordat hij naar de aarde kwam. Hij was Gods eerste schepsel, en daardoor wordt hij de “eerstgeboren” Zoon van God genoemd (…). Jezus is de enige Zoon die God Zelf geschapen heeft. Jehovah gebruikte de voormenselijke Jezus als zijn “meester werker” bij de schepping van alle andere dingen in de hemel en op de aarde (Spreuken 8 : 22 – 31; Kolossensen 1 : 16, 17)” [1].
In Gods Woord lezen we echter dat Jezus Christus is “God, geopenbaard in het vlees” (1 Tim. 3 : 16). We hebben gezien dat diverse profetieën in het Oude Testament laten zien dat de beloofde Messias Jehovah God Zelf is. We hebben gezien dat het niet voor niets is dat de Heere Jezus in Gods Woord de titels “Sterke God” en “Vader der eeuwigheid” krijgt (Jes. 9 : 5). De Heere Jezus zegt dat niemand op aarde zich vader mag laten noemen, omdat er Eén onze Vader is, en dat is God (Matth. 23 : 9). En toch krijgt de Heere Jezus in Gods Woord de titel “Vader der eeuwigheid”. Kortom men moet zichzelf behoorlijk voor de gek houden wanneer men beweert dat Jezus Christus niet God is.
Zo zijn er meerdere onderwerpen behandeld, zoals het leven na de dood, de gehoorzaamheid des geloofs en de wedergeboorte. En er zouden nog wel een aantal onderwerpen besproken kunnen worden. Echter de behandelde onderwerpen laten heel duidelijk zien met wie we te maken hebben, en hoe men met Gods Woord omgaat. En toch willen we in deze studie nog één keer stilstaan bij de leer van de Jehovah's Getuigen. Deze studie gaat over het gedeelte Spreuken 8 : 22 – 31, best een lastig Schriftgedeelte, en bij globaal lezen, zou u kunnen denken: Maar dan hebben ze toch gelijk?!
De Wijsheid
Het gedeelte in Spreuken gaat over de Wijsheid. Spreuken 8 : 12 zegt: “Ik, Wijsheid, woon bij de kloekzinnigheid, en vind de kennis van alle bedachtzaamheid”. Dan volgen verzen met “Mij”, “Mijn”, “Mijne” en “Ik”, waaruit blijkt dat de Wijsheid spreekt, en dan volgt vers 22 met: “De Heere bezat Mij in het begin van Zijn weg…”. En als we dan lezen in bijvoorbeeld vers 27: “Toen Hij de hemelen bereidde, was Ik daar…”, dan weten we dat het hier inderdaad gaat om de Heere Jezus. Van de Heere Jezus wordt in het Nieuwe Testament dan ook gezegd dat in Hem “al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn” (Kol. 2 : 3). En in 1 Kor. 1 : 24 lezen we: “…prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods”. De Wijsheid in Spreuken is Jezus Christus! Gezien het feit dat we het hebben over de leer van de Jehovah’s Getuigen, hebben we hier dus wel een heel moeilijk gedeelte te pakken. Er is sprake van “Ik was geboren” (vers 24) en van “voedsterling” (vers 30). Met andere woorden: dit gedeelte lijkt alles wat we tot nu toe gezien hebben tegen te spreken, want het “Ik was geboren” heeft betrekking op toen de afgronden en de fonteinen er nog niet waren (vers 24). Oftewel: Is Jezus Christus dan toch voor Gen. 1 : 1, ergens in de eeuwigheid, geboren? Spreekt de Bijbel Zichzelf dan toch tegen?
Uitgangspunt bij Bijbelstudie
Allereerst is het goed om op te merken dat we bij Bijbelstudie nooit één moeilijke passage moeten nemen, en daar onze leer op moeten gaan bouwen. Dat brengt ons namelijk in de problemen. We hebben vele voorbeelden gezien dat Jezus en de Vader één zijn, dat Jezus God is. En toch wordt het gedeelte in Spreuken vaak gebruikt om te laten zien dat God eeuwig is, en dat Jezus door God geschapen zou zijn. We mogen weten dat de Bijbel Zichzelf nooit tegenspreekt omdat God niet kan liegen, Hij is de Waarheid. In Num. 23 : 19 lezen we: “God is geen man, dat Hij liegen zou, noch een mensenkind, dat het Hem berouwen zou; zou Hij het zeggen, en niet doen, of spreken, en niet bestendig maken?” Of Titus 1 : 2 zegt: “In de hoop van het eeuwige leven, dat God, Die niet liegen kan, beloofd heeft, vóór de tijden der eeuwen, maar geopenbaard heeft te Zijner tijd”. God kan niet liegen, Zijn Woord kan Zichzelf dus ook niet tegenspreken. We hebben al eerder gezien hoe de Jehovah’s Getuigen een tekst uit Prediker nemen, om daarmee aan te tonen dat er geen leven na de dood is, dat de mens met de dood ophoudt te bestaan. We zagen hoe ze met die tekst allerlei Nieuwtestamentische passages negeerden, of deze in hun eigen vertaling hebben aangepast. Maar ook zagen we, aan de hand van de context van die tekst, dat deze helemaal niet over het leven na de dood ging! En dat is waar we voor moeten oppassen. Het gaat om de context, het gaat om het geheel. En wanneer wij één tekst of passage nemen, die in eerste opzicht al de andere teksten lijkt tegen te spreken, dan kan het wel eens zijn dat ik deze tekst of passage niet begrijp. Wanneer wij dan aan de hand van die passage alle andere teksten over boord gooien, zijn wij verkeerd bezig, en zijn wij bezig om onze eigen privé-interpretatie van Gods Woord te maken. Iets wat nooit Gods bedoeling is geweest: “Dit eerst wetende, dat geen profetie der Schrift is van eigen uitlegging” (2 Petr. 1 : 20).
De Heere Jezus was bij de schepping aanwezig
Laten we naar het gedeelte in Spreuken 8 gaan kijken, om te zien of er inderdaad gezegd wordt dat de Heere Jezus een geschapen god is. In Spreuken 8 : 22 lezen we: “De Heere bezat Mij in het begin van Zijn weg, voor Zijn werken, van toen aan”. Hier staat eigenlijk heel gewoon dat de Heere Jezus reeds voor de schepping bij de Vader was. Het is niet voor niets dat we in Gen. 1 : 26 lezen dat God zegt: “En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis,…”. God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest waren reeds bij de schepping aanwezig!
De moderne theologie gaat echter vaak bij het Hebreeuws te rade, of men raadpleegt één van de nieuwe vertalingen. Die zijn er immers om Gods Woord begrijpelijker te maken? In de NBG-’51 lezen we in Spr. 8 : 22 het volgende: “De Here heeft mij tot aanzijn geroepen als het begin van zijn wegen, voor zijn werken van ouds af”. Net zoals de Heere in Genesis 1 sprak en de dingen waren er, zo heeft Hij, volgens de NBG-’51, gesproken en de Zoon was er! En in de NBV lezen we: “De HEER heeft mij vóór al het andere verworven, toen hij zijn scheppingswerk begon, schiep hij eerst mij”. “Onze” nieuwe vertalingen bevestigen in dit gedeelte dus dat de Heere Jezus door de Vader geschapen is, en dus zouden de Jehovah’s Getuigen op grond van dit gedeelte gelijk kunnen hebben, wanneer zij zeggen dat Jezus “een god” is! Echter in de eerdere studies hebben we gezien dat Jezus God is en de Naam van de Vader draagt! De nieuwe vertalingen maken de zaak dus niet duidelijker, maar scheppen eerder extra verwarring. Wat in de Statenvertaling staat, klopt met wat er verder in Gods Woord staat! In de oude Engelse King James 1611 staat er in dit vers geschreven: “The LORD possessed me in the beginning of his way, before his works of old”. En dat bevestigt wat er in onze Statenvertaling geschreven staat.
"Heden heb ik U gegenereerd"
Vaak vergelijkt men - en dat is niet zozeer alleen bij de Jehovah’s Getuigen, maar bij diverse kerkelijke richtingen - dit vers met Psalm 2 : 7, waar geschreven staat: “Ik zal van het besluit verhalen: De Heere heeft tot Mij gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd”. Men gaat er dan vanuit dat dit vers op de eeuwigheid slaat. Maar in dit vers staat “heden”, of, zoals het in de King James 1611 staat, “deze dag”. In de eeuwigheid is geen sprake van tijd, daar zijn geen dagen. De eeuwigheid is tijdloos. Tijd is ook door God geschapen. Met andere woorden: dit vers gaat niet over de eeuwigheid, maar over de vleeswording van de Heere Jezus. Want de Heere Jezus heeft Zich in onze tijd geopenbaard, door als kindje geboren te worden.
Gods Woord bevestigt dat dit in Psalm 2 : 7 het geval is. In Hebr. 1 : 5 en 6 lezen we: “Want tot wie van de engelen heeft Hij ooit gezegd: Gij zijt Mijn Zoon, heden heb Ik U gegenereerd? En weer: Ik zal Hem tot een Vader zijn, en Hij zal Mij tot een Zoon zijn? En als Hij wederom de Eerstgeborene inbrengt in de wereld, zegt Hij: En dat alle engelen Gods Hem aanbidden” (vgl. KJV 1611). De Zoon is dus gegenereerd op het moment dat Hij in de wereld werd ingebracht, bij Zijn geboorte uit de maagd Maria. Psalm 2 : 7 is dus een profetie over de geboorte van Jezus Christus, die nu, in onze tijd, reeds vervuld is.
"De Eniggeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is"
Zo verwijst men bij teksten als Joh. 1 : 18 ook vaak naar de “geboorte” in de eeuwigheid. Ook dit geldt niet alleen voor de Jehovah’s Getuigen. In Joh. 1 : 18 staat geschreven: “Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, Die in de schoot des Vaders is, Die heeft Hem ons verklaard”. De Heere Jezus is geboren uit de Heilige Geest en uit Maria, en daarin is Hij de Enige Die vanuit de hemel als Mens naar deze aarde is gekomen. In die zin is Hij de “Eniggeboren Zoon”. En het feit dat de Eniggeboren Zoon tijdens de periode van de Evangeliën op aarde was, doet niets af aan het feit dat er tevens geschreven staat: “Die in de schoot des Vaders is”. Dat heeft juist met de Drie-eenheid te maken. We hebben al eerder stilgestaan bij Joh. 3 : 13, waar staat: “En niemand is opgevaren in de hemel, dan Die uit de hemel neergekomen is, namelijk de Zoon des mensen, Die in de hemel is”.
In Spreuken 8 : 22 staat dus geschreven dat Jezus Christus er voor de schepping reeds was. Precies zoals Kol. 1 : 17 zegt: “En Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem”.
"Van eeuwigheid af gezalfd"
In Spreuken 8 : 23 staat geschreven: “Ik ben van eeuwigheid af gezalfd geweest, van de aanvang, van de oudheden der aarde aan”. Ook in dit vers wordt in de nieuwe vertalingen de tekst zo veranderd dat de Heere Jezus “geformeerd” of “gemaakt” is. En dat terwijl zowel de Statenvertaling als de King James 1611 hier laten zien dat Jezus Christus er van de eeuwigheid af is geweest!
God en de Wijsheid
Maar dan komen we bij de moeilijke verzen. In Spreuken 8 : 24 en 25 staat geschreven: “Ik was geboren, toen de afgronden nog niet waren, toen nog geen fonteinen waren, zwaar van water; Aleer de bergen gegrondvest waren, vóór de heuvels was Ik geboren”. We hebben gezien dat de nieuwe vertalingen geen helderheid verschaffen. We zullen ons beperken tot de vergelijking met de oude Engelse King James 1611. En daar staat in deze verzen het volgende geschreven: “When there were no depths, I was brought forth; when there were no fountains abounding with water. Before the mountains were settled, before the hills was I brought forth”. Daar staat in het Engels eigenlijk precies hetzelfde als in onze Statenvertaling. Alleen voor het Nederlandse “Ik was geboren” staat hier “I was brought forth”, oftewel: “Ik was voortgebracht”. Nu kan dit hetzelfde betekenen als wat wij heden ten dage verstaan onder “Ik was geboren”. Maar kan het betekenen, in onze betekenis, dat Jezus, de Wijsheid, ergens in de eeuwigheid geboren is? Nee, want de Bijbel maakt duidelijk dat God wijsheid is. In Job 12 : 13 lezen we bijvoorbeeld: “Bij Hem is wijsheid en macht; Hij heeft raad en verstand”. In Spreuken 2 : 6 lezen we: “Want de Heere geeft wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand”. In Jes. 11 : 2 lezen we: “Op Hem zal de Geest des Heeren rusten, de Geest der wijsheid…”. En in Rom. 16 : 27 lezen we nog: “De alleen wijze God zij door Jezus Christus de heerlijkheid in eeuwigheid. Amen”. Je zou kunnen zeggen: wijsheid hoort bij God, wijsheid is een eigenschap van God, God en wijsheid zijn één… En, zoals we zagen, Jezus Christus is de wijsheid Gods. In 1 Kor. 1 : 24 hebben we gezien: “…prediken wij Christus, de kracht Gods, en de wijsheid Gods”.
Iemand die beweert dat God eeuwig is, en dat ergens in die eeuwigheid Jezus Christus door God geschapen is, beweert dat God eens niet wijs is geweest! Zoals God en de wijsheid één zijn, zo zijn God en Jezus Christus één. Het is niet voor niets dat in Spreuken de Wijsheid gepersonifieerd wordt met Jezus Christus!
"Ik was geboren..."
Maar wat betekent het dan: “Ik was geboren”, of “I was brought forth” (= “Ik was voortgebracht”) ? Eigenlijk maakt het vervolg van Spreuken 8 duidelijk wat er bedoeld wordt. In vers 26 en 27 staat geschreven: “Hij had de aarde nog niet gemaakt, noch de velden, noch de aanvang van de stofjes der wereld. Toen hij de hemelen bereidde, was Ik daar; toen Hij een cirkel over het vlakke van de afgrond beschreef”. We lezen: “toen… was Ik daar”. De Heere Jezus was bij de schepping aanwezig. Exact zoals er in Gen. 1 : 26 geschreven staat dat God zei: “Laat Ons mensen maken”.
In het Oude Testament kunt u vaker lezen dat de Heere Jezus verscheen op aarde. Hij verscheen als Engel des Heeren (Zie bijv. Gen. 16 : 7, 13; Gen. 31 : 11 – 13; Ex. 3 : 2, 4; Richt. 13 : 3, 6, 13, 17, 18; Jes. 9 : 5; Hand. 27 : 23)! God is al eerder op aarde verschenen. In het Oude Testament wordt deze verschijning de “Engel des Heeren” genoemd. Zo is de Heere ook bij de schepping op aarde verschenen, in Zijn Zoon, als de Engel des Heeren. Vandaar dat Joh. 1 : 1 en 3 zegt: “In den beginne was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God. (…) Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt, en zonder Hetzelve is geen ding gemaakt, dat gemaakt is”. En zo mogen we dus ook het “I was brought forth” (= “Ik was voortgebracht”) lezen [2]! God heeft zichzelf op aarde doen verschijnen in de vorm van de Engel des Heeren, Die later als Mens op aarde zou verschijnen.
"Het Begin der schepping Gods"
Jezus Christus was bij God, en bij de schepping verscheen Hij op aarde om alles te maken. Dat is wat we in Spreuken lezen. In Openb. 3 : 14 lezen we: “En schrijf aan de engel van de gemeente der Laodicensen: Dit zegt de Amen, de trouwe, en waarachtige Getuige, het Begin der schepping Gods”. Jezus Christus wordt hier het “Begin der schepping Gods” genoemd. Niet omdat Hij als eerste geschapen is, maar omdat de hele schepping bij Hem begint, zoals we in Kol. 1 : 16 en 17 kunnen lezen: “Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; en Hij is vóór alle dingen, en alle dingen bestaan tezamen door Hem”.
De Heere Jezus doet de wil van de Vader
En dan gaat Spreuken 8 verder met vers 28 – 30: “Toen Hij de bovenste wolken van boven vestigde; toen Hij de fonteinen van de afgrond vastmaakte; Toen Hij aan de zee haar perk stelde, opdat de wateren Zijn bevel niet zouden overtreden; toen Hij de grondvesten der aarde stelde; Toen was ik een voedsterling bij Hem, en Ik was dagelijks Zijn vermakingen, te allen tijde voor Zijn aangezicht spelende”. Dit slaat heel gewoon op de tijd dat de Heere Jezus bij de Vader was in de eeuwigheid, op het moment dat de schepping gebeurde, zoals bijvoorbeeld Joh. 17 : 5 zegt: “En nu verheerlijk Mij, Gij Vader, bij Uzelf, met de heerlijkheid, die Ik bij U had, eer de wereld was”. Toen de Heere Jezus op aarde was, zei de Vader tegen Hem: “Deze is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!” (Matth. 17 : 5).
En dan spreekt de Bijbel over “voedsterling”. De King James 1611 verwoord “voedsterling” als “one brought up with him” (= “door Hem opgevoed”). Dit verwijst naar het feit dat de Heere Jezus Zelf aangeeft dat Hij alles doet wat de Vader wil. In Joh. 17 : 4 en 8 lezen we dat de Heere Jezus bidt: “Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk, dat Gij Mij gegeven hebt om te doen; (…) Want de woorden, die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik hun gegeven, en zij hebben ze ontvangen,…”. De Heere Jezus kwam om de wil van de Vader te doen (Joh. 4 : 34; Joh. 6 : 38), Hij gaf de woorden van de Vader!
Een profetie in Spreuken
En dan lezen we nog Spreuken 8 : 31: “Spelende in de wereld van Zijn aardrijk, en Mijn vermakingen zijn met de mensenkinderen”. Ondanks dat vers 30 eindigt met een “;”, gaat dit vers niet over de schepping of over de eeuwigheid. We moeten Gods Woord op een rechte manier verdelen (2 Tim. 2 : 15). Dit vers spreekt over de “vermakingen” van de Heere Jezus “met de mensenkinderen”. Voor de schepping en tijdens de schepping waren er nog geen mensenkinderen. En dan staat er ook nog dat de Heere Jezus “vermakingen”, of zoals de King James 1611 zegt: “delights” of “verlustigingen” met de mensenkinderen heeft. Echter de Heere heeft na de zondeval niet zomaar vermakingen of verlustigingen met de mensenkinderen. Dit is echter wel teweeggebracht door Zijn verzoeningsoffer. En in Joh. 13 : 1 lezen we dan ook: “En voor het feest van het pascha, Jezus wetende, dat Zijn ure gekomen was, dat Hij uit deze wereld zou overgaan tot de Vader, alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde”. Spreuken 8 : 31 is dan ook profetisch van aard!
Wat mensen ook beweren, Gods Woord is Waarheid!
Zo zien we in elk geval dat een moeilijk gedeelte als Spreuken 8 : 22 – 31 bij oppervlakkig lezen kan wijzen op een oorsprong van de Heere Jezus. De Jehovah’s Getuigen gebruiken dit deel dan ook dankbaar, om mensen van de ware Boodschap van Gods Woord weg te halen. Maar zoals we zagen: moeilijke gedeeltes moeten we niet als uitgangspunt gebruiken voor onze leer, want dan gaan we een eigen leer bij de Bijbel ontwikkelen, die niets te maken heeft met wat God gezegd heeft. Bij nadere bestudering blijkt het gedeelte weldegelijk in overeenstemming met de rest van Gods Woord, want God kán niet liegen! Zijn Woord is waarheid!
[1] ‘Who Is Jesus Christ?’, Jehovah’s Witnesses Official Web Site, bron: http://www.watchtower.org/e/rq/article_03.htm.
[2] ‘The Book of Proverbs’, Dr. Peter S. Ruckman, Bible Baptist Bookstore, Pensacola, Florida, USA, 1972, blz. 122.