Ware vriendschap...



Inleiding

Wanneer we de Bijbel lezen, dan komen we erachter dat de Heere God omgang wil hebben met Zijn kinderen. We spreken wel van “gemeenschap”. De Heere wil een relatie met de mens (zie bijv. 1 Joh. 1 : 1 – 9). Heeft u een relatie met uw Heere? Hoe zoekt u de Heere? Bent u in contact met uw Heere? Om met de woorden van Gal. 5 : 25 te spreken: Wandelt u door de Geest? Leeft u tot eer van de Heere?

Iets wat van grote invloed kan zijn op uw relatie met de Heere, zijn uw vriendschappen. Vriendschappen sluiten in deze tijd, is niet altijd makkelijk. Ook voor de jongeren onder ons is dat niet altijd makkelijk. Je komt op school of in de buurt met hele verschillende mensen in aanraking. Vaak mensen van de wereld. Mensen die dingen leuk vinden, waar de Heere in Zijn Woord juist tegen waarschuwt. Het kan je relatie met de Heere in de weg staan. Overigens voor volwassenen op het werk is het niet anders. Sluit je, sluit u daar een vriendschap mee? En ja, laten we wel zijn, het aantal Bijbelgelovigen is natuurlijk ook niet heel groot. Ook dat maakt het er niet makkelijker op. Het is dus best lastig. Daarom is het goed om te kijken wat de Heere in Zijn Woord over vriendschappen laat zien. Dan kunt u er heel bewust mee omgaan.


De vrienden

Allereerst zien we dat vriendschap voor de Heere belangrijk is. In Joh. 15 geeft de Heere Jezus Zijn gebod om elkaar lief te hebben. In Ef. 5 laat de Heere zien dat de man zijn vrouw behoort lief te hebben. De Heere maakt daartoe in Ef. 5 : 25 een vergelijking met Hem en de Gemeente. Daar lezen we dat Hij “Zichzelven voor haar heeft overgegeven”. Dat vraagt de Heere dus ook van de man binnen het huwelijk. Maar de Heere vraagt ook dat Zijn volgelingen datzelfde voor elkaar over hebben. In Joh. 15 : 2 en 3 lezen we: “Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb. Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zet voor zijn vrienden”. En daar zien we dan ook die “vrienden” om de hoek komen. Johannes sluit zijn derde brief, geschreven aan Gajus (3 Joh. 1), af met de woorden in 3 Joh. 15: “Vrede zij u. De vrienden groeten u. Groet de vrienden met name”.


Een slechte vriendschap

En als we dan in Gods Woord op zoek gaan, dan laat de Heere zien wat echte vrienden zijn. Maar ook waarschuwt Hij. We willen allereerst een voorbeeld bekijken hoe een slechte vriendschap slecht kan aflopen. En dat voorbeeld vinden we in 2 Sam. 13. In dat hoofdstuk lezen we hoe Amnon, een zoon van koning David, verliefd werd op zijn zus Thamar. Hij werd er zelfs ziek van. En wat deed Amnon? Hij ging een vriend raadplegen. In 2 Sam. 13 : 3 lezen we: “Doch Amnon had een vriend, wiens naam was Jónadab, een zoon van Símea, Davids broeder; en Jónadab was een zeer wijs man”. Het woordje “wijs” betekent in Gods Woord meestal iets positiefs, verwijzend naar de wijsheid van de Heere Jezus. Maar in dit geval is dat niet zo. Een enkele keer lezen we ook over waarschuwingen tegen “wijs zijn in eigen ogen” (Spr. 3 : 7, 26 : 12). Een mooie tekst die hier bij past is 1 Kor. 3 : 18 – 20: “Niemand bedriege zichzelven: Zo iemand onder u dunkt dat hij wijs is in deze wereld, die worde dwaas, opdat hij wijs moge worden. Want de wijsheid dezer wereld is dwaasheid bij God. Want er is geschreven: Hij vat de wijzen in hun arglistigheid; En wederom: De Heere kent de overleggingen der wijzen, dat zij ijdel zijn”. Met andere woorden deze Jónadab was eerder listig, dan dat hij echt wijs was. In de KJV1611 staat hier het woordje “subtil”, wat “listig” betekent. En dit verwijst natuurlijk naar Gen. 3 : 1, waar Gods vijand, de duivel, ook listig genoemd wordt. Ziet u hoe op deze manier de wereldse wijsheid, listigheid, gelinkt wordt aan de god van deze wereld, de duivel (2 Kor. 4 : 4), die listig is?


Verkeerde raad

Dat Jónadab inderdaad die wereldse, listige wijsheid had, blijkt uit het advies wat hij Amnon gaf. Hij zei niet: “Maar Amnon, de Heere wil niet dat je als broer je zus liefhebt, en haar iets aandoet. Hij vervloekt je” (zie bijv. Deut. 27 : 22). Nee, hij bedacht een plan voor Amnon, zodat zijn vader Thamar naar hem toestuurde, waardoor hij zijn zin kreeg (2 Sam. 13 : 5). En het resultaat is dat Amnon zijn zus verkrachtte (2 Sam. 13 : 14). En vervolgens is te zien hoe het verder gaat. Uiteindelijk blijkt dat er helemaal geen sprake was van echte liefde. Want wat lezen we in 2 Sam. 13 : 15: “Daarna haatte haar Amnon met een zeer groten haat, want de haat waarmede hij haar haatte, was groter dan de liefde waarmede hij haar had liefgehad; en Amnon zeide tot haar: Maak u op, ga weg”. En zo gaat het vaker in de wereld. Wanneer men dan zijn of haar zin heeft gekregen, dan ziet alles er opeens anders uit.


Verdere gevolgen van een slechte vriendschap

Maar voor Amnon, die zich zo liet leiden door zijn vlees, was het verhaal daarmee nog niet afgelopen. Want door zijn toedoen, haatte Absalom hem, en hij zorgde ervoor dat Amnon gedood werd. In 2 Sam. 13 : 28 en 29 lezen we: “Absalom nu gebood zijn jongens, zeggende: Let er nu op, als Amnons hart vrolijk is van den wijn en ik tot ulieden zal zeggen: Slaat Amnon, dan zult gij hem doden, vreest niet; is het niet omdat ik het u geboden heb? Zijt sterk en weest dapper. En Absaloms jongens deden aan Amnon, gelijk als Absalom geboden had. Toen stonden alle zonen des konings op, en reden een iegelijk op zijn muildier, en vloden”. Amnon stierf een vroege dood. En dat dit zo kan werken, is niet alleen Oudtestamentisch. In Rom. 8 : 13 staat geschreven: “Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven”.


Luister niet naar slechte raad

We hebben een voorbeeld gezien hoe slechte vrienden, slechte raad, slechte wijsheid kunnen geven. En dat komt ook vandaag de dag voor. Wanneer u slechte raad krijgt, dan kunt u dingen gaan doen, die de Heere gruwelijk vindt. Onder de Wet golden er hele duidelijke regels voor situaties dat mensen anderen naar andere goden toe leidden, oftewel: bij de Heere wegleidden (zie bijv. Deut. 13 : 6 – 10). In Deut. 13 : 6 lezen we: “Wanneer uw broeder, de zoon uwer moeder, of uw zoon of uw dochter of de vrouw van uw schoot of uw vriend die als uw ziel is, u zal aanporren, in het heimelijk zeggende: Laat ons gaan en dienen andere goden, die gij niet gekend hebt, gij noch uw vaderen”, als dat gebeurde, dat dan diegene, dus ook een vriend, gestenigd moest worden (Deut. 13 : 9, 10). Onder de Wet stond daar de doodstraf op. Ondanks dat dit onder de Wet gegeven is, en de inzettingen van de Wet niet voor vandaag de dag gelden, laten ze zien hoe de Heere ernaar kijkt dat mensen Zijn kinderen bij Hem weghalen. Net zoals de Israëlieten zou u vandaag de dag niet moeten instemmen met of luisteren naar iemand die u bij de Heere wegleidt. Wanneer u dus een beslissing neemt, die tegen het verlangen van iemand anders ingaat, maar waarmee u de Heere gehoorzaamt, dan moet u zich dus nooit schuldig voelen. Eerder mag u blij zijn vanwege het feit dat u een juiste beslissing genomen hebt.

Een voorbeeld. Misschien eenvoudig, want er zijn lastigere situaties te bedenken. Maar een vriend kan u vragen om op zondagmorgen te gaan picknicken, samen met zijn familie. Maar de Heere wil dat u de “onderlinge bijeenkomst” niet nalaat (Hebr. 10 : 25), zodat u Hem kunt eren en van Hem kunt leren. Wat kiest u dan? Kiest u voor uw vriend, of kiest u voor de Heere? Wat zou u doen als een vriend u vraagt iets te doen, waarvan u weet dat de Heere het niet fijn vindt. Gaat u erin mee? Of doet u niet mee? En als zich dat herhaalt, gaat u er nog steeds tijd aan spenderen om met deze persoon om te gaan?

U kunt zich voorstellen dat het antwoord heel duidelijk van invloed is op uw wandel door de Geest.


Weinig echte vrienden

Maar wat laat de Bijbel over echte vrienden zien? We leven in een stukje van de wereld dat relatief gezien, en dat kunnen we nog steeds zeggen, rijk is. En dat betekent zeer waarschijnlijk dat u maar weinig echte vrienden hebt. Rijkdom geeft namelijk veel vrienden, maar dat zijn ook vrienden die niet zozeer met u bevriend zijn, maar wel met uw rijkdom. Dat zijn dan vaak vrienden, die ook weer gauw afhaken als het minder gaat. In Spr. 19 : 4 lezen we: “Het goed brengt vele vrienden toe, maar de arme wordt van zijn vriend gescheiden” (zie ook Spr. 19 : 6, 14 : 20). Bij de verloren zoon lezen we dat hij het geld van zijn vader “overdadiglijk” doorbracht (Luk. 15 : 13). Maar toen het geld op was, en er een hongersnood kwam, had hij blijkbaar geen vrienden die hem hielpen. Hij stond er alleen voor, en werd zwijnen-hoeder (Luk. 15 : 16). Zo gaat dat in de wereld. Men kijkt naar hoe u eruit ziet, naar uw rijkdom, of naar uw charisma, hoe belangrijk u bent.


Vriendschap begint bij vriendelijkheid

Maar echte vrienden ontstaan op een andere manier. In Spr. 18 : 24 lezen we: “Een man die vrienden heeft, heeft zich vriendelijk te houden; want er is een liefhebber die meer aankleeft dan een broeder”. Echte vriendschap begint bij vriendelijkheid. Open staan voor die ander, en niet voor zijn of haar spullen, of belangrijke andere vrienden.


Een echte vriend is trouw

Echte vrienden zijn trouw. Die laten u niet in de steek. In Spr. 27 : 10 lezen we bijvoorbeeld: “Verlaat uw vriend noch den vriend uws vaders, en ga ten huize uws broeders niet op den dag van uw tegenspoed; beter is een gebuur die nabij is, dan een broeder die verre is”. De Heere vraagt dus om uw vrienden niet in de steek te laten. De Heere vraagt trouw. Daarom lezen we in Spr. 17 : 17 het volgende: “Een vriend heeft te allen tijde lief, en een broeder wordt in de benauwdheid geboren”. Een vriend heeft ten allen tijde lief… dus als het goed gaat, maar ook als het minder goed gaat.


Vrienden lopen soms wonden van elkaar op

Sterker nog: vrienden moeten elkaar ook de waarheid kunnen zeggen. In Spr. 27 : 17 lezen we: “IJzer scherpt men met ijzer; alzo scherpt een man het aangezicht zijns naasten”. In de KJV1611 lees je: “van zijn vriend”. Vrienden moeten zich dus aan elkaar kunnen opscherpen. Maar waarheid zeggen, dat is niet altijd leuk. U kunt dus wonden van elkaar oplopen. In Spr. 27 : 5 en 6 lezen we: “Openbare bestraffing is beter dan verborgen liefde. De wonden des liefhebbers zijn getrouw, maar de kussingen des haters zijn af te bidden”. Dus een openlijke bestraffing komt voort uit trouw, uit liefde, maar kan dus wel leiden tot wonden. Maar een vriend staat daarvoor open en zal trouw blijven. Een voorbeeld vinden we in de relatie tussen Paulus en Petrus (Gal. 2 : 11 – 14). Petrus, die at de ene keer met de heidenen mee, maar de andere keer, als er Joden van Jakobus gekomen waren, zonderde hij zich af om zich aan de Joodse wetten te houden. En anderen gingen met hem meedoen. Paulus zag dat dubbelzinnige gedrag van Petrus en bestrafte hem. We lezen daarover in Gal. 2 : 14: “Maar als ik zag dat zij niet recht wandelden naar de waarheid des Evangelies, zeide ik tot Petrus in aller tegenwoordigheid: Indien gij, die een Jood zijt, naar heidense wijze leeft, en niet naar Joodse wijze, waarom noodzaakt gij de heidenen naar de Joodse wijze te leven?” (zie ook Gal. 2 : 11). Maar die bestraffing ging niet ten koste van hun vriendschap. In 2 Petr. 3 : 14 en 15 leest u dat Petrus schrijft over “onze geliefde broeder Paulus”. Echte vrienden hebben het dus niet altijd makkelijk, maar zullen het uitpraten, laten wonden helen en blijven trouw. Uiteindelijk mag u dan dankbaar zijn dat u op de rechte weg geholpen bent.


Een echte vriend is vertrouwelijk

Echte vrienden zijn ook vertrouwelijk. In Spr. 17 : 9 lezen we: “Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt den voornaamsten vriend”. Iedereen maakt fouten. Die kunnen we belijden (1 Joh. 1 : 9). Soms is het fijn als we daar eventueel met iemand over kunnen praten. Misschien heeft u advies gehad van een vriend. Misschien bent u berispt door een vriend. Een vriend zal de zaak niet opnieuw ophalen. Hij gaat er niet op terugkomen. Die laat het rusten. Een vriend probeert niet alles van u te weten te komen, om het daarna rond te vertellen, of rond te fluisteren. Een vriend heeft altijd lief (Spr. 17 : 17) en dekt de overtreding toe. Oftewel, een echte vriend gaat vertrouwelijk met u om. En wanneer u een echte vriend van iemand bent, dan gaat u vertrouwelijk met die vriend om.


Wie kiest u als vriend?

Maar er is nog iets. De Heere vraagt mensen om zich niet te vermengen met de wereld (2 Kor. 6 : 14 – 18). In 2 Kor. 6 : 17 staat geschreven: “Daarom, gaat uit het midden van hen en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen”. Dat geldt voor allerlei situaties. Met wie gaat u een huwelijksrelatie aan? Maar ook: met wie gaat u een vriendschap aan? In Jak. 4 : 4 staat bijvoorbeeld geschreven: “Overspelers en overspeelsters, weet gij niet dat de vriendschap der wereld een vijandschap Gods is? Zo wie dan een vriend der wereld wil zijn, die wordt een vijand Gods gesteld”.

Een andere tekst, Ps. 119 : 63, die het van de andere kant benadert, zegt: “Ik ben een gezel van allen die U vrezen, en van hen die Uw bevelen onderhouden”. Wanneer u de Heere liefhebt, en wilt wandelen naar de Geest, dan wilt u ook graag contact met mensen die de Heere liefhebben. Dat is ook in zekere zin een soort van “garantie” dat u trouw terug kunt verwachten. Nee, u bent beide niet volkmaakt. En ook in die vriendschapsrelatie kunnen er dingen verkeerd gaan. Maar u dient dezelfde Heere. U heeft allebei het verlangen om te wandelen naar de Geest.


Job: een echte vriend

Een mooi voorbeeld zien we in het leven van Job. We kennen de geschiedenis van Job, die verzocht werd. De ellende die hij meemaakte. En dan leest u dat zijn vrienden kwamen om te troosten, maar in plaats dat zij hem troostten, hadden ze zich tegen hem gekeerd, bespotten ze hem en beschuldigden ze hem (Job 2 : 11, 6 : 14, 27, 16 : 20, 19 : 19). Maar dan ziet u dat Job weldegelijk een echte vriend was. Want met alles wat hij meegemaakt had, ook van zijn vrienden, bad hij voor ze. In Job 42 : 10 lezen we: “En de HEERE wendde de gevangenis van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden; en de HEERE vermeerderde al hetgeen Job gehad had tot dubbel zoveel” (zie ook Job. 42 : 7 – 9). Job ging, om het zo maar te zeggen, door dik en dun voor zijn vrienden.

Een echte vriend, die in de Heere zijn zekerheid heeft, laat u niet vallen. En in ieder geval beschermt het u om niet van de Heere afgetrokken te worden door uw vriend. En doordat u elkaar opscherpt, zult u zelfs groeien in de Heere. In Spr. 13 : 20 lezen we bijvoorbeeld: “Die met de wijzen omgaat, zal wijs worden; maar die der zotten metgezel is, zal verbroken worden”.


De Heere Jezus: “Een vriend van tollenaren en zondaren”...?

Maar betekent dat dan dat u helemaal geen contact met ongelovigen moet aangaan? Nee, dat betekent het niet. Van de Heere Jezus werd gezegd dat Hij een “vriend van tollenaren en zondaren” was (Matth. 11 : 19). Dan moet u overigens wel even opletten door wie dat gezegd werd. In Matth. 11 : 19 staat geschreven: “De Zoon des mensen is gekomen, etende en drinkende, en zij zeggen: Ziedaar een Mens Die een vraat en wijnzuiper is, een vriend van tollenaren en zondaren. Doch de Wijsheid is gerechtvaardigd geworden van Haar kinderen”. De Heere Jezus zegt dit in Zijn getuigenis over Johannes. Maar Hij zegt dan: “...en zij zeggen…”. Waarschijnlijk waren het de Farizeeën die Hem zo noemden, kijk maar hoe ze Hem verder noemden: “een vraat en wijnzuiper”... (zie bijv. Luk. 5 : 29, 30). We weten in elk geval dat de Heere Jezus de tollenaars en de zondaren opzocht. Maar dat deed Hij, zodat zij tot bekering konden komen. In Luk. 5 : 32 geeft Hij bijvoorbeeld als antwoord op de vraag waarom Hij met hen eet: “Ik ben niet gekomen om te roepen rechtvaardigen, maar zondaren tot bekering”. En dat was Zijn doel. En zo weten we dat Hij Levi de tollenaar geroepen heeft, die Hem ging volgen (Luk. 5 : 27 – 32). Zo weten we dat de overste van de tollenaars, Zachéüs, tot bekering is gekomen, doordat de Heere Jezus met hem at (Luk. 19 : 1 – 10). Met andere woorden: de Heere Jezus zocht de tollenaars en de zondaars niet op om gezamenlijke interesses te delen, of om samen te feesten en wijn te drinken, nee, Hij zocht ze op om mensen te bereiken met Zijn boodschap. En dat is natuurlijk een groot verschil.

Maar dat zou u ook kunnen doen. Zo kunt u ook naar zondaren omzien en hen vertellen over het Evangelie der Genade Gods. Iemand uitnodigen om te eten verontreinigt u bijvoorbeeld niet. Zeker niet wanneer u de kans aangrijpt om hem of haar over de Heere Jezus te vertellen. Wat u niet moet doen is samen naar het favoriete TV programma van de wereld kijken, of mee gaan naar de kroeg… U moet niet de wereldse eigenschappen gaan overnemen (Rom. 12 : 2).


Tot slot

Slechte vrienden trekken u van de Heere af. Ze ruïneren uw geloofsleven, en dus uzelf. U hebt goede vrienden in uw wandel met de Heere nodig. Zij zullen u daarin sterken en vormen. Zoek die vrienden, en wees er zuinig op. Een ware vriend wil dat u de Heere God eerst gehoorzaamt. Maar hoe kunt u zo’n vriend vinden? Bidt ervoor. Vraag de Heere om Zijn leiding. Vraag de Heere om u te helpen zelf trouw te zijn. Vraag de Heere of Hij u wil laten zien of uw bestaande vriendschappen de zegen van de Heere kunnen dragen. Vraag de Heere wijsheid en onderscheiding wanneer u uw vrienden kiest. Vraag de Heere u vrienden te geven die Hem oprecht liefhebben en die trouw zijn. Vraag de Heere om u de moed te geven om uw vrienden over de Heere Jezus te vertellen. En naast het gebed: Probeer een Bijbelgelovige samenkomst te vinden. Daar zijn broeders en zusters die ook de Heere willen dienen.