De wapenrusting: Geloof
staande blijven in de nacht
Inleiding
Wederom geboren gelovigen krijgen met de wapenrusting middelen van God aangereikt om staande te blijven te midden van de nacht. In een andere studie is stilgestaan bij het borstwapen der gerechtigheid, bij het feit dat de gelovige zijn lendenen moet omgorden met de waarheid, en zijn voeten geschoeid moet hebben met de bereidheid van het Evangelie des vredes. Vervolgens kunt u in Ef. 6 : 16 het volgende lezen: “Bovenal aangenomen hebbende het schild des geloofs, waarmee gij al de vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen”. In deze studie wordt stilgestaan bij dat schild des geloofs. Alle onderdelen van de wapenrusting staan overigens weergegeven in onderstaand Schema.
We hebben gezien dat de antichrist een boog draagt, en dat de Bijbel spreekt over dé antichrist die nog moet komen, maar ook over vele antichristen, die reeds aanwezig zijn (1 Joh. 2 : 18). De boze schiet met vurige pijlen. De Heere heeft ons “bovenal” “het schild des geloofs” gegeven, om deze vurige pijlen uit te blussen. Om de aanvallen van de boze te kunnen weerstaan, hebben wij dus “het schild des geloofs” nodig! In 1 Petr. 5 : 8 en 9 lezen we: “Weest nuchter en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende, wie hij zou kunnen verslinden; en weerstaat hem, vast zijnde in het geloof, wetende, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt”. Het geloof helpt ons om vast te zijn en de boze te weerstaan.
Geloof: het bewijs van de dingen die men niet ziet
Een definitie van geloof vinden we in de Bijbel Zelf, en wel in Hebreeën 11 : 1: “Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet”. Vers 6 zegt vervolgens: “Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven, dat Hij is, en een Beloner is van hen, die Hem zoeken”. Met andere woorden, alleen door geloof kunnen wij gemeenschap hebben met God.
Als gelovigen behoren we ons te omgorden met de waarheid. Daarbij gaat het erom dat we Gods Woord, Wat Waarheid is, als waarheid aannemen. Anders laten we ons, meestal door ons gevoel, meevoeren door allerlei wind van leer (Ef. 4 : 14). De basis van het geloof ligt volgens God Zelf dan ook bij Zijn Woord. In Gal. 3 : 2 lezen we: “Dit alleen wil ik van u leren: hebt gij de Geest ontvangen uit de werken der wet, of uit de prediking des geloofs?”. En dan verderop lezen we in vers 14: “Opdat de zegening van Abraham tot de heidenen komen zou in Christus Jezus, en opdat wij de belofte des Geestes verkrijgen zouden door het geloof.” Het is het tot geloof komen, wat ons de Heilige Geest geeft. Exact zoals ook Efeze 1 : 13 vertelt: “In Wie ook gij zijt, nadat gij het Woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Wie gij ook, nadat gij geloofd hebt, zijt verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte”. Vandaar ook dat het geloof volgens Hebr. 11 : 1 “een bewijs is van de zaken, die men niet ziet”! Het is de Heilige Geest, Die de wereld overtuigt van zonde, van gerechtigheid en van oordeel (Joh. 16 : 8). En wanneer men tot geloof is gekomen, dan overtuigt Diezelfde Geest de gelovige van Gods zaken. In 1 Kor. 2 : 10 staat: “Doch God heeft het ons geopenbaard door Zijn Geest; want de Geest onderzoekt alle dingen, ook de diepten Gods”. Vers 12 zegt nog: “Doch wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest, Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn” (zie de context: 1 Kor. 2 : 9 – 12, 14 – 15). Door het geloof bewijst Gods Geest de mens de zaken die men niet ziet!
Feiten, geloof en gevoel
De allereerste basis van ons geloof, zoals ook uit voorgaande teksten bleek, behoort het Woord van God te zijn – Rom. 10 : 17 zegt: “Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods”. Gods Woord presenteert ons feiten over het geloof, over wie wij mensen zijn, over Gods Plan voor de wereld en de mensheid, over Zijn Reddingsplan. Tevens heeft Hij, door Zijn Woord, bewezen waar te zijn. De profetieën in het Oude Testament, over de eerste komst van Jezus Christus, zijn allemaal letterlijk uitgekomen! Nog nooit heeft enig mens de geschiedenis in de Bijbel succesvol kunnen weerleggen. Men probeert het wel, maar alle pogingen zijn gedoemd te mislukken. Gods Woord is waarheid! Mensen kunnen zich op grond van die feiten laten overtuigen! Wanneer wij die feiten aannemen, dan geloven wij wat God in Zijn Woord aan ons gezegd heeft, zoals Hij het gezegd heeft, waar Hij het gezegd heeft, zonder het uit de context te nemen. Ons geloof is dan gefundeerd op het beste bewijs: Het onfeilbare, geïnspireerde Woord van God. Wij vertrouwen God en Zijn Zoon Jezus Christus en het volbrachte werk op Golgotha, op grond van Zijn Woord. Wij geloven dus niet in “ons geloof”. “Ons geloof” kan ons niet redden! Wij geloven in Jezus Christus, Jezus Christus van de Schriften. Het geloof is geen Heiland, Jezus Christus is de Heiland! Vanuit dat geloof gaan we dan leven, en dat levert uiteindelijk ook gevoel. Wij mensen hebben gevoel, dat is iets wat we niet kunnen wegcijferen of ontkennen. Maar ons gevoel is onderworpen aan veranderingen in emoties, aan veranderingen in onze waarnemingen en belevenissen. Laten we dat schommelende gevoel ons geloofsleven bepalen? Of bouwen wij ons geloof op de feiten, en proberen we vervolgens om te gaan met ons gevoel? In de laatste situatie kunnen we ons soms rot voelen, maar dat gevoel heeft dan geen invloed op ons geloof. Of we kunnen ons soms blij voelen, maar ook dan heeft dat gevoel geen invloed op ons geloof.
Een extreem voorbeeld: Sommige mensen worden vrolijk als ze een glaasje teveel op hebben. Vraag: rechtvaardigt dat het overmatig gebruik van alcohol? Nee, want Ef. 5 : 18 zegt onder andere: “En wordt niet dronken in wijn”. Maar zo werkt het ook met andere dingen. Sommige mensen voelen zich goed en super gezegend omdat ze vandaag de dag ‘in tongen kunnen spreken’. Een oudste van een gemeente in Nederland was in gesprek met iemand die ‘tongen vandaag de dag’ op grond van de Schrift afwijst. Via de mail heb ik contact met deze persoon, en die heeft mij van dat gesprek verteld. Deze persoon vroeg of de oudste zijn gave wilde toetsen aan de hand van de Schrift. Het antwoord was: “Nee”, omdat hij zich zo geweldig fantastisch voelt, het moet dus wel van God afkomen! Er hoeft van deze oudste zelfs niemand bij te zijn met de gave van vertaling, want hij vertrouwt erop en weet zeker dat het van God komt. Als “tongen” dus nog steeds voor zou komen, gaat deze oudste lijnrecht in tegen Gods opdracht. In de begin-gemeente, waar de gave van tongen inderdaad voorkwam, was uitleg een vereiste, omdat het anders niet tot opbouw van de gemeente was (1 Kor. 14 : 27, 19). Maar ja, deze broeder toetst niet aan de Schrift! Iets wat blijkt uit zijn antwoord, maar daarmee alleen al gaat hij tegen Gods Woord in, Dat mensen oproept om alles wat gesproken wordt, te toetsen aan de Schrift (Hand. 17 : 11, Tit. 1 : 7 – 9). Zijn gevoel laat hem zeker weten dat zijn gave van God is! Hiermee zegt de man zelf dat zijn gevoel boven Gods Woord staat! En dat terwijl de Schrift laat zien dat “tongen” een merteken der apostelen is, en dus vandaag de dag geen gave meer is! Iets wat verklaart waarom het tongen-fenomeen vandaag de dag vaak een brabbeltaal is, in plaats van werkelijk bestaande talen, zoals het in de Bijbel ook was. Valse geesten zijn dan bezig, en geven een goed gevoel, maar wel een vals goed gevoel!
Wanneer wij ons geloof op de feiten bouwen, kunnen we ons soms best nog wel eens rot voelen. Maar wanneer wij binnen ons geloof, dat dus een vast gegeven is, proberen om te gaan met ons gevoel, dan blijkt dat, ondanks de strijd waarin wij leven, God ons dan vrede en welbehagen in het hart geeft! Het geloof begint dus bij de Schrift, en verzekert ons van ons Heil in Jezus Christus: “Het geloof nu is een vaste grond der dingen, die men hoopt, en een bewijs der zaken, die men niet ziet”. Alleen door dat geloof, gefundeerd op Gods Woord, kunnen wij vast zijn, en de boze weerstaan, zoals we gezien hebben in 1 Petr. 5 : 8 en 9. Dan laten we ons ook niet meer (zo snel) verleiden door allerlei wind van leer! Iemand die “gelooft”, in de moderne betekenis van het woord – “het is jouw overtuiging, maar je weet het niet zeker” oftewel: “je neemt het aan, maar het zou ook anders kunnen zijn” – die is ontvankelijk voor andere opvattingen die men “gelooft”. Die persoon verandert en gelijkt een golf der zee. Zo iemand is niet sterk en standvastig! Het geloof, gebaseerd op de Schrift, is een vaste grond en een bewijs!
Noach: een geloofsvoorbeeld
In Hebreeën 11 vinden we vele voorbeelden van mensen die handelden door het geloof. Zo zien we in vers 7 staan: “Door het geloof heeft Noach, door Goddelijke aanspraak vermaand zijnde van de dingen, die nog niet gezien worden, en bevreesd geworden zijnde, de ark toebereid tot behoudenis van zijn huisgezin; door welke ark hij de wereld heeft veroordeeld, en is geworden een erfgenaam der rechtvaardigheid, die naar het geloof is”. Kunnen we de situatie van Noach in alle gevallen leggen naast onze situatie nu? Nee! In de geschiedenis van Noach zien we heel duidelijk dat Noach eerst zelf een schip moest bouwen voor zijn (fysieke) redding. Vandaag de dag hoeven wij niets te bouwen. Jezus Christus heeft uitgeroepen: “Het is volbracht!” Hij is onze redding. Hij is de redding van onze ziel, maar ook zegt 1 Thess. 1 : 10 dat Hij ons “verlost van de toekomende toorn”, “want God heeft ons [= de Gemeente] niet gesteld tot toorn”, zegt 1 Thess. 5 : 9. Wanneer de toorn Gods over de aarde gaat, heeft de Heere Jezus Zijn Gemeente Thuis gehaald. En daar hebben wij zelf niets aan hoeven bouwen. Daarvoor hebben we alleen maar ‘ja’ moeten zeggen op wat Hij voor ons gedaan heeft. Hierin zien we weer een verschil in verschillende bedelingen: een verschil in Gods handelen met de mens door de tijd heen. Maar van Noachs geschiedenis kunnen wij een hoop leren. Noachs omgeving, en wat hij meemaakte, lijkt sterk op wat wij vandaag de dag meemaken. Noach voerde namelijk een strijd te midden van ongeloof. In 2 Petr. 2 : 5 lezen we namelijk dat Noach in zijn dagen “de prediker der gerechtigheid” was: “En de oude wereld niet heeft gespaard, maar Noach, de prediker der gerechtigheid, zijn achttal bewaard heeft, toen Hij de zondvloed over de wereld der goddelozen heeft gebracht”. Hieruit blijkt dat Noach predikte dat Gods oordeel zou komen. Waarom zou hij dat gedaan hebben? Omdat God niet wil dat mensen verloren gaan (2 Petr. 3 : 9)! Nu niet en toen ook niet. Maar wat denkt u hoe de mensen rederneerden? ‘Die gek bouwt zo’n groot schip, waar is dat nu goed voor?’ Er werden maar 8 mensen behouden! Noach hield stand door geloof! Hij gehoorzaamde Gods Woord en bouwde de ark. Hij en zijn gezin werden gered. Wij, als Gemeente, hoeven zelf niet eens te bouwen! Spoort ons dat niet aan om ons vast te klampen aan Gods Woord en het volbrachte werk van Jezus Christus? Ondanks dat de wereld om ons heen ons steeds gekker vindt? Mensen reageren ongeveer zo: ‘Ze kijken niet eens naar Lord of the Rings of Harry Potter’, ‘Kom je te hulp, en biedt je ze een natuurarts aan, slaan ze je advies in de wind’, ‘Die laat zich ook nooit eens gaan met drank of drugs’, ‘Ze lezen de Statenvertaling, dat begrijpt geen mens’, en uiteindelijk: ‘Laat ze maar’! Maar: Gods toorn komt! Net als in de dagen van Noach. Maar bij de Heere Jezus Christus zijn we veilig!
Het schild dat de vurige pijlen uitblust
Wanneer wij in dat geloof staan, verankerd in de Schrift, hebben wij een schild dat de vurige pijlen van de boze uitblust! Wat zijn dan de pijlen die gebruikt worden? Een pijl, die afgevuurd wordt, is een aanval van de vijand. De Bijbel spreekt over meerdere pijlen, dus er zijn meerdere aanvallen. Hier volgen een paar voorbeelden:
-
Een aanval kan gebeuren door een gedachtegang, daar komen we bij het volgende uitrustingsstuk nog op terug.
-
We kunnen ons in de ban laten brengen van allerlei dingen. Geld bijvoorbeeld. Juist in deze tijd, waarin alles zoveel duurder wordt, kan een mens zich enorm boos maken dat zijn salaris door allerlei nieuwe regelingen achteruit gaat. Gaat dit zijn leven beheersen, of brengt hij het in vertrouwen bij de Heere, in het geloof dat Hij alle dingen weet en zijn leven leidt (Filip. 4 : 6)? Ook als die mens, op grond van de Schrift, weet, dat alles in de eindtijd alleen nog maar slechter wordt! De gelovige mag weten dat zijn toekomst bij Hem en met Hem geweldig zal zijn! Geld is ook een belangrijk middel waar predikers alert op moeten zijn. Door afhankelijkheid van je toehoorders voor je inkomsten, is het maar al te makkelijk om de boodschap aangenaam te maken, of niet al te hard te laten overkomen. Het is niet voor niets dat Paulus voor zijn eigen inkomsten werkte. Het houd je vrij van anderen in de verkondiging (1 Thess. 2 : 9; 2 Thess. 3 : 8).
-
Reacties van mensen kunnen ons ook in de ban hebben. Het is leuk als mensen ons positief benaderen. Maar als dit nu niet gebeurt? Als zelfs iedereen zich tegen ons lijkt te keren? Laten we ons leven daardoor leiden? Of zien we op Hem? In Psalm 146 : 3 staat zo mooi geschreven: “Vertrouwt niet op prinsen, op het mensenkind, bij wie geen heil is”. Vers 4 – 6 gaan verder: “Zijn geest gaat uit, hij keert weer tot zijn aarde; te dien dage vergaan zijn raadslagen. Welgelukzalig is hij, die de God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op de Heere, zijn God is; Die de hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is; Die trouw houdt in eeuwigheid”. Hier staat in feite nogmaals dat Gods Woord waar is. Wat Hij zegt, zal gebeuren. Hij houdt trouw! Geloof, gebaseerd op Gods Woord, is geen illusie, is geen “mijn geloof” of “jouw geloof”, maar dat geloof is waarheid.
-
Soms kunnen we zo moe zijn, dat we Gods Woord maar een keertje niet lezen. Maar ondertussen kijken we die avond wel naar die film, of lezen we wel dat andere boek. Soms komt moeheid maar zo opzetten, terwijl we goed geslapen en gegeten hebben. En vaak gebeurt dat net wanneer we de Bijbel willen gaan lezen of in gebed willen gaan. Moeheid kan dan wel eens een pijl zijn van de boze, die ons probeert af te houden van het lezen en betuderen van Gods Woord.
-
Hetzelfde kan gelden voor slapeloosheid, bitterheid of teleurstelling.
-
Onze gezondheidssituatie kan ons dusdanig in de ban hebben, dat we zelfs genezing zoeken bij homeopathie, acunpunctuur en noem maar op. Er was een broeder die vroeg of wij geloofden dat er een duiveltje in het potje zat. Hij genas door dat homeopatische middel, dus het was goed, dus het was van God. Dit lijkt een beetje op die kwestie van het gevoel. Echter hiermee ging hij totaal voorbij aan de geestelijke achtergrond van de alternatieve geneeswijzen, en hij stelde zich doelbewust open voor de werking van boze geesten.
-
De duivel is een meester in het geven van een goed gevoel bij een on-Bijbelse leer. Het punt is dat de satan de wedergeboren gelovige op vele punten probeert aan te vallen. En als het nodig is, gebruikt hij zelfs het Woord van God, door teksten uit de context te halen, door toe te voegen aan, of af te doen van teksten. Dat heeft hij bij de Heere Jezus Zelf ook gedaan (Luk. 4 : 10 bijvoorbeeld). De ‘gaven van de Geest’ kunnen Christenen zo bezig houden, dat ze openstaan voor allerlei manifesterende gaven, terwijl de Bijbel duidelijk laat zien dat de “merktekenen der apostelen” niet voor de Gemeente van vandaag de dag zijn. Wanneer men zich er dan wel voor openstelt en iets bovennatuurlijks ervaart, is dat niet een ervaring van God, maar van de duivel, die zich manifesteert als een engel des lichts (2 Kor. 11 : 14).
Alleen door het geloof, gebaseerd op Gods Woord, Dat vast is, kunnen we die pijlen afweren en uitblussen. Laten we dat geloofsschild zakken, dan gaan we filosoferen. Het gevolg is: twijfel. ‘Het zou toch ook…’. Of we laten ons, door alle beslommeringen van de dag, afhouden van een relatie met de hemelse Vader, wat ons weer makkelijker ontvankelijk kan maken voor allerlei wind van leer. Zo mogen we gewaarschuwd zijn.
Het verschil met de duivelen: van harte geloven
Het geloof is dus gebaseerd op Gods Woord. Toetsen aan de Bijbel is belangrijk. Maar gaat het alleen om het weten wat er in de Schrift staat? Nee, geloven behoort uit het hart voort te komen. Rom. 6 : 17 zegt: “Maar Gode zij dank, dat gij wel dienstknechten van de zonde waart, maar dat gij nu van harte gehoorzaam geworden zijt aan het voorbeeld der leer, waartoe gij overgegeven zijt”. Het gaat er om dat wij ons van harte onderwerpen aan de Schrift. Van harte… vanuit het hart, zoals de Engelse King James 1611 ook letterlijk zegt. Dat maakt dan ook meteen het verschil met de duivelen. Toen Jezus Christus de duivelen uitwierp, spraken zij tot Hem: “Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazaréner, zijt Gij gekomen om ons te verderven? Ik ken U, wie Gij zijt, namelijk de Heilige Gods” (Mark. 1 : 24, zie ook Luk. 4 : 34). De duivelen weten precies Wie Jezus Christus is, en ook wat hun uiteindelijke lot is, maar zij onderwerpen zich niet aan Jezus Christus. In Jakobus 2 : 19 vinden we dan ook: “Gij gelooft, dat God een enig God is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook, en zij sidderen”.
Velen zeggen wel: de Paus belijdt ook Jezus Christus! Buiten het feit dat de Paus in zijn toespraken eigenlijk nooit op Jezus Christus wijst, buiten het feit dat de Rooms-katholieke Maria/Jezus-verering niet de Bijbelse Jezus Christus is, buigt de Paus niet voor Gods Woord. Immers, hij laat Maria-verering toe, terwijl de Bijbel zegt dat er maar één Middelaar Gods en der mensen is: Christus Jezus (1 Tim. 2 : 5); hij laat beelden- en heiligen-verering toe; hij laat toe dat mensen hem ‘Allerheiligste Vader’ noemen, en dat terwijl de Bijbel zegt: “En gij zult niemand uw vader noemen op de aarde; want Eén is uw Vader, namelijk Die in de hemelen is” (Matth. 23 : 9). En zo zijn er veel voorbeelden meer te noemen (celibaat, eucharistie-viering, … etc.). De Paus buigt absoluut niet voor het Woord van God!
Het geloven in de Heiland is dus niet alleen weten dat Jezus Christus de Heiland is, maar van harte geloven, van harte gehoorzamen, van harte onderwerpen aan Gods Woord! Vanuit het hart! Alleen door het geloof in het onfeilbare Woord van God kan de gelovige staande blijven en zullen de pijlen moeten uitblussen!