Verschillende opstandingen 




Gelovigen van de tijd waarin wij nu leven, de Gemeente-bedeling, mensen die dus tot de wedergeboorte gekomen zijn, zullen niet voor de Grote Witte Troon van Gods laatste oordeel verschijnen (Openb. 20 : 11, 12). Daar zullen de doden verschijnen, de mensen die zonder geloof in de Heere Jezus gestorven zijn. Het laatste oordeel is een oordeel op grond van werken, de mensen zullen dan verdwijnen in de poel des vuurs.

  

De gelovige verschijnt voor de Rechtestoel van Christus (2 Kor. 5 : 9, 10), en zal daar niet zelf door het vuur gaan, maar zijn werken. Daar kan de gelovige loon en kroon ontvangen. Maar al zou hij dat loon niet hebben, zelf is hij behouden (1 Kor. 3 : 15). Jezus Christus heeft het oordeel over de zonde voor hem weggedragen aan het kruis op Golgotha! Zo zijn er nog andere oordelen, niet alles is over één kam te scheren, we moeten Gods Woord verdelen (2 Tim. 2 : 15)!

  

Nu, voor ons is de keuze duidelijk, wij kiezen voor Jezus en komen voor de Rechterstoel van Christus en zijn behouden, of we kiezen tegen Jezus en we komen voor de Grote Witte Troon en zijn verloren. Maar is daarmee alles over de oordelen gezegd? Nee! We kunnen in verband hiermee namelijk ook kijken naar de Opstanding! Belangrijke Schriftgedeelten die daarover gaan, zijn: 1 Korinthe 15 en Openbaring 20 : 4 – 15.

 

    

Meerdere opstandingen

 

Het is allereerst goed te beseffen dat er meerdere opstandingen zijn. 1) De opstanding van Christus. 2) Een geestelijke opstanding wanneer we tot geloof, tot wedergeboorte komen (Ef. 2 : 4 – 6). 3) Het volk Israël zal haar Messias aannemen en zal een nationale opstanding meemaken (Rom. 11 : 25 – 28, Ezech. 37 : 1 – 20). Daarnaast zijn er nog vier opstandingen, waaronder de opstanding, welke de Bijbel ‘de eerste opstanding’ noemt, maar die bestaat uit drie delen: de opstanding ten leven. Tevens is er de opstanding die de Bijbel door de eerste te benoemen, aangeeft als een tweede opstanding, maar het niet zo letterlijk bij name noemt. Deze opstanding is dan ook de opstanding waar de tweede dood macht over heeft, waardoor de doden voor God zullen verschijnen en in die poel des vuurs zullen belanden. Er zijn dus verschillende opstandingen, ook deze moeten we niet over één kam scheren. Juist bij die laatste vier letterlijke, fysieke opstandingen zullen we in deze studie stilstaan.

 

   

Verschil tussen de eerste en de tweede opstanding

 

Wanneer we Openbaring 20 : 4 goed lezen, weten we dat de eerste Opstanding aan het begin van het Duizendjarig Vrederijk afgesloten wordt. Vers 5 zegt dat de overige doden  niet meer levend worden tot de duizend jaren voorbij zijn. Vervolgens lezen we dat die doden in Openb. 20 : 11 voor de Grote Witte Troon staan. Met andere woorden: de eerste opstanding is duizend jaar verwijderd van de tweede opstanding! Er is dus een scheiding, een verdeling! Ook hierin zien we weer dat er niet sprake is van één algemene opstanding! Dit is heel belangrijk om te weten, daardoor krijgen we ook weer licht op andere Bijbelgedeelten. Laten we eens kijken naar 2 Timótheüs 4 : 1. “Ik betuig voor God en de Heere Jezus Christus, Die de levenden en de doden oordelen zal in Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk.”  Wellicht, juist omdat dit alles in één tekst genoemd wordt, zouden we kunnen denken dat dit op één tijdstip gebeurt, maar dat is on-Bijbels. Met Openbaring 20 in het achterhoofd kunnen we deze tekst begrijpen, wanneer we tevens beseffen dat het gaat om een brief, Timótheüs, die gericht is aan mensen die leven in deze Gemeente-bedeling: “Ik betuig voor God en de Heere Jezus Christus, Die de levenden [1e opstanding] en de doden [2e opstanding] oordelen zal in Zijn verschijning [de levenden bij de eerste opstanding] en in Zijn Koninkrijk [de doden bij de 2e opstanding].” Ziet u hoe de Bijbel Zichzelf verklaart, door Schrift met Schrift te vergelijken? Een andere passage, waarin u ziet dat er ook in de Bijbelse tijd mensen waren, die maar één opstanding kenden, is Johannes 11 vanaf vers 23 tot 27. Martha haalt in vers 24 de ‘opstanding ten laatsten dage’ aan (in de kerken ook wel bekend als de jongste dag). Maar ziet u hoe Jezus antwoord met vers 25 en 26? Die in Jezus gelooft, zal leven al is hij gestorven, en een ieder die leeft, en in Hem gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid! Hoe kan dat? Doordat het Nieuwe Testament laat zien, dat wanneer u, voordat Jezus weerkomt, sterft, terwijl u in Hem gelooft, dat uw graf zal opengaan, en u zult hem tegemoet gaan in de lucht! De dood is overwonnen (1 Kor. 15 : 55). Wanneer u leeft wanneer Christus komt, zult u in een punt van de tijd, in een ogenblik veranderd worden en Hem tegemoet gaan in de lucht. U zult dan voor eeuwig met Hem zijn (1 Kor. 15 : 50 – 56). De Heere Jezus laat in Johannes in feite al aan Martha zien dat er niet slechts één algemene opstanding is. Er is een opstanding uit de doden ten leven, en een opstanding van de doden, waarvan voor ons mensen, die in deze Gemeente-bedeling leven,  geldt, dat als we bij die tweede opstanding zijn, dat dat onze eeuwige dood zal zijn. Wanneer wij Christus hebben aangenomen als onze Verlosser dan behoren wij tot de eerste opstanding en heeft de tweede dood geen macht over ons!

 

   

De eerste opstanding bestaat uit drie delen

 

Hoe komen we er nu bij dat de eerste opstanding bestaat uit drie delen? Nu, meestal denken we bij de eerste opstanding aan de opname van de Gemeente. De Gemeente zal, voordat Gods oordelen over de aarde komen opgenomen worden (1 Thess. 1 : 10). Dit vinden we onder andere in 1 Thessalonicensen 4 : 13 – 18. De in Christus gestorvenen zullen als eerste opstaan, daarna zullen wij, die levend overgebleven zijn, te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, de Heere tegemoet, en wij zullen altijd met Hem zijn! Dat zegt Gods Woord! Wij weten dan ook dat de getrouwen beloond zullen worden voor de Rechterstoel van Christus en met Hem in het Duizendjarig Vrederijk zullen meeregeren (Openb. 5 : 10, 20 : 6). Dat is inderdaad de opstanding waar wij als gelovigen op wachten, maar de Bijbel laat zien dat datgene, wat ‘de eerste opstanding’ heet, niet alleen uit de opname bestaat. In Openbaring 20 : 4 lazen we: “En ik zag tronen, en zij zaten daarop; en het oordeel werd hun gegeven; en ik zag de zielen dergenen, die onthoofd waren om het getuigenis van Jezus, en om het Woord Gods, en die het beest, en zijn beeld niet aangebeden hadden, en die het merkteken niet ontvangen hadden aan hun voorhoofd en aan hun hand; en zij leefden en heersten als koningen met Christus, de duizend jaren.” De Gemeente is dus voor de Grote Verdrukking opgenomen, en is reeds verschenen voor de Rechterstoel van Christus en is beoordeeld op grond van haar werken. Allen zijn behouden. Dan vinden we hier na de Grote Verdrukking een groep mensen, die uit die Verdrukking zijn gekomen, en zij leven en heersen tevens met Christus gedurende die duizend jaren! De gelovigen uit de Grote Verdrukking zijn dus ook tot leven gekomen, zij zijn ook opgestaan! Daarom zegt de Heilige Geest in Gods Woord hier pas: “Deze is de eerste opstanding” (Openb. 20 : 5). De eerste opstanding bestaat namelijk uit drie delen.

  

De opstanding ten leven, de eerste opstanding, wordt in de Bijbel ook wel vergeleken met de oogst! Wanneer we de Oudtestamentische feesten gaan bekijken, dan zien we dat deze zich dan ook concentreren rond de oogst! Wanneer u dit wilt nalezen kunt u kijken in Ex. 23 : 14 – 19, Lev. 23, Deut. 16 : 1 – 17. Het komt erop neer dat de oogst eigenlijk in drie fasen wordt binnengehaald. Wat lezen we bijvoorbeeld in Deut. 16 : 16a? “Driemaal in het jaar zal alles, wat mannelijk onder u is, voor het aangezicht van de Heere, uw God, verschijnen, in de plaats, die Hij verkiezen zal: op het feest der ongezuurde broden, en op het feest der weken, en op het feest der loofhutten.” Het feest der ongezuurde broden werd afgesloten met het brengen van de eerstelingen van de oogst voor de Heere (Lev. 23 : 10, 11). Zo hebben we het feest der weken, dat bij ons bekend is als het Pinksterfeest (Lev. 23 : 15), dit was het feest naar aanleiding van de oogst, en dan was er het loofhuttenfeest naar aanleiding van de late oogst, de inzameling van de dorsvloer en de wijnpers (Lev. 23 : 34, Deut. 16 : 13).

  

Deze zelfde driedeling vinden we bij de eerste opstanding, in 1 Kor. 15 : 23 – 24a staat: “Maar een ieder in zijn orde: de eersteling Christus, daarna die van Christus zijn, in Zijn toekomst. Daarna zal het einde zijn…” De King James 1611 heeft in vers 23 staan: ‘Christ the firstfruits’! Dat is meervoud. Weet u waar dat betrekking op heeft? Toen Christus uit de doden opstond, werden er ook andere graven geopend. We vinden dit onder andere in Matth. 27 : 52 – 53. “En de graven werden geopend, en vele lichamen der heiligen, die ontslapen waren, werden opgewekt; en uit de graven uitgegaan zijnde, na Zijn opstanding, kwamen zij in de heilige stad, en zijn velen verschenen.” Ef. 4 : 8 - 10 spreekt over de Hemelvaart van Christus, en dat Hij de gevangenis gevangen genomen heeft, waaruit blijkt dat Hij degenen, die in Abrahams schoot verkeerden, heeft meegenomen naar de hemel. Oftewel bij Christus’ opstanding zijn de Oudtestamentische heiligen opgestaan en met Hem naar de Vader gegaan! Dat is de Eerstelingen, het eerste deel van de eerste opstanding. Daarna vindt de opname van de Gemeente, de gelovigen van deze bedeling, plaats. Dat is de oogst. En dan blijkt dus dat na de Grote Verdrukking ook de heiligen uit die bedeling, de mensen die tijdens die Grote Verdrukking tot geloof zijn gekomen en vanwege hun geloof vermoord zijn, dat ook zij zijn opgestaan in de eerste opstanding! Dat hebben we gelezen in Openb. 20 : 4. Dat is de late oogst, of naoogst.

 

   

Matthéüs 24

 

Zijn er andere Bijbelgedeelten die dit ook laten zien? Laten we Matthéüs 24 eens bekijken. Jezus geeft in Matthéüs niet zo zeer de tekenen van de Opname van de Gemeente, maar eerder de tekenen van Zijn tweede komst, Zijn letterlijke komst op aarde om gedurende duizend jaar, en daarna voor eeuwig, op de troon van David in Jeruzalem te regeren over deze aarde (Luk. 1 : 30 – 33). Wij weten echter dat wanneer de tweede komst steeds dichterbij komt, de Opname van de Gemeente helemaal dichterbij komt! Enkele van die tekenen van het einde der tijden zijn een toename van oorlogen en geruchten van oorlogen, valse profeten en christussen die in Jezus’ Naam komen en mensen verleiden, hongersnoden en ziekten en zo zijn er nog meer zaken op te noemen (Matth. 24 : 4 – 14). Dan zien we in vers 15 de Grote Verdrukking komen en vervolgens wordt vanaf vers 29 Christus’ tweede komst beschreven. Het is goed om erop te wijzen dat hier dus de tekenen van de tweede komst beschreven worden. Dat komt omdat we hier te maken hebben met het Matthéüs Evangelie, waarin de Heere Jezus met name als Koning der Joden wordt afgeschilderd. De context laat dan ook zien dat het om Joodse mensen gaat! In vers 15 is er sprake van de Grote Vedrukking. In vers 16 zien we vervolgens staan: “Dat alsdan, die in Judéa zijn, vluchten op de bergen.” De Grote Verdrukking wordt niet voor niets in het Oude Testament de tijd van Jakobs benauwdheid genoemd (Jer. 30 : 7). Het gaat hier nu om Israël. En weet u hoe dat komt? Omdat de Gemeente dan reeds is opgenomen! Vóór de Grote Verdrukking is de Gemeente weg.

  

De Gemeente leeft nu door geloof uit genade. Uit de brieven van Paulus weten we, dat we niet uit de werken gered kunnen worden! Wie in de Gemeente-bedeling op werken vertrouwt is zelfs vervloekt volgens Gal. 3 : 10. In Matth. 24 : 13 zien we echter: “Maar wie volharden zal tot het einde, die zal zalig worden.” Ziet u dat volharden hier in verband wordt gebracht met behoud? Er is weer een element van werken aanwezig. Dit kan dus nooit voor ons, voor de Gemeente zijn. De Gemeente is weg, en de werken staan weer centraal! In Matth. 25 blijkt het te gaan om de vestiging van het Koninkrijk op aarde onder Koning Jezus (het Koninkrijk der hemelen). De onnutte dienstknecht heeft niet goed gewerkt en komt in de buitenste duisternis, in de hel, terecht (Matth. 25 : 30). Dat, het werken tot behoud, geldt dus voor de Jood in de Grote Verdrukking! In Lukas gaat het echter om het Koninkrijk Gods, het geestelijke Koninkrijk door de Heilige Geest (oftewel de Gemeente-bedeling, Rom. 14 : 17). Hier zien we dat de onnutte dientknecht alles kwijtraakt (zijn werken gaan door het vuur, Luk. 19 : 26), maar zelf komt hij niet in de buitenste duisternis. Zelf is hij behouden. Wel zien we in dit gedeelte dat met de vijanden afgerekend wordt (Luk. 19 : 27)! Men moet in Matth. 24 dus volharden ‘tot het einde’. Wat is dat ‘het einde’? Vers 14 geeft er licht op: “En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen.” Dit slaat dus op het einde der tijden, op de bedeling van de Grote Verdrukking die in vers 15 genoemd wordt! Deze passage is dan ook Joods, en niet direct van toepassing op de Gemeente, wat door sommigen wel gebeurt!

  

We lezen dan ook in Matth. 24 : 31 dat bij de tweede komst van Christus het volgende gebeurt: “En Hij zal zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid, en zij zullen Zijn uitverkorenen bijeenvergaderen uit de vier winden, van het ene uiterste der hemelen tot het andere uiterste daarvan.” Dit heeft dus geen betrekking op de Opname van de Gemeente, maar dit heeft betrekking op dat derde deel van de eerste opstanding, aan het eind van de Grote Verdrukking. We zien hier dat het niet alleen om een opstanding gaat, maar om een Opname, net als bij de Gemeente vóór de Grote Verdrukking! En dan vinden we in Matth. 24 : 40 en 41 de waarchuwing om waakzaam te zijn, hier een waarschuwing voor Joden in de Grote Verdrukking!

 

   

Openbaring 11

 

Dan gaan we Openbaring 11 bekijken. In Openb. 11 komen we de geschiedenis van de twee getuigen tegen. Daar gaan we nu niet verder op in, maar dat moeten Mozes en Elia zijn. Zij getuigen van God, maar worden uiteindelijk door het Beest, de Antichrist gedood. En dan volgt vers 11 en 12: “En na drie en een halve dag, is een geest des levens uit God in hen gegaan; en zij stonden op hun voeten; en er is grote vrees gevallen op degenen, die hen aanschouwden. En zij hoorden een grote stem uit de hemel, die tot hen zeide: Komt herwaarts op. En zij voeren op naar de hemel in de wolk; en hun vijanden aanschouwden hen.” We zien hier dus dat de twee getuigen opgenomen worden. De stem die hen toespreekt, is dezelfde die Johannes hoort in Openb 4 : 1: “Na dezen zag ik, en ziet, een deur was geopend in de hemel; en de eerste stem, die ik gehoord had, als van een bazuin, met mij sprekende, zeide: Kom hier op, en Ik zal u tonen, hetgeen na dezen geschieden moet.” Johannes vormt hier een beeld van de Opname van de Gemeente. In Openb. 2 en 3 komt de gemeente voor, in Openb. 4 : 1 zien we dat Johannes, de lievelingsdiscipel van de Heere Jezus wordt opgenomen als beeld van de Gemeente, want tot en met Openb. 19 zien we de Gemeente in Openbaring niet meer terug. Dat klopt, want de Gemeente wordt voor de Grote Verdrukking, die in Openb. 5 begint opgenomen! Ook wij als Gemeente zullen die stem horen, die stem als een bazuin, die stem die ons thuisroept: “Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods neerdalen van de hemel,” zegt 1 Thess. 4 : 16, het bekende gedeelte van de opname. Wij, of we nu leven of ingeslapen zijn, zullen die stem horen: “Kom hier op!” Wat we in Openb. 11 : 12 zien gebeuren, is dus zeer waarschijnlijk het teken voor de opname van de heiligen, de gelovigen, van de Grote Verdrukking, overeenkomstig Matth. 24 : 31. Hier gaat dus het derde deel van de eerste opstanding in vervulling. Vervolgens zien we in Openb. 11 : 13 dat er nog weer rampen gebeuren, er komen nog weer mensen om; en het overblijfsel is dan eindelijk overtuigd van de waarheid en zegt dan vers 13b: “en de overigen zijn zeer bevreesd geworden, en hebben de God des hemels heerlijkheid gegeven.” Maar dan is het te laat, want de eerste opstanding is geweest! En die aan die eerste opstanding deel heeft, over die heeft de tweede dood geen macht (Openb. 20 : 5).

  

Maar dan begrijpt u ook dat de gelijkenis van de wijze en dwaze maagden (Matth. 25 : 1 – 13) hier betrekking op heeft. Dit kan niet de Gemeente van Jezus Christus zijn. Door zelf te zorgen voor genoeg olie (werken) kunnen de wijze maagden de bruiloftszaal in, niet als bruid (de Gemeente), maar als  maagden! De dwaze maagden weten heel goed wie de Heer is (Matth. 25 : 11), alleen zij komen niet binnen, hun werken zijn niet vol bevonden, zij zijn te laat! Dit gedeelte komt dan ook niet voor niets na het gedeelte over de tekenen der tijden en de wederkomst in Matth. 24. Net als bij de talenten, staan ook hier de werken weer centraal.

  

Dat Openb. 11 betrekking heeft op het eind van de Grote Verdrukking, en het begin van het Duizendjarig Vrederijk, blijkt uit vers 15: “En de zevende engel heeft gebazuind, en er geschiedden grote stemmen in de hemel zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden van onze Heere en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in eeuwigheid.” Hier zien we het begin van het Duizendjarig Vrederijk, dat Jezus Christus letterlijk Koning is op aarde, zoals we dat ook in Openb. 20 : 3 – 6 hebben gezien, wat na het Duizendjarig Vrederijk, nadat de satan nog één keer is losgelaten, een eeuwig Koninkrijk zal zijn! Maar dan komt Openb. 11 : 18, waar staat: “En de volken waren toornig geworden [dit is dus na het Duizendjarig Vrederijk in de korte tijd dat de satan is losgelaten (Openb. 20 : 3b, 7 – 9)], en Uw toorn is gekomen [er wordt afgerekend met de satan en de opstandige volken (Openb. 20 : 10)], en de tijd der doden, om geoordeeld te worden [Dit moet de Grote Witte Troon zijn, (Openb. 20 : 11 – 12)], en om het loon te geven aan Uw dienstknechten, de profeten, en de heiligen, en hun die Uw Naam vrezen, de kleinen en de groten; en om te verderven degenen, die de aarde verdierven.” Maar dan zien we hier iets nieuws: “Ik dacht dat bij de Grote Witte Troon alleen doden opkwamen die in de poel des vuurs geworpen werden?” Bij de Grote Witte Troon blijkt dus ook loon uitgedeeld te worden? Aan wie? Juist aan mensen die uit de Grote Verdrukking komen, en die hebben volhard tot het einde! Mensen, die niet hebben gebogen voor het beest, die niet het merkteken hebben aangenomen. Dat zijn de mensen die wel deel hebben aan de eerste opstanding, maar niet tot het Lichaam van Christus behoren, die niet tot wedergeboorte zijn gekomen tijdens de Gemeente-bedeling, maar die door hun geloof, maar ook door hun werken tijdens de Grote Verdrukking, en later het Duizendjarig Vrederijk, behouden zijn! Voor alle mensen geldt Hebr. 9 : 27: “En gelijk het de mensen gezet is, eenmaal te sterven, en daarna het oordeel.” De Gemeente van Jezus Christus is dan reeds bij de Rechterstoel van Christus verschenen, na de Opname van de Gemeente. Daarom verschijnen deze mensen alsnog voor de Grote Witte Troon, alleen zij zijn behouden! Vandaar dat we in Openb. 20 : 12 en 15 ook het boek des levens geopend zien worden. Niet als bewijs dat alle doden er niet in staan, en dus in de poel des vuurs geworpen dienen te worden, maar omdat er wel degelijk mensen behouden zijn naast het Lichaam van Christus, mensen die in andere bedelingen (Grote Verdrukking/Duizendjarig Vrederijk) Gods geboden doen, gehoorzaam zijn aan de wet! Zij worden geoordeeld naar hun werken!

 

   

De boom des levens

 

Maar, wanneer zij geen deel zijn aan het Lichaam van Christus, Dat ontstaan is door invoeging door de Heilige Geest in de Gemeente-bedeling (1 Kor. 12 : 13), hoe zit dat dan met hun behoud? De leden van het Lichaam van Christus, ontvangen dat verheerlijkte lichaam, zij zijn veranderd in een ondeelbaar ongeblik! Hoe zit het dan met die mensen die geen deel hebben aan dat Lichaam, die in andere bedelingen, met name dus door geloof, genade èn werken, tot behoud zijn gekomen? In Openb. 22 : 2 vinden we op de nieuwe aarde de boom des levens. De boom waar de mens in het paradijs van afgescheiden was, is op de nieuwe aarde weer terug. De behoudenen uit de Grote Verdrukking en het Duizendjarig Vrederijk zullen deel hebben aan DE BOOM DES LEVENS (Openb. 22 : 14), zij zullen eeuwig leven in het Koninkrijk van God!

  

Zo zien we dat Gods Woord heel nauwkeurig alle details geeft. Wij moeten proberen letterlijk te lezen wat er staat en het letterlijk proberen aan te nemen. Zonder dat we dan de Bijbeltekst gaan veranderen, helpt de Heilige Geest Zijn kinderen dan om de ‘puzzel’ te begrijpen! Wanneer we rekening houden met die verschillende bedelingen, zullen we ook niet in de knoei komen met de verschillende oordelen en de verschillende opstandingen!

  

Dat de Heere ons helpe om Zijn Woord te bewaren!


Voor ons in deze tijd is het belangrijk dat we ons leven overgeven aan de Heere Jezus Christus. Wanneer de mens in deze tijd op zijn eigen werken vetrouwt, en Jezus Christus niet aanneemt, dan zal hij inderdaad voor die Grote Witte Troon verschijnen, al waar zijn werken de gradatie van de straf in de poel des vuurs bepalen! Het zijn echter niet de werken, maar de mens zelf die de straf ondergaat.Wanneer wij het volbrachte werk van Jezus Christus voor ons leven aannemen, dan hebben we deel aan de eerste opstanding, en wel aan de Opname der Gemeente. We zullen niet verschijnen voor de Grote Witte Troon, maar voor de Rechterstoel van Christus. Daar zullen niet wijzelf geoordeeld worden, maar onze werken zullen door het vuur gaan. Wijzelf zijn eeuwig behouden, dat is zeker en vast (1 Kor. 3 : 15). En indien wij de goede strijd gestreden hebben, krijgen we nog loon ook!