De duivel

krachten en machten van de nacht

 

 

 

Inleiding

 

De Heere Jezus noemt de periode waarin wij nu leven, de Gemeente-bedeling, de nacht. Wij leven momenteel in de nacht, met alle consequenties vandien. De Heere handelt nu niet meer via wonderen, tekenen en krachten door de hand van apostelen, zoals Hij dat bij Israël en in de beginperiode van de Gemeente deed, en zoals Hij dat in de toekomst weer zal doen. Nee, Hij heeft gesproken door de Zoon, wij hebben nu Zijn Woord, en van daaruit moeten wij leven! Wij leven niet in aanschouwen, maar door geloof (2 Kor. 5 : 7, zie ook 2 Kor. 4 : 18, 1 Kor. 13 : 12 en Hebr. 11 : 1). Wij leven in de nacht van deze wereld, en u kunt in 1 Thess. 5 lezen dat “de dag des Heeren alzo zal komen gelijk een dief in de nacht” (1 Thess. 5 : 2). Maar de Bijbel laat vervolgens heel duidelijk zien dat wederom geboren gelovigen geen kinderen van de nacht, maar kinderen van de dag zijn, wij zijn “kinderen van het licht” (1 Thess. 5 : 5). De Heere komt voor ons dan ook niet als een dief in de nacht. Wij verwachten Hem, en leven vanuit die verwachting! De Gemeente van Jezus Christus mag, in de duisternis van deze wereldse nacht, als maan Gods licht weerkaatsen!

 

Voorlopig leven gelovigen dus als kinderen van de dag, kinderen van het licht, te midden van de nacht. Daarom staat er 1 Thess. 5 : 8 ook geschreven, dat wij nuchter moeten zijn! En de Heere geeft ons daar de mogelijkheden voor, vers 8: “Maar wij die van de dag zijn, laat ons nuchter zijn, aangedaan hebbende het borstwapen des geloofs en der liefde, en tot een helm, de hoop der zaligheid”. Borstwapen…, en helm…, waar doet u dat aan denken? Juist, aan een wapenrusting! Er is een gedeelte in de Bijbel, Éfeze 6 : 10 – 20, wat heel specifiek over die wapenrusting spreekt.

 

 

De listige omleidingen van de duivel

 

De Heere heeft ons de wapenrusting gegeven om te midden van de nacht staande te blijven. Alleen door Hem kunnen we staande blijven (2 Kor. 3 : 5). Waarom is dat “staande te blijven” zo belangrijk? Omdat wij te maken krijgen met “de listige omleidingen van de duivel” (Ef. 6 : 11). In Luk. 4 : 9 – 10 lezen we over de verzoeking van Jezus in de woestijn. In dat gedeelte zien we dat de duivel de Bijbel citeert, om te proberen de Heere Jezus te verleiden. Net als in Gen. 3 : 1, 2 (vergelijk met Gen. 2 : 16, 17), waar de duivel Eva probeert te verleiden door Gods woorden aan te halen. Alleen: hij verdraait Gods woorden enigszins, en trekt ze in twijfel. 1 Tim. 4 : 1 laat zien dat juist in de eindtijd vele leringen der duivelen gebracht zullen worden. En 2 Kor. 11 : 13 – 15 laat zien dat dit soort leringen gebracht worden door apostelen (valse!) die Christus proberen na te doen (2 Kor. 11 : 13 – 15). Ziet u hoe subtiel de vijand te werk gaat? Efeze 6 : 12 geeft aan hoe dat komt. Onze strijd is namelijk niet tegen mensen, maar er is een geestelijke wereld, die mensen bij de waarheid van Gods Woord, bij een levend geloof in Jezus Christus, probeert weg te houden: “Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van deze wereld, van de duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht”. De Bijbel spreekt dus over machten, over geweldhebbers van deze wereld, over geestelijke boosheden in de lucht. Het gevaar voor de wedergeboren gelovige zit dus niet in de fysieke mens, maar in de geestelijke boosheden, die zich in de lucht bevinden.

 

Daarom is het heel goed om ons eerst eens in de geestelijke wereld te verdiepen. Welke machten en krachten bestaan er? Sommigen zeggen dan: Daar moet je geen aandacht aan geven, want dan geef je de duivel er eer van. Maar dat is niet waar. De informatie die u in deze studie krijgt, komt uit het Woord van God Zelf. God heeft ons deze informatie gegeven, om ons te waarschuwen tegen de dingen die we om ons heen zien gebeuren, zeker in deze eindtijd. Dat God ons op deze manier wil waarschuwen blijkt bijvoorbeeld uit 2 Kor. 2 : 10 – 11: “Die gij nu iets vergeeft, die vergeef ik ook; want zo ik ook iets vergeven heb, die ik vergeven heb, heb ik het vergeven om uwentwil, voor het aangezicht van Christus, opdat de satan over ons geen voordeel krijge; want zijn gedachten zijn ons niet onbekend”.

 

 

De wereld van het licht en de wereld van de duisternis

 

In de eerste plaats is er een grote tweedeling te maken. De geestelijke wereld is te splitsen in de wereld van het licht, of de wereld van God, en daarnaast de wereld van de duisternis, of de wereld van de duivel. In 1 Kor. 2 : 12 vinden we deze grote tweedeling: “Doch wij hebben niet ontvangen de geest der wereld, maar de Geest, Die uit God is, opdat wij zouden weten de dingen, die ons van God geschonken zijn”. Hier zien we heel duidelijk “de Geest, Die uit God is” aan de ene kant, en “de geest der wereld” aan de andere kant. We zagen al dat de overheden, de machten, de geweldhebbers van deze wereld, behoren tot de duisternis, de nacht, van deze tijd. Zij staan op één lijn met de geestelijke boosheden in de lucht (Ef. 6 : 12). Met andere woorden “de geest der wereld”, is ‘de geest van de duisternis’. Het gaat daar om de geest van de duivel. Zoals in Ef. 2 : 1 en 2 dan ook geschreven staat: “En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden; in welke gij eertijds gewandeld hebt naar de eeuw dezer wereld, naar de overste van de macht der lucht, van de geest, die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid”. De “geestelijke boosheden in de lucht”, worden hier dus “de macht van de lucht” genoemd. En zij hebben een “overste” over zich. Wanneer we beseffen dat Matth. 25 : 41 spreekt over “de duivel en zijn engelen”, dat we dit in Openb. 12 : 9 terugvinden, en dat Matth. 9 : 34 spreekt over “de overste der duivelen”, ergens anders in de Schrift “Beëlzebul” genoemd (Matth. 12 : 24), dan beseffen we dat “de geest der wereld”, of “de overste van de macht der lucht” de duivel is. Er is dus een grote tweedeling te maken tussen de Geest, Die uit God is en de geest van de duivel.

 

 

Een vijandige heerser en de overheid

 

In feite zien we hier al aan, dat we, als kinderen van het licht, wonen in een vijandige duistere wereld, die overgeleverd is aan een ons vijandige heerser. In 2 Kor. 4 : 4 vinden we namelijk dat de duivel ook wel “de god dezer eeuw” genoemd wordt, of zoals de Oude Engelse vertaling, de KJV 1611, zegt: “de god van deze wereld”. En dat de satan het hier op deze aarde min of meer voor het zeggen heeft, blijkt ook uit het gedeelte over de verzoeking van Jezus in de woestijn. In Luk. 4 : 5 – 6 lezen we: “En toen de duivel Hem geleid had op een hoge berg, toonde hij Hem al de koninkrijken der wereld, in een ogenblik tijds. En de duivel zeide tot Hem: Ik zal U al deze macht, en de heerlijkheid van deze koninkrijken geven; want zij is mij overgegeven, en ik geef ze, aan wie ik ook wil”.

 

Maar wanneer we dit laatste in ogenschouw nemen, begrijpen we, waarom we in deze wereld vandaag de dag een streven, van de machthebbers en de politiek, naar een globalistische samenleving zien. Daar is geen enkele regering op uitgezonderd. Ze zijn, ondanks alle verschillen, niet voor niets verenigd in de Verenigde Naties. We begrijpen waarom president Bush onder de Christenen (en niet-Christenen) als wedergeboren man beschreven wordt, wat door Evangelische organisaties als bijv. de EO klakkeloos geaccepteerd wordt, terwijl we hem bij rampen een nationale gebedsdag zien organiseren in samenwerking met Moslims en andere religies (dit heeft absoluut niets met wedergeboorte te maken!). We begrijpen waarom we juist deze man maatregelen zien nemen die een dictatuur met zich meebrengen. De wereld stevent namelijk af op wat de Bijbel zegt: het antichristelijk Rijk, en dat alles overdekt met een religieus sausje. De Westerse wereld wordt nogal eens de “Christelijke beschaving” genoemd, zoals Nederland en Amerika Christelijke landen worden genoemd. Denk aan de zogenaamde normen en waarden van minister-president Jan Peter Balkenende! Maar Bijbels Christendom en beschaving hebben niets gemeenschappelijk! Alle streven om deze wereld te verbeteren, leiden tot meer zonde. Want wanneer in deze wereld beter geleefd kan worden, kan er beter gezondigd worden! Denk aan abortus, euthanasie, dronkenschap of termen in de moderne opvoeding als: “je eigen seksualiteit leren ontdekken”, wat mooie woorden zijn voor de praktijk van hoererij onder kinderen. Om AIDS verspreiding te voorkomen, moet je niet trouw zijn aan je partner, maar moet je condoooms gebruiken. Zondigen wordt steeds comfortabeler! En in die wereld, waarin steeds “beter” geleefd kan worden, zien we steeds meer ‘stille tochten’ komen, omdat er steeds meer gemoord wordt. Gek hè? En dat komt omdat de duivel, de mensenmoorder van den beginne, “de god van deze wereld” is. Vandaar dat we al eerder zagen dat het doel van de Gemeente niet is om mensen in fysieke nood te helpen, zogenaamde sociale doelen steunen en te bidden voor vrede in deze wereld; maar het doel van de Gemeente is de verkondiging van het Woord. Alleen daarin ligt redding voor de mensen. De wereld krijgt pas een Christelijke beschaving wanneer Jezus Christus de koninkrijken van deze aarde, die onder bevel van satan staan, omver geworpen heeft, en wanneer Hij zal regeren over deze aarde. De satan zal dan gebonden zijn in de afgrond en hij zal dan geen macht meer hebben (Openb. 20 : 2 – 3). Ondanks dat God de regeringen toelaat (Rom. 13 : 1), is deze wereld overgeleverd aan de duivel! Hij is de god van deze wereld! Zo gebruikt de Heere uiteindelijk “de machten die er zijn” (Rom. 13 : 1) om Zijn plan te vervullen. God gebruikte bijvoorbeeld Nebukadnezar om profetisch de geschiedenis van de wereldse koninkrijken via Zijn Woord kenbaar te maken (Dan. 2)! Het was het Romeinse keizerrijk, waarin de apostelen leefden. Het was dat Romeinse keizerrijk dat Christenen vervolgde. Toch zei Petrus: “vreest God, eert de koning” (1 Petr. 2 : 17), en toch zei Jezus: “Geeft dan de keizer, wat des keizers is…” (Luk. 20 : 25). Wij hebben de overheid te gehoorzamen, tenzij deze overheid tegen Gods wil in gaat. Dan geldt, zoals de apostelen tegen de raad zeiden, toen zij verhoord werden: “Men moet Gode meer gehoorzaam zijn, dan de mensen” (Hand. 5 : 29).

 

 

De satan: een gevallen cherub

 

De satan is een door God geschapen wezen. In Kol. 1 : 16 lezen we: “Want door Hem zijn alle dingen geschapen, die in de hemelen en die op de aarde zijn, die zienlijk en die onzienlijk zijn, hetzij tronen, hetzij heerschappijen, hetzij overheden, hetzij machten, alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen”. Met andere woorden: zowel al de zichtbare, fysieke dingen, als al de onzichtbare, geestelijke dingen zijn door God, door Jezus Christus, geschapen. Dus óók de duivel! En óók de duivel was goed geschapen. In Ezech. 28 : 12 – 15 vinden we een profetisch gedeelte over de koning van Tyrus. En als we dit gedeelte lezen, dan weten we dat dit niet alleen over de koning van Tyrus gaat, maar over iemand waar hij een beeld of type van is. De hoogmoed, en het zich verheffen boven hetgeen hij was (Ezech. 28 : 17), leidden tot de val van de koning van Tyrus. De koning van Tyrus was een aardse koning. Zo zal de antichrist, als verpersoonlijking van de duivel, op aarde regeren en zich ook gaan verheffen “boven al wat God genaamd, of als God geëerd wordt” (2 Thess. 2 : 4). Daarmee is de koning van Tyrus een beeld, een type van het Beest uit Openbaring. Uit de context blijkt dan ook dat dit gedeelte informatie geeft over de satan, voor zijn opstand tegen God. De verzen Ezech. 28 : 12 – 15 luiden: “Mensenkind! hef een klaaglied op over de koning van Tyrus, en zeg tot hem: Zo zegt de Heere Heere: Gij verzegelaar der som, vol van wijsheid en volmaakt in schoonheid! Gij waart in Eden, Gods hof; alle kostbaar gesteente was uw deksel, sardisstenen, topazen en diamanten, turkooizen, sardonixstenen en jaspisstenen, saffieren, robijnen en smaragden, en goud; het werk van uw trommelen en van uw pijpen was bij u; ten dage als gij geschapen werdt, waren zij bereid. Gij waart een gezalfde, overdekkende cherub; en Ik had u alzo gezet; gij waart op Gods heilige berg; gij wandeldet in het midden der vurige stenen. Gij waart volkomen in uw wegen, van de dag af, dat gij geschapen zijt, totdat er ongerechtigheid in u gevonden is”. Er wordt nog al eens beweerd dat de satan een engel, dan wel een gevallen engel is. Maar dit gedeelte laat zien dat de satan geen (gevallen) engel is! De satan is een cherub! En alhoewel de meeste commentaren beweren dat een cherub een engel is, is een cherub geen engel! In het artikel over engelen en gevallen engelen wordt er uitgebreid bij stilgestaan dat engelen verschijnen als man, en dus geen vleugels hebben! En dat terwijl cherubs wel vleugels hebben. Denkt u hierbij bijvoorbeeld aan de beschrijving van de ark in de tabernakel. In Ex. 25 : 18 wordt verteld dat er twee cherubs op het verzoendeksel van de ark moeten komen. En de cherubs hebben vleugels zegt Ex. 25 : 20. Ook in Ezechiël 1 en 10 worden cherubs beschreven met vleugels. Engelen hebben geen vleugels, de satan dus wel! En ondanks dat hij geen engel is, kan hij verschijnen als een engel des lichts. In 2 Kor. 11 : 14 staat: “En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts”. Cherubs worden in Ezechiël niet alleen beschreven met vleugels, maar ook als dieren. In Ez. 1 : 5 – 7 en 10 lezen we: “En uit het midden daarvan kwam de gelijkenis van vier dieren; en dit was hun gedaante; zij hadden de gelijkenis van een mens; en elk had vier aangezichten; insgelijks had elk van hen vier vleugels. En hun voeten waren rechte voeten, en hun voetzolen waren gelijk de voetzolen van een kalf, en glinsterden gelijk de kleur van glad koper. (…) De gelijkenis nu van hun aangezicht was het aangezicht van een mens, en het aangezicht van een leeuw hadden die vier aan de rechterzijde; en ter linkerzijde hadden die vier het aangezicht van een os, ook hadden die vier het aangezicht van een arend”. In Ez. 10 : 1 en 2 ziet u inderdaad dat het bij de beschrijving van deze dieren gaat om cherubs. Volgens Openbaring 4 : 6 – 7 zijn er ten tijde van de Grote Verdrukking rond de troon van God vier cherubs: “En voor de troon was een glazen zee, kristal gelijk. En in het midden van de troon, en rondom de troon, vier dieren, zijnde vol ogen van voren en van achteren. En het eerste dier was een leeuw gelijk, en het tweede dier een kalf gelijk, en het derde dier had het aangezicht als een mens, en het vierde dier was een vliegende arend gelijk”. Maar wanneer de satan de overdekkende cherub was vóór zijn val, dan betekent het dat er ooit vijf cherubs rond de troon waren.

 

De satan was de vijfde overdekkende cherub van Gods troon, Ezech. 28 : 14 noemt hem zelfs “een gezalfde”! De Heere Jezus wordt Messias of Christus genoemd, wat beiden vertaald “Gezalfde” betekent, maar ook de satan was eens een gezalfde des Heeren! En in die hoedanigheid was hij blijkbaar door God op aarde geplaatst! Want Ezech. 28 : 13 zegt: “Gij waart in Eden, Gods hof…” En Jes. 14 : 12 – 15, wat uitgebreider op zijn val in gaat, beschrijft dat hij wilde opklimmen tot in de hemel en dat hij God gelijk wilde worden. De satan, die de vijfde overdekkende cherub van Gods troon was, die “een gezalfde” was, en in die hoedanigheid door God op de aarde in de Hof van Eden was geplaatst, wilde God gelijk worden. En dat werd zijn val: “Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, o morgenster (KJV 1611 zegt: Lucifer!), gij zoon van de dageraad! Hoe zijt gij ter aarde neergehouwen, gij, die de heidenen krenktet! En zeidet in uw hart: Ik zal ten hemel opklimmen, ik zal mijn troon boven de sterren Gods verhogen; en ik zal mij zetten op de berg der samenkomst aan de zijden van het noorden. Ik zal boven de hoogten der wolken klimmen, ik zal de Allerhoogste gelijk worden. Ja, in de hel zult gij neergestoten worden, aan de zijden van de kuil!”. Maar dan beseffen we meteen hoe enorm zijn val was! Van troonbedekker Gods, tot uiteindelijk een verbannene in de hel.

 

 

De satan: de mensenmoorder van den beginne

 

En in die val wil hij zoveel mogelijk zielen meenemen. In Joh. 8 : 44 lezen we dat Jezus tegen de Joden (vers 31) zegt: “Gij zijt uit de vader de duivel, en wilt de begeerten van uw vader doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit wat hem eigen is; want hij is een leugenaar, en de vader der leugen”. Ook de satan wordt in de Bijbel dus een vaderfiguur genoemd. Hij is de vader van de kinderen der ongehoorzaamheid (Ef. 2 : 2). En een ieder, die Jezus niet heeft aangenomen, staat onder hem, volgens Ef. 2 : 3. En Gods toorn is op hen: “Onder welke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden van ons vlees, doende de wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen” (Ef. 2 : 3). De satan wil, als mensenmoorder van den beginne, zoveel mogelijk zielen meenemen in zijn val. Hij wil de vader van de mensheid zijn. Hij wil aanbeden worden.

 

Toen God Adam en Eva in de Hof van Eden plaatste, probeerde de satan hen te verleiden. Het werkte. Maar God kwam in Zijn Zoon, de Gezalfde, Jezus de Messias, de Christus, naar de aarde en stierf voor de mensen! En om mensen van die redding af te houden, haalt hij de gekste kuren uit. Aan de ene kant gaat hij rond als een briesende leeuw, zoals 1 Petrus 5 : 8 zegt: “Weest nuchter, en waakt, want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een briesende leeuw, zoekende, wie hij zou kunnen verslinden”. Aan de andere kant is hij listig als de slang, en probeert hij door de leugen en het verdraaien van Gods Woord (ook een halve waarheid is een leugen!) mensen te verleiden. Openb. 12 : 9 zegt: “En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen”. Op dit moment is hij nog niet op de aarde geworpen, maar hij verschijnt als een engel des lichts (2 Kor. 11 : 13)! En daarbij beschikt hij over tekenen, wonderen en krachten! En aangezien hij “de vader der leugen” is, zijn het ook “wonderen, tekenen en krachten der leugen”; zoals over de antichrist geschreven staat in 2 Thess. 2 : 9: “Hem, zeg ik, wiens toekomst is naar de werking des satans, in alle kracht, en tekenen en wonderen der leugen”. Dat maakt het hedendaagse Christendom, over alle stromingen breed, zo gevaarlijk! Ze laten Gods Woord los, staan open voor de ‘Kronieken van Narnia’, ‘Harry Potter’, ‘Lord of the Rings’, en wat er al niet meer aan magie te krijgen is, en verkondigen dat we moeten openstaan voor de “gaven van de Geest”, en men denkt dan met name aan het wonderbaarlijke! En dat terwijl de “god van deze wereld” verschijnt als een engel van het licht, en zijn dienaren zich veranderen in apostelen van Christus! 2 Kor. 11 : 13 – 15 zeggen: “Want zulke valse apostelen zijn bedriegelijke arbeiders, zich veranderende in apostelen van Christus. En het is geen wonder; want de satan zelf verandert zich in een engel des lichts. Zo is het dan niets groots, indien ook zijn dienaars zich veranderen, als waren zij dienaars der gerechtigheid; van wie het einde zal zijn naar hun werken”. De test? Er zijn vandaag de dag geen apostelen meer!

 

 

Zijn bestemming

 

We weten hoe het uiteindelijk met de duivel afloopt. In Openb. 20 : 10 staat: “En de duivel, die hen verleidde, werd geworpen in de poel van vuur en sulfer, alwaar het beest en de valse profeet zijn; en zij zullen gepijnigd worden dag en nacht in alle eeuwigheid”.

 

Het is deze satan, die als “de geest der wereld”, “de overste van de macht der lucht” of “de god van deze wereld”, heer is van een koninkrijk! In Matth. 12 : 26 zegt Jezus: “En indien de satan de satan uitwerpt, zo is hij tegen zichzelf verdeeld; hoe zal dan zijn rijk bestaan?” In ieder geval blijkt uit dit vers dat de satan een rijk heeft. Hij zal zelfs gedurende korte tijd in de persoon van de antichrist regeren op aarde! Zoals mensen de duivel als vader hebben, en dus zijn onderdanen zijn, zo heeft hij ook geestelijke onderdanen! De Bijbel spreekt over gevallen engelen en over duivelen. In twee andere studies wordt hier verder op ingegaan. Ook zullen we zien wat hun invloed op mensen is, en wat God in Zijn Woord als bescherming aanbiedt.