Bidden vermag veel

 

Inleiding

Gebed is belangrijk. De Heere God wil graag aanbeden worden. Hij roept u niet voor niets op om veel te bidden. In Luk. 18 : 1 zei de Heere Jezus: “EN Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende dat men altijd bidden moet en niet vertragen”. En de opdracht in 1 Tim. 2 : 1 is ook duidelijk: “IK vermaan dan vóór alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle mensen”. Conclusie: De Heere God wil graag gebeden worden.


Bidden is belangrijk

Door Gods woord, de Bijbel, spreekt de Heere vandaag de dag met Zijn kinderen. Door gebed kunt u als kind van God met uw Vader spreken. Dus om een goede relatie te hebben met uw hemelse Vader is gebed heel belangrijk. Gebed is ook belangrijk om staande te kunnen blijven in de geestelijke strijd. In Gods woord wordt het direct aansluitend op de geestelijke wapenrusting van Ef. 6 besproken. Eigenlijk is het er een onderdeel van. Want aansluitend op Ef. 6 : 17, waar geschreven staat: “En neemt den helm der zaligheid, en het zwaard des Geestes, hetwelk is Gods Woord”, leest u direct doorlopend Ef. 6 : 18 en 19: “Met alle bidding en smeking biddende te allen tijde in den geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen; En voor mij, opdat mij het woord gegeven worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid des Evangelies bekend te maken”. Bidden is blijkbaar een belangrijk onderdeel om staande te kunnen blijven tegen de listige omleidingen van de duivel (Ef. 6 : 11), en om Gods leiding en zegen te vragen, zodat het woord van God gehoord wordt. Want de vijand is natuurlijk maar op één ding uit: dat dat gestopt wordt.


Leer ons bidden...

In de Evangeliën zien we dat de discipelen de Heere Jezus de vraag stelden om hen te leren bidden. In Luk. 11 : 1 lezen we dat zij onder andere vroegen: “…Heere, leer ons bidden,…”. En dan kunt u zeggen: “Dat was voor het kruis. De discipelen hadden de Heilige Geest nog niet ontvangen”. Men zegt weleens: “De Heilige Geest leert mij bidden, ik ben toch een kind van God…”. Dat klopt allemaal, wanneer u de Heere Jezus als uw persoonlijke Verlosser hebt aangenomen. Maar kijk aan Wie de discipelen het vroegen: Zij vroegen het aan de Heere. En dat mag ook voor ons gelovigen een leerschool zijn. Als kind van God hebt u de Heilige Geest, en hebt u Gods woord, de Bijbel gekregen, Waardoor de Heere tot u spreekt. U moet in die zin dus niet bij mensen te rade gaan, hoe zij vinden dat u zou moeten bidden (“wat vind jij? en wat vind jij?”), maar het is zeker goed om u, ook als het gaat om gebed, te laten leren door de Heere Zelf, door Zijn woord.


Hoe te bidden?

In de Naam van de Heere Jezus mag u zich dan richten tot de Vader. In Joh. 16 : 23 lezen we bijvoorbeeld: “En in dien dag zult gij Mij niets vragen. Voorwaar, voorwaar Ik zeg u: Al wat gij den Vader zult bidden in Mijn Naam, dat zal Hij u geven” (zie ook Joh. 4 : 23). Met enige regelmaat is te horen dat mensen de Heilige Geest aanbidden. Dat komt ook in veel liederen voor. Maar wanneer u de Heilige Geest ontvangen hebt, wanneer u wederom geboren bent, dan gaat u over de Heere Jezus spreken (Joh. 16 : 13, 14), en aanbidt u de Vader. Zo zegt bijvoorbeeld Rom. 8 : 15: “Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader”. En zoals we zojuist gelezen hebben in Ef. 6 : 18 behoort u te bidden “in de Geest”. Als wederom geborene bent u misschien niet altijd vol van de Geest, maar u bent wel per definite “in den Geest” (Rom. 8 : 9). Dat is uw positie in Christus. De praktijk, uw toestand is soms, geregeld of vaak anders. Daarom wordt u opgeroepen om te wandelen door de Geest (Gal. 5 : 25), en hier (Ef. 6 : 18) wordt u dus ook opgeroepen om te bidden in de Geest. Wat daarbij helpt is schuldbelijdenis, maar daar wordt verderop nog op ingegaan.


Neem de tijd...

In de inleiding zagen we in Luk. 18 : 1 dat de Heere oproept om altijd te bidden. Een soortgelijke oproep komt u in de brieven aan de Gemeente tegen. Zo staat er bijvoorbeeld in 1 Thess. 5 : 17: “Bidt zonder ophouden”. Dat houdt in dat u altijd en overal met de Heere kunt spreken. Gewoon in uw gedachten. U hoeft er niet uitgebreid voor te gaan zitten bijvoorbeeld. Maar dat neemt niet weg dat het ook goed is dat u vaste tijden reserveert voor gebed en Bijbellezen. We noemen dat ook weleens het houden van “stille tijd”. In de Bijbel vindt u daar voorbeelden van. Zo lezen we dat Daniël drie maal per dag speciaal de tijd nam om met de Heere te spreken. In Dan. 6 : 11 lezen we: “Toen nu Daniël verstond dat dit schrift getekend was, ging hij in zijn huis (hij nu had in zijn opperzaal open vensters tegen Jeruzalem aan), en hij knielde drie tijden des daags op zijn knieën, en hij bad en deed belijdenis voor zijn God, ganselijk gelijk hij voordezen gedaan had”. In de Psalmen komt u dit ook tegen. Toen David een gebed uitsprak tegen valse vrienden, lezen we dat hij in Psalm 55 : 17 en 18 bad: “Mij aangaande, ik zal tot God roepen; en de HEERE zal mij verlossen. Des avonds, en des morgens, en des middags zal ik klagen en getier maken; en Hij zal mijn stem horen”. Drie maal daags namen zij speciaal de tijd om met de Heere te praten, om de Heere hun zorgen voor te leggen. Zo ziet u dus dat het goed is om – naast de hele dag door, en ook in de nacht, in uw gedachten de Heere te zoeken – om vaste momenten op de dag te hebben om met Hem te spreken.


Bidden vermag veel...

Door het gebed kunt u uw dank, maar ook uw gevoelens en uw noden bij de Heere brengen. En dan zegt de Heere in Jak. 5 : 16: “… Een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag veel”. Blijkbaar laat de Heere zien dat gebed veel vermag. Dat er dus ook veel bereikt kan worden door gebed.

Een voorbeeld daarvan is Mozes. Toen Mozes te lang wegbleef, bij het ontvangen van de Tien Geboden, maakte het volk een gouden kalf. En er werd een groot feest georganiseerd om dat gouden kalf te aanbidden. En de Heere wilde het volk daardoor verteren om vervolgens uit Mozes een groot volk te maken (Ex. 32 : 10). En Mozes bad voor het volk (Ex. 32 : 11 – 13). En dan lezen we in Ex. 32 : 14: “Toen berouwde het den HEERE over het kwaad hetwelk Hij gesproken had Zijn volk te zullen doen”. En in Ex. 32 : 31 en 32 lezen we nog: “Zo keerde Mozes weder tot den HEERE en zeide: Och, dit volk heeft een grote zonde gezondigd, dat zij zich gouden goden gemaakt hebben. Nu dan, indien Gij hun zonde vergeven zult! Doch zo niet, zo delg mij nu uit Uw boek, hetwelk Gij geschreven hebt”. Mozes deed voorbede, en de Heere hoorde… Wat overigens niet betekende dat het volk niet gestraft werd. Dat gebeurde wel, dat staat in dezelfde geschiedenis beschreven. Maar de Heere hoorde Mozes en verteerde niet het hele volk. En dat lezen we keer op keer in de Wet van Mozes. Gebed vermag veel...


Gebed is geen snoepautomaat...

Dat alles betekent niet dat gebed een soort snoepautomaat is. Zo van: ik stop er iets in, druk op de afbeelding van hetgeen ik wil hebben, en het komt er uit vallen. Soms bidden mensen om een auto, als men vindt dat men aan een nieuwe auto toe is, en dan ook nog voor de kleur van de auto. Maar zo werkt het dus niet. De Heere God waarschuwt bijvoorbeeld in Jak. 4 : 3: “Gij bidt, en gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt, opdat gij het in uw wellusten doorbrengen zoudt”.


Schuldbelijdenis

Een belangrijk onderdeel van gebed is het belijden van uw zonden. En dat is belangrijk omdat u als gelovige ook zondigt. U doet foute dingen ten opzichte van de Heere God en uw medemens. Door die zonden bedroeft u de Heillige Geest (Ef. 4 : 30), en daardoor komt er iets tussen u en de Heere in te staan. Dit behoort u te belijden om de relatie tussen uzelf en de Heere goed te houden. Zo zegt 1 Joh. 1 : 6 en 7 het volgende: “Indien wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis wandelen, zo liegen wij, en doen de waarheid niet. Maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, zo hebben wij gemeenschap met elkander, en het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde”. Dus wanneer u zondigt dient u zich inderdaad te bekeren en Gods vergeving te zoeken door te belijden. 1 Joh. 1 : 9 zegt nog: “Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve en ons reinige van alle ongerechtigheid”. En de Heere doet dan ook alle ongerechtigheid weg. Dat vers heeft de Heere in de tegenwoordige tijd in Zijn woord laten zetten. Ondanks dat uw zonden als kind van God vergeven zijn en u behouden bent, hebt u nog steeds reiniging nodig. Zoals een kind tegen een aardse vader sorry hoort te zeggen, als het niet geluisterd heeft, zo hoort u ook naar uw hemelse Vader toe te gaan om sorry te zeggen, oftewel, uw zonden te belijden. Dat houdt de relatie met uw hemelse Vader open. Dat houdt de relatie met uw hemelse Vader in orde.


Danken

Daarnaast mag u de Heere danken voor alles wat Hij geeft. In 1 Thess. 5 : 17 en 18 lezen we: “Bidt zonder ophouden. Dankt God in alles; want dit is de wil Gods in Christus Jezus over u” (zie ook Ef. 5 : 20). U mag de Heere danken voor het feit dat u een kind van God mag zijn, voor alles wat Hij voor u gedaan heeft, voor het feit dat u kunt Bijbellezen en bidden, en voor het feit dat u naar de samenkomst kunt komen. Maar zo mag u de Heere ook danken voor het eten dat u iedere dag weer krijgt, voor elkaar, voor uw echtgenoot, uw kinderen, maar ook als kinderen van God voor elkaar, voor uw gezondheid, voor het huis waar u in woont, voor uw werk, enzovoort. Maar dat zijn allemaal positieve dingen, in de veronderstelling dat u dankt als het goed gaat. Dat is wat mensen doorsnee graag willen horen. Maar in het Bijbelvers staat wel: “Dankt God in alles”. Dus dat is in positieve dingen, maar óók in dingen die wij als negatief ervaren. Het is eigenlijk een zelfde situatie waarin Paulus zei, dat de Heere hem had gezegd: “Mijn genade is u genoeg”. In 2 Kor. 12 : 9 en 10 lezen we: “En Hij heeft tot mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Zo zal ik dan veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij wone. Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, in smaadheden, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus’ wil; want als ik zwak ben, dan ben ik machtig”. Alle situaties werken mee ten goede (Rom. 8 : 28), wanneer u dat gelooft (want Gods woord zegt het), dan behoort u dus te danken voor alle situaties waar u in terecht komt. En dat kan in verschillende situaties soms best moeilijk zijn, maar wanneer u dat wel in de praktijk probeert te brengen, dan laat u daarmee wel de Heere zien dat u Hem vertrouwt, en dat Hij alle dingen voor u goed uitwerkt, ook al ziet u dat niet altijd direct.


Loven en prijzen

Hetgeen we bij het danken zagen, in voor- en tegenspoed, zien we ook bij het loven en prijzen van de Heere. In Ps. 34 : 2 lezen we bijvoorbeeld: “Ik zal den HEERE loven te allen tijde; Zijn lof zal geduriglijk in mijn mond zijn”. En ook hier zien we weer “te allen tijde”. In Psalm 118 lezen we over verlossing uit benauwdheid (Ps. 118 : 5). En dan lezen we in Ps. 118 : 1: “LOOFT den HEERE, want Hij is goed; want Zijn goedertierenheid is in der eeuwigheid”. U mag Hem loven om wat Hij in het verleden allemaal gedaan heeft (Ps. 106). U mag Hem loven om Zijn grootheid, die zichtbaar wordt in de schepping. Ps. 104 : 1 zegt: “LOOF den HEERE, mijn ziel; o HEERE mijn God, Gij zijt zeer groot, Gij zijt bekleed met majesteit en heerlijkheid”. Zo mag u Hem loven voor het verlossingswerk wat Hij voor u gedaan heeft, voor de overvloedige hoop die Hij u gegeven heeft voor de toekomst. Maar… we lazen in Ps. 34 : 2: “Ik zal de HEERE loven te allen tijde…”. Dus niet alleen als dank na de verlossing, maar ook in de benauwdheid, eigenlijk in alle situaties. Puur en alleen omdat onze Heere die lof waardig is, voor alles wat Hij voor u gedaan heeft.

U moet weten dat onze Heere alles in Zijn handen heeft. Alles wat er gebeurt, in uw persoonlijk leven en in de wereld, is door Hem gestuurd of is in elk geval toegelaten. Het zal een reden hebben, net als de doorn in het vlees van Paulus (2 Kor. 12 : 7 – 10). En ondanks dat het in moeilijke situaties niet gemakkelijk is, vraagt de Heere om Hem ook dan gehoorzaam te zijn en Hem te prijzen. Hoe makkelijk is het om Gods woord te gehoorzamen en Hem te prijzen als alles in uw leven en in de wereld goed gaat… Maar juist onder moeilijke omstandigheden komt het erop aan. Wilt u Hem ook dan op Zijn woord gehoorzamen? Wilt u Hem ook dan prijzen, omdat Hij weet wat Hij doet?


Smeek- en voorbede

En als vierde onderdeel komen we dan de smeekbede tegen. In Filip. 4 : 6 lezen we: “Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging, bekend worden bij God”. Dit is dus het gebed, of onderdeel van het gebed, waarmee u al uw verlangens, maar ook uw noden bij de Heere mag brengen. Denk aan uw gezondheid. Denk aan de dingen waar u mee strijdt. Of andere soort noden. Om even terug te komen op het voorbeeld van de auto, in het begin van deze studie: Een Evangelist, die voor het verspreiden van Gods Boodschap veel reist, en de auto is kapot gegaan, die kan de Heere voor een nieuwe auto bidden. Ook dat is een nood die u bij de Heere kunt neerleggen. En u begrijpt dat deze nood van een hele andere orde is, dan dat iemand een rode auto claimt, en die de auto eigenlijk alleen maar voor uitjes en vakantie gebruikt. Ik neem welbewust even twee uitersten om het verschil duidelijk te maken. 

Een mooi voorbeeld wordt gegeven door het leven van George Müller. Tussen 1830 en 1870 richtte hij in Bristol, Engeland, vijf grote weeshuizen voor kinderen op. Hij leefde en deed het werk van giften, maar vroeg daar nooit om. Het enige wat hij deed was zijn nood in gebed bij de Heere bekend maken. En de Heere zorgde. Hij mocht voor duizenden kinderen zorgen. En dat leverde geen rijkdom. Men leefde geregeld van weinig of in armoede. En toch was er altijd eten voor de kinderen. Duizenden kinderen werden gevoed en vonden de Heere. Dat is een mooi voorbeeld hoe de Heere werkt, op het moment dat u het niet in uw eigen lusten doorvoert. 

En verder: Bidt u op grond van Gods beloften? Op grond van Zijn woord? En heel belangrijk bij al uw smeekbeden is wat de Heere Jezus Zelf in Matth. 26 : 42 zei: “...Uw wil geschiede”, of zoals Hij het verwoordde in Matth. 26 : 39: “...doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt”. 

En bij dit alles is het van belang aan anderen te denken. En dan wordt de smeekbede eigenlijk een voorbede. We kwamen het al tegen in 1 Tim. 2 : 1: “IK vermaan dan vóór alle dingen, dat gedaan worden smekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle mensen”. U wordt opgeroepen om voor uw medemens te bidden. Met het doel dat mensen de Heere Jezus mogen gaan leren kennen (1 Tim. 2 : 4). En uiteindelijk vraagt de Heere u zelfs voor uw vijanden te bidden (Luk. 6 : 27, 28).


Tot slot

De Heere vraagt dus dat u de Vader aanbidt in de Naam van de Zoon. En u kunt Hem bidden door het belijden van uw zonden (waarmee u uw relatie met de Heere goed houdt), door Hem te danken en te loven (waarmee u Hem eert), en door smeekbeden en voorbeden (waarmee u om Zijn leiding vraagt).

Amen.